Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Het geschil en de beoordeling daarvan
Mondelinge behandeling
"inzicht in (heeft)"en dat zij geen skypeverbinding kan maken.
:
360,00(2 punten x tarief € 180,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter P. Krepel van de Rechtbank Midden-Nederland, stond de vraag centraal of het niet inloggen of inbellen op een skypezitting door de gedaagde, een besloten vennootschap, kan worden aangemerkt als niet-verschijnen in de zin van artikel 88 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in combinatie met artikel 2 van de Tijdelijke Coronawet. De eiseres, een voormalige werknemer van de gedaagde, had een vordering ingesteld voor betaling van vakantiegeld en andere vergoedingen. De mondelinge behandeling vond plaats op 9 juli 2020 via een skypeverbinding, waarbij de eiseres en haar gemachtigde wel aanwezig waren, maar de gedaagde niet. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde zonder geldige reden niet had deelgenomen aan de zitting, ondanks herhaalde verzoeken om de benodigde gegevens voor deelname aan de skypezitting te verstrekken. De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde het risico had genomen om niet deel te nemen aan de zitting en dat dit als niet-verschijnen moest worden aangemerkt.
De eiseres vorderde onder andere betaling van € 1.843,20 aan vakantiegeld, wettelijke verhogingen en een deugdelijke bruto/netto specificatie van haar betalingen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet voldoende had onderbouwd dat de eiseres teveel vakantiedagen had opgenomen en dat de vordering van de eiseres toewijsbaar was. De kantonrechter wees de vordering tot betaling van vakantiegeld en de wettelijke verhoging toe, evenals de verzoeken om een specificatie en de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 19 augustus 2020.