Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
thans gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
met een zwart logo op de linkerborst, donkerkleurige jas, blauwe spijkerbroek, grijze schoenen. Ik zal deze persoon in de rest van dit proces verbaal aanduiden als NN1. Ik kan de tweede persoon als volgt omschrijven: licht getinte huidskleur, grijze muts, zwarte jas, beige/kakikleurige broek, witte schoenen met zwarte accenten. [3] - Ik zie dat hij met zijn rechterhand op de achterruit slaat van stationwagon. Ik zie dat hij dit een(1) keer doet en 1, dat hij vervolgens zijn arm door het raam in het voertuig steekt. Ik zie dat NN1 enkele seconden lang met zijn armen in het voertuig zit. Hij maakt met zijn lichaam een aantal bewegingen op en neer. Ik zie dat hij er na enkele seconden een zwart kleurige, aan een koffer gelijkend, voorwerp uit de kofferbak van de auto haalt. Ik zie vervolgens dat hij nog een zwart, aan een tas gelijkend, voorwerp uit het voertuig pakt. [4] - Op de camerabeelden zie ik dat ongeveer 10 seconden later de zwarte Toyota Yaris achter de muur het beeld in komt rijden. Ik zie dat het kenteken van het voertuig [kenteken] is. Ik zie dat er in ieder geval twee personen in het voertuig zitten.’ [5]
Tijdstip geconstateerd 13-02-2020 21:35
Twee autoruiten ingeslagen van de auto van Leaseplan die ik via mijn werkgever heb. Laptop HP pro book met tas en koffer met daarin tablet en een groot aantal, 30 a 40, usb sticks gestolen.’ [11]
linker achterruit van de witte stationwagon aan slaat. Ik zie dat de ruit van de witte stationwagon verbreekt. Ik zie dat de persoon die zojuist aan de bestuurderszijde uitstapte met zijn rechterarm door de verbroken ruit heen de auto in gaat. Ik zie dat hij vervolgens zijn arm weer uit de auto haalt. Ik zie dat hij nu een donkerkleurige aan een handtas gelijkend voorwerp in zijn rechterhand heeft. Ik zie dat hij naar de zwarte Toyota Yaris toeloopt en dit voorwerp achter op de bank van de auto neer legt.’ [13]
Tijdstip geconstateerd 11-02-2020 20:45
Auto (VW Golf) stond geparkeerd in de parkeergarage van de Vechtsebanen te Utrecht ( [adres] [woonplaats] . Rond 21:00 uur kreeg ik te horen van de beveiliging dat er was ingebroken in mijn auto (kenteken: [kenteken] ). Zijruit achter bestuurderskant ingeslagen en mijn werktas is gestolen met hierin waardevolle spullen.’
Tijdstip geconstateerd 11-02-2020 21:30
in de parkeer garage van de Vechtse Banen. Tijdens de periode tussen 18:00 uur en 21:30 is er ingebroken in mijn auto. In mijn Audi Al ( [kenteken] ) is mijn rechter zijruit ingeslagen en een laptop meegenomen.’ [15]
aangeduid als VE2, is niet goed zichtbaar op de beelden. Wel zie ik dat VE2 een zwartkleurige jas aan heeft met een wit logo op de borst. [16] Twee personen stappen uit het voertuig.
Op de beelden zie ik dat de personenauto [kenteken] weg rijdt van de parkeerplek. Op dit fragment is het kenteken van de personenauto goed leesbaar.
Op de beelden zie ik dat VEI weer binnen het zicht van camera komt lopen. Hierbij is VE 1 goed zichtbaar. VE 1 heeft een licht getinte huidskleur, draagt een donkerkleurige jas hier onderuit komt een grijze capuchon, een donkerkleurige muts met groene accenten, een donkerkleurige broek en grijze schoenen. VEI loopt langs een zwartkleurige Audi met het kenteken [kenteken] . Op de beelden zie ik dat VE 1 langs dit voertuig loopt. Op het moment dat hij hier langs loopt steekt hij zijn hand op. [17] (…)
zwartkleurige Volkswagen constant aan en uit gaan. Ik zie dat VE2 een donkerkleurig, aan een tas gelijkend voorwerp, in zijn rechterhand vast houdt. Ik zie dat VE 1 rechts uit het beeld weg rent. Ik zie dat VE2 in de richting rent van de Audi [kenteken] . Op de camerabeelden zie ik dat V2 naar de Audi [kenteken] rent. Ik zie dat hij met zijn linkerhand de tas over pakt uit zijn rechterhand. Op de beelden zie ik dat VE2 voor ongeveer 2 seconden naast de Audi staat. Ik zie dat.hij vervolgens richting de plek rent waar de zwartkleurige Toyota Yaris voor het laatst zichtbaar was op beeld.’ [18]
de rechterkant. Hierdoor is schade ontstaan aan de gehele rechter zijkant van mijn auto. Tevens zie ik later dat ook de rechter achterband lek is.’ [25]
De Yaris wrong zich tussen mijn bus en mijn voorligger door en reed de eerste straat rechts in, tegen de richting in. Ik ben uitgestapt en zag dat mijn bus over de gehele linker zijkant beschadigd was en dat het linker voorwiel scheef onder mijn bus stond [26] . De bestuurder van de Yaris is niet blijven staan om mij zijn gegevens te geven.’ [27]
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
9.BENADEELDE PARTIJ
10.VORDERING TENUITVOERLEGGING
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 14a, 14b, 14c, 36f, 47, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht en
- 7, 179 van de Wegenverkeerswet;
12.BESLISSING
gevangenisstraf van 12 maanden;
een gedeelte van 2 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
proeftijd van 2 jarenvast;
algemene voorwaardengelden dat verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
12
- wijst de vordering van [rechtspersoon 2] B.V. toe tot een bedrag van € 385,97, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [rechtspersoon 2] B.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 februari 2020 tot de dag van volledige betaling;
- bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [rechtspersoon 2] B.V. aan de Staat
- wijst de vordering van [benadeelde 3] toe tot een bedrag van € 525,00, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 februari 2020 tot de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering van [benadeelde 3] voor wat betreft het meer gevorderde af;
- bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat
- wijst de vordering van [benadeelde 7] B.V. toe tot een bedrag van € 175,00, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 7] B.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 februari 2020 tot de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering van [benadeelde 7] B.V. voor wat betreft het meer gevorderde af;
- bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 7] B.V. aan de Staat € 175,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 februari 2020 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 3 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- wijst de vordering van [benadeelde 5] toe tot een bedrag van € 747,18, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 februari 2020 tot de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering van [benadeelde 5] voor wat betreft het meer gevorderde af;
- bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 5] aan de Staat € 747,18 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 februari 2020 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 14 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- wijst de vordering van [aangever 3] toe tot een bedrag van € 1.214,38, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [aangever 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 februari 2020 tot de dag van volledige betaling;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 3] aan de Staat € 1.214,38 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 februari 2020 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 22 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;