In deze zaak heeft eiser, eigenaar van percelen in [woonplaats], een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming in planschade bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht. Eiser stelt dat zijn bebouwingsmogelijkheden door een nieuw bestemmingsplan zijn afgenomen, wat heeft geleid tot waardevermindering van zijn onroerende zaak. Het college heeft de aanvraag afgewezen op basis van een advies van [adviesbureau], waarin werd geconcludeerd dat eiser passieve risico-aanvaarding heeft vertoond. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het college handhaafde zijn standpunt. De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat er onvoldoende duidelijkheid was over de legale bebouwing op de peildatum, wat essentieel is voor de beoordeling van de planschade. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, met de opdracht aan het college om binnen zes maanden een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens is het griffierecht aan eiser vergoed.