Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 oktober 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Beslissing
De uitleg van de rechtbank
Op de zitting heeft eiser toegelicht dat hij nauwelijks gebruik maakt van zijn bankrekening-(en), maar dat hij bijna alles contant deed en doet. Dit is een keuze van eiser. Het gevolg van die keuze is echter dat het voor verweerder niet controleerbaar is of eiser wel recht op bijstand had. De verklaringen die eiser tijdens het onderzoek heeft afgelegd, roepen vragen op en (bijna) alles wat hij heeft verklaard, is niet controleerbaar, niet verifieerbaar en niet inzichtelijk. Eiser heeft in de periode in geding daarmee geen volledig en controleerbaar beeld gegeven van zijn financiële- en woonsituatie. Ook de ingediende bankafschriften geven geen volledig beeld over de activiteiten en inkomsten van eiser, omdat hij heeft verklaard dat ook sprake is geweest van contante betalingen. Verweerder heeft terecht vastgesteld dat het recht over de betreffende periode niet meer vast te stellen is. Tijdens de zitting is door eiser opgemerkt dat er wellicht momenten zijn geweest in de periode van 1 januari 2018 tot 1 juli 2019 waarin hij mogelijk geen recht op bijstand had vanwege de contante bedragen die hij van zijn broer kreeg voor de rechtszaak in België. Het gaat volgens eiser echter te ver om voor de hele periode te zeggen dat hij geen recht op bijstand zou hebben. Voor dit argument geldt ook dat er teveel vragen zijn en het niet inzichtelijk is geworden gedurende welke momenten in deze periode eiser dan wel recht op bijstand zou hebben. Gelet hierop slaagt ook de beroepsgrond dat verweerder de bijstand schattenderwijs had kunnen en moeten vaststellen niet.