ECLI:NL:RBMNE:2020:3470
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van een 27-jarige vrouw in een dodelijk verkeersongeval te Eemnes
Op 27 augustus 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 27-jarige vrouw uit Eemnes, die werd beschuldigd van schuld aan een dodelijk verkeersongeval dat plaatsvond op 7 mei 2018. De vrouw kwam in botsing met een 83-jarige man die de weg overstak met zijn fiets. De rechtbank oordeelde dat de vrouw niet schuldig was aan het ongeval. Tijdens de zitting op 13 augustus 2020 werd het standpunt van de officier van justitie gepresenteerd, die stelde dat de verdachte met een te hoge snelheid reed en onvoldoende op het verkeer lette, wat leidde tot de fatale aanrijding. De verdediging pleitte voor vrijspraak van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde.
De rechtbank onderzocht of de verdachte schuld had aan het ongeval op basis van de gedragingen van de verdachte en de omstandigheden van het geval. De rechtbank concludeerde dat de gedragingen van de verdachte, zoals het overschrijden van de maximumsnelheid en het inhalen van een andere auto, niet bewezen konden worden als oorzaak van het ongeval. Ook de verklaring van getuige [getuige 1] werd niet als voldoende bewijs beschouwd. De rechtbank benadrukte dat de ernst van de gevolgen van het ongeval niet automatisch leidt tot schuld van de verdachte.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde, omdat niet kon worden bewezen dat het ongeval aan haar schuld te wijten was of dat zij gevaar op de weg had veroorzaakt. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 27 augustus 2020.