2.9.In een brief aan het UMF gedateerd 17 oktober 2019 hebben [gedaagde sub 1] en [A] een uitgebreide toelichting gegeven op de wijze waarop zij het pand momenteel gebruiken, de afgelopen jaren hebben gebruikt en in de toekomst van plan zijn te gaan gebruiken. Zij schrijven:
“
Naar aanleiding van uw brief van 15 oktober j.l willen wij u graag informeren over het volgende;
de huidige situatie aan de [straatnaam 1] [nummeraanduiding 1] :
De kelders worden gebruikt voor opslag voor onze winkel en groothandel.
De begane grond wordt gebruikt door onze sieradenwinkel.
Op de eerste verdieping wonen sinds juni 2019 in twee aparte kamers twee vrienden van onze zoon.
Op de tweede verdieping woont sinds september 2018 onze zoon, [B (voornaam)] .
De derde verdieping gebruiken we voor onszelf en voor onze groothandel. Tevens delen we op deze verdieping de keuken met onze zoon en één van zijn vrienden.
Aanpassingen
We hebben twaalf jaar (van 1991 t/m 2003) in het pand gewoond en gewerkt. Onze zoon is in 1999 aan de [straatnaam 1] [nummeraanduiding 1] geboren.
Vanwege de groei van onze groothandel waren we in 2003 genoodzaakt ons gezin te verhuizen om ruimte te maken voor het bedrijf. We hebben de vrijgekomen verdiepingen vanaf dat moment alleen nog zakelijk gebruikt. Op de eerste verdieping een kantoor voor onze medewerkers en op de 2e verdieping een kantoor voor onszelf.
In 2018 besloten we om logistieke en bedrijfs-organisatorische redenen ons eigen kantoor op de 2e verdieping te verlaten en zijn we vanuit ons huis en onze showroom op de [.] gaan werken. Onze zoon is vervolgens in september 2018 in onze vrijgekomen kantoorruimte op de 2e verdieping getrokken.
Onze medewerkers hielden nog steeds kantoor op de 1e verdieping en ook de 3e verdieping werd nog voor de groothandel gebruikt.
In de tussentijd werd het echter steeds moeilijker parkeerplekken te vinden voor onze twee bedrijfswagens en werd het voor onze leveranciers en koeriers steeds moeilijker te laden en lossen aan de [straatnaam 1] . De behoefte aan een gezamenlijk kantoor op de begane grond werd groter en we besloten daarom het kantoor van de 1e verdieping te verhuizen naar een kantoor bij [naam wijk] .
Vervolgens hebben we twee vrienden van onze zoon vanaf 1 juli 2019 tijdelijk (allereerst voor een periode van 1 jaar) toestemming gegeven op de 1e verdieping te wonen. Daartoe hebben we een wandje geplaatst op deze verdieping. Dit wandje hebben we op dezelfde plek geplaatst waar eerder een wandje had gestaan en dusdanig dat deze eenvoudig te verwijderen is. Verder hebben op deze verdieping een wasbak geplaatst. Dit zijn de enige twee aanpassingen die we constructief hebben gemaakt.
Wij zien deze aanpassingen en tijdelijke bewoning als een tijdelijke oplossing ter overbrugging van een periode waarin veel voor ons bedrijf gaat veranderen.
Bedrijfssituatie
De omzet in de winkel en in de groothandel loopt sinds 2007 jaarlijks met ongeveer 10% terug. Deze situatie is vooral zorgelijk in onze groothandel.
We hebben daarom moeten besluiten onze groothandel op te heffen. Vanwege de grote consequenties wat dat heeft voor onze 9 medewerkers in Nederland en meer dan 100 medewerkers in het buitenland zal dit proces waarschijnlijk enkele jaren in beslag nemen. Wij verwachten dit binnen 3 jaar afgerond te hebben. Dit kan ook binnen één jaar afgerond zijn, afhankelijk van eventuele juridische procedures. Dit is erg moeilijk van te voren in te schatten.
Het is ons plan om, zodra de bedrijfsactiviteiten in onze groothandel beëindigd zijn en we ons bedrijfspand in [naam wijk] verlaten hebben ons volledig toe te leggen op de winkel. We zijn voornemens tegen die tijd de [straatnaam 1] [nummeraanduiding 1] zelf weer te betrekken. Onze zoon en de twee huurders zijn ervan op de hoogte dat de bewoning een tijdelijk karakter heeft, waarbij het niet zeker is of dit 1 of maximaal 3 jaar kan duren. De tijdelijkheid is ook besproken met hun ouders, die net als hun zonen al meer dan 15 jaar goede kennissen van ons zijn.
Vanwege het tijdelijke karakter van de huidige situatie en de op dit moment nog onduidelijk duur en voortgang van het beëindigen van de groothandelsactiviteiten zouden wij het op prijs stellen als u het ons tot die tijd nog zou kunnen toestaan de 1e verdieping te verhuren aan de twee vrienden van onze zoon. Ook omdat het hier slechts één woonlaag van de vijf woonlagen betreft.
Wij zijn zeer gehecht aan de [straatnaam 1] [nummeraanduiding 1] en behandelen het pand met liefde en respect. We hebben er in de afgelopen 28 jaar met veel plezier gewoond en gewerkt. We zouden het pand graag nóg 28 jaar willen huren. (…)”