Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
opgemaakte proces-verbaal van aangifte en proces-verbaal van verhoor aangever,onder meer het volgende verklaard:
(de rechtbank begrijpt: [verdachte] ), geboren op [geboortedatum] 1979 geboren te [geboorteplaats] . Hij heeft mij op 17 februari 2020
(de rechtbank begrijpt: 19 februari 2020)met een mes aangevallen en gestoken. [2] [verdachte] rende op mij af en duwde tegen mij aan. Ik viel hierdoor om. Ik zag dat [verdachte] een mes in zijn hand vasthield. Het mes zag ik al op het moment dat hij op mij kwam afrennen. Nadat hij me geduwd had zag en voelde ik dat [verdachte] met het mes op mij begon in te steken. Hij stak eerst in mijn buik. Mijn lichaam is niet geraakt door het mes. Dit omdat mijn jas mij heeft beschermd voor verwondingen. Vervolgens heeft hij ook geprobeerd mijn keel door te snijden. Vervolgens heeft [verdachte] mij meerdere malen in mijn gezicht en andere plekken op mijn hoofd met het mes gestoken. Volgens mij heeft hij mij ook geslagen en geschopt tegen mijn hoofd. [3]
een letselverklaring over [slachtoffer]onder meer geschreven:
geneeskundige verklaring over [slachtoffer]heeft [A] , arts, op 20 februari 2020 onder meer geschreven:
proces-verbaal van bevindingen hebben verbalisantenonder meer het volgende gerelateerd over het aantreffen van een mes:
het rapport van beschadigingsonderzoek textielvan 16 juli 2020 onder meer gerelateerd:
de rechtbank begrijpt: [slachtoffer] )fietsen
.Op dat moment werd het zwart voor mijn ogen en voelde ik emoties zoals teleurstelling, wanhoop en verdriet. Ik heb een appelschilmesje uit mijn jas gepakt en ben vervolgens op haar afgerend. Ik wilde haar vastpakken, maar ik viel over haar heen. Toen ik opstond zag ik dat het lemmet van het mesje was afgebroken en dat ik alleen nog het plastic handvat vast had. Het klopt dat het lemmet van dit mesje later door de politie is gevonden en in beslag is genomen. Ik heb haar vervolgens geslagen met het plastic handvat in mijn hand. De wonden in haar gezicht zijn daardoor veroorzaakt. Ik weet niet hoe het kan dat het lemmet van het handvat is afgebroken, maar dit is gebeurd toen ik samen met [slachtoffer] ben gevallen. Ik heb haar ook geschopt en geslagen.
- Op 19 februari 2020 heeft er in [plaatsnaam 2] tussen aangeefster [slachtoffer] en verdachte een incident plaatsgevonden;
- verdachte heeft aangeefster die dag opgewacht en is met een aardappelschilmesje op aangeefster afgerend;
- verdachte en aangeefster zijn beiden ten val gekomen;
- het afgebroken lemmet van het aardappelschilmesje is door de politie in de nabijheid van de plaats van het delict aangetroffen. Uit het onderzoek is niet gebleken van bloedsporen op het lemmet. Uit het onderzoek is evenmin gebleken van inbeslagname van dan wel forensisch onderzoek aan het handvat;
- verdachte heeft aangeefster meermalen geschopt en geslagen;
- uit de letselverklaring volgt dat aangeefster drie diepe snijwonden en ongeveer 15 snij- en kraswonden in het gelaat heeft. Een aantal van deze diepere snijwonden zal als litteken in het gelaat zichtbaar blijven;
- op de capuchon en de linkermouw van het jas van het slachtoffer zijn beschadigingen aangetroffen die passen bij een snijbeweging en zijn veroorzaakt door een scherp voorwerp. Op het afgebroken lemmet zijn vezelsporen aangetroffen. Het is veel waarschijnlijker dat de kleding van het slachtoffer is beschadigd door dit lemmet, dan wanneer de kleding is beschadigd met een willekeurig ander scherprandig voorwerp.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
ware mishandeling.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.BENADEELDE PARTIJ
9.BESLAG
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
12 (twaalf) maanden;
3 (drie) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
algemene voorwaardengelden dat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit nodig acht, daaronder begrepen;
bijzondere voorwaardendat verdachte gedurende de proeftijd:
- zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- zich onder behandeling zal stellen van [naam instelling] of een soortgelijke instelling, te bepalen door de reclassering, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte moet zich houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
2 (twee) jarenvast;
- legt aan verdachte op
- beveelt dat verdachte:
- zich niet ophoudt aan de [adres] , [postcode] te [plaatsnaam 2] ;
- op geen enkele wijze, direct noch indirect, contact zal zoeken en/of hebben met [slachtoffer] ;
dadelijk uitvoerbaaris;
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde aan materiële en immateriële schade niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 februari 2020 tot de dag van volledige betaling;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 11.079,57 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 februari 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 89 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;