Op 28 augustus 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven in een verzoekschriftprocedure tot onderbewindstelling. Het verzoek is ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S.J. Kerbusch, advocaat. De kantonrechter heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder het verzoekschrift dat op 25 augustus 2020 ter griffie is ingekomen, de bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder, een testament van 5 juli 2010, de aangifte erfbelasting en de verklaring van erfrecht.
Het verzoek tot onderbewindstelling is gedaan voor de rechthebbende, geboren in 1926, die wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen. De kantonrechter heeft overwogen dat er voldoende aanleiding is om (financieel) ouderenmisbruik te vermoeden. Daarom is besloten om bij wijze van voorlopige voorziening bewind in te stellen totdat er een definitieve beslissing op het verzoek om bewind is genomen.
De kantonrechter heeft de voorgestelde bewindvoerder, De Die Financieel Beheer en Bewindvoering B.V., benoemd en heeft het verzoek verwezen naar een zitting op 22 september 2020. Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechters P.A.M. Penders en R.J. Verschoof.