Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1991, te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg:
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van
Rechtbank Midden-Nederland
Op 27 augustus 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 31 juli 2020 een verzoekschrift ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging voor de betrokkene, geboren in 1991 en verblijvende in een zorginstelling. De mondelinge behandeling vond plaats via Skype en telefonisch, waarbij de betrokkene, zijn advocaat en een arts werden gehoord. De rechtbank constateerde dat de termijn van drie weken voor het doen van uitspraak was overschreden, maar oordeelde dat dit niet leidde tot onbevoegdheid of niet-ontvankelijkheid van de verzoeker.
De rechtbank beoordeelde de situatie van de betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank concludeerde dat er ernstig nadeel bestond, zowel voor de betrokkene zelf als voor anderen, en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren. De rechtbank verleende daarom de zorgmachtiging voor de verzochte vormen van verplichte zorg, die onder andere het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid omvatten. De machtiging geldt voor een periode van zes maanden, tot en met 27 februari 2021.
De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M.A.A.T. Engbers en is schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 17 september 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.