Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 september 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
de rechter is verhinderd deze uitspraak te ondertekenen)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 4 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een triagist die zich ziek had gemeld, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had een Ziektewet-uitkering ontvangen na haar ziekmelding op 11 juli 2018, maar het Uwv beëindigde deze uitkering per 20 maart 2020, omdat uit medisch en arbeidskundig onderzoek bleek dat zij meer dan 65% van haar eerdere loon kon verdienen. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige zorgvuldig te werk zijn gegaan. De verzekeringsarts had eiseres gezien en op basis van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 13 februari 2020 werd geconcludeerd dat eiseres in staat was om meer dan 65% van haar maatmaninkomen te verdienen. Eiseres voerde aan dat het bestreden besluit onzorgvuldig was en dat haar beperkingen niet volledig waren weergegeven, maar de rechtbank oordeelde dat de medische beoordeling van het Uwv juist was en dat de arbeidskundige beoordeling voldoende gemotiveerd was.
De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit zorgvuldig tot stand was gekomen en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van de medische en arbeidskundige beoordelingen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan in een zitting die niet openbaar kon plaatsvinden vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.