Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 9b;
- akte houdende wijziging/vermeerdering van eis, tevens overlegging producties, met producties 10 tot en met 12;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 9;
- de mondelinge behandeling van 18 september 2020;
- de pleitnota, voor zover voorgedragen, van [eiseres] ;
- de spreekaantekeningen, voor zover voorgedragen, van Zilveren Kruis Zorgkantoor.
2.Waar gaat deze zaak over?
1 oktober 2020. De reden die de brieven daarvoor vermelden is, samengevat, dat Zilveren Kruis Zorgkantoor heeft geconstateerd dat [eiseres] niet goed omspringt met de persoonsgebonden budgetten en niet de zorg levert die zij declareert. De brieven vermelden daarnaast – zo moeten zij althans worden begrepen – dat Zilveren Kruis Zorgkantoor bereid is de vordering die de relevante budgethouder op [eiseres] heeft, over te nemen op grond van een vaststellingsovereenkomst en een cessie. De brieven bevatten uitnodigingen tot het ondertekenen van een vaststellingsovereenkomst en een akte van cessie.
€ 100.000,00 voor elke cessie die toch wordt doorgezet, voordat een rechter in de door [eiseres] aanhangig te maken bodemprocedure zal hebben geoordeeld over de rechtmatigheid van aan [eiseres] betaalde declaraties;
€ 100.000,00, voor elke dag dat de gevorderde vernietiging en/of de gevolgen van het aangaan van die overeenkomsten niet zijn teruggedraaid;
Het Zorgkantoor heeft onlangs ten onrechte bij u de indruk gewekt dat uw zorgaanbieder, [handelsnaam van eiseres] , zich schuldig zou hebben gemaakt aan fraude, of anderszins onrechtmatige besteding van uw persoonsgebonden budget. Het Zorgkantoor heeft haar onderzoek nog niet afgerond, noch is in rechte vast komen te staan dat [handelsnaam van eiseres] zich schuldig maakt aan fraude. Anders dan wij u eerder hadden bericht, zal uw persoonsgebonden budget derhalve niet stopgezet worden per 1 oktober 2020. Wii begrijpen dat er door onze eerdere brief veel onrust is ontstaan. Het Zorgkantoor neemt hiervoor de volledige verantwoordelijkheid en biedt oprechte excuses aan voor de ontstane verwarring.”,
3.De beoordeling
inmiddelsniet meer mogelijk is, is dat niet relevant. Beoordeeld moet worden welke mogelijkheden [eiseres] had toen zij bekend werd met de beschikkingen. Zilveren Kruis Zorgkantoor heeft onweersproken gesteld dat [eiseres] omstreeks 25 augustus 2020 bekend werd met het bestaan en de strekking van de beschikkingen. [eiseres] kon vanaf dat moment, ook zonder dat zij afschriften had van de beschikkingen, bezwaar maken daartegen, zo nodig zonder vermelding van de bezwaargronden. Zij kon ook (vervolgens) de bestuursrechtelijke voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening in de vorm van een schorsing van de beschikkingen verzoeken. [eiseres] heeft niet uitgelegd waarom dat geen effectieve rechtsgang zou opleveren en de voorzieningenrechter ziet ook niet in waarom dat zo zou zijn. Dat [eiseres] tijd is verloren met het instellen van dit civiele kort geding en dat het gelet daarop niet eenvoudig zal zijn vóór 1 oktober 2020 een bestuursrechtelijke voorlopige voorziening te verkrijgen, is aan [eiseres] zelf te wijten.
980,00