ECLI:NL:RBMNE:2020:4323
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Registratie verblijfplaats in de Basisregistratie Personen en de gevolgen van ambtshalve registratie door de gemeente
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 augustus 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser, woonachtig in Egypte, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De zaak betreft de inschrijving van de eiser in de Basisregistratie Personen (BRP). De eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de gemeente waarin werd vastgesteld dat zijn verblijfplaats onbekend was. Dit besluit volgde op een melding van de verhuurder dat de eiser in juni 2017 naar het buitenland was vertrokken en niet was teruggekeerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente terecht heeft besloten om de eiser ambtshalve uit te schrijven uit de BRP, omdat hij niet meer op het opgegeven adres woonde en geen aangifte van adreswijziging had gedaan. De rechtbank oordeelde dat de gemeente verplicht was om de administratie nauwkeurig bij te houden en dat er geen beleidsruimte was om van de wettelijke verplichtingen af te wijken. De eiser had geen bewijs van een huurcontract of een andere woonplaats in Nederland en zijn claim dat hij nog een sleutel had van een kast in de oude woning, was niet voldoende om de registratie te weerhouden. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter P.J.M. Mol, in aanwezigheid van griffier A.M. Slierendrecht.