ECLI:NL:RBMNE:2020:4294
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag AIO-aanvulling op basis van vermogen boven vermogensgrens
Op 1 oktober 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. De eiser had op 12 april 2020 een aanvraag ingediend voor een Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO-aanvulling) op zijn AOW-pensioen. De aanvraag werd afgewezen door de Sociale Verzekeringsbank op 14 mei 2020, omdat de eiser vermogen had dat de vermogensvrije grens van € 6.225,00 overschreed. De eiser was mede-eigenaar van een woning en had een positief saldo op een spaarrekening, waardoor zijn totale vermogen op € 34.121,40 werd vastgesteld.
De eiser voerde aan dat hij op dit moment inkomen nodig had en dat hij niet in zijn levensonderhoud kon voorzien met het mede-eigenaarschap van de woning. De rechtbank oordeelde echter dat de eiser niet had aangetoond dat de vermogensvaststelling onjuist of onzorgvuldig was. De rechtbank concludeerde dat de Sociale Verzekeringsbank terecht had afgewezen, omdat het vermogen van de eiser boven de vermogensvrije grens lag.
Daarnaast voerde de eiser aan dat hij gediscrimineerd werd omdat hij in Suriname was geboren en dat hij een volledige AOW-uitkering moest ontvangen. De rechtbank kon hier echter niets mee, omdat de korting op de AOW-uitkering in een eerdere beslissing was gehandhaafd en in rechte vaststond. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en veroordeelde de verweerder niet tot vergoeding van de proceskosten van de eiser. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 1 oktober 2020.