ECLI:NL:HR:2011:BP2208
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Verkeersongeval met vrachtwagen en fietsster op kruispunt Stadionkade en Parnassusweg te Amsterdam
In deze zaak gaat het om een verkeersongeval dat plaatsvond op 11 april 2006 te Amsterdam, waarbij de verdachte, als bestuurder van een elf meter lange vrachtwagencombinatie, betrokken was bij een aanrijding met een fietsster. De verdachte had zijn vrachtwagen tot stilstand gebracht op het kruispunt van de Stadionkade met de Parnassusweg, waar hij naast de stilstaande fietsster kwam te staan. Vervolgens sloeg hij rechtsaf, in de veronderstelling dat de fietsster al rechtsaf was geslagen, zonder met voldoende zekerheid te hebben vastgesteld dat zij zich niet meer in de directe nabijheid van zijn voertuig bevond. Het Hof oordeelde dat de verdachte zodanig aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend had gereden dat er sprake was van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen, waarbij het oordeel van het Hof werd bekrachtigd. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof op basis van de gebezigde bewijsmiddelen en de overwegingen met betrekking tot de bewezenverklaring terecht had vastgesteld dat de verdachte niet voldoende oplettend was geweest. De verdachte had niet alleen de fietsster niet waargenomen, maar ook niet adequaat gereageerd op de verkeerssituatie, wat leidde tot het ongeval. De Hoge Raad benadrukte dat aan een bestuurder van een vrachtwagen hoge eisen van oplettendheid moeten worden gesteld, vooral in situaties waarin de kans op een 'dode hoek' aanwezig is. De uitspraak van de Hoge Raad vond plaats op 5 april 2011.