Uitspraak
[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest, verweerder
[derde-partij ], te [woonplaats] .
Rechtbank Midden-Nederland
Op 11 augustus 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, wonende in [woonplaats], een verzoek om voorlopige voorziening had ingediend. Dit verzoek volgde op de afwijzing van een handhavingsverzoek door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest. Verzoeker stelde dat er niet conform de omgevingsvergunning van 3 januari 2018 werd gebouwd, omdat een steunpilaar nog niet was teruggeplaatst. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen overtreding van de vergunning is, omdat de bouw nog niet was afgerond en de derde-partij, die de vergunning had verkregen, bereid was de steunpilaar terug te plaatsen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de situatie niet onveilig genoeg was om een voorlopige voorziening te treffen en wees het verzoek af. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. M. van Dalen, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.