Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] , handelend onder de naam [eiser sub 1] ,
3.[eiser sub 3] , handelend onder de naam [eiser sub 3] ,
1.De procedure
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid
- de conclusie van antwoord in incident
- het vonnis in incident van de rechtbank Amsterdam met verwijzing van de zaak naar deze rechtbank
- het vonnis in incident waarin is geoordeeld dat de kantonrechter in deze zaak bevoegd is
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring
- de conclusie van antwoord in incident
- vonnis in incident waarin verzoek tot oproeping in vrijwaring is toegewezen
- de conclusie van antwoord en (voorwaardelijke) eis in reconventie en producties (1 t/m 15)
- de akte van Tesla houdende overlegging producties en wijziging van eis in reconventie (16 t/m 24)
- de akte van Tesla houdende wijziging van eis in reconventie en overlegging producties (25 en 26)
- de akte van eisers houdende wijziging van eis in conventie met producties (40 en 41)
- de akte van eisers houdende overlegging producties in conventie (42 en 43)
- de akte van eisers houdende overlegging producties in conventie (44 en 45)
2.Waar gaat de zaak over?
3.De beoordeling in conventie
Was Tesla wel of geen contractspartij bij de koopovereenkomst?
‘Motor Vehicle Purchase Agreement’. Daarin is de verplichting voor BBF opgenomen om per bestelde auto een aanbetaling van € 2.000,- aan Tesla te voldoen, wat neerkomt op een totaalbedrag van € 192.000,- (96 x € 2.000,-). In die overeenkomst wordt BBF als ‘Buyer’ aangeduid en Tesla als ‘Seller’.
“Omdat de meeste een financiering nodig zullen hebben zijn wij zo vrij geweest om afspraken daarover te maken met Mercedes-Benz Financial Services Nederland B.V. Zij hebben ons gunstige acceptatievoorwaarden toegezegd voor alle (…) rijders.”
namensMBFS aan Tesla worden gedaan, waarna het eigendom van de auto’s van Tesla op MBFS is overgegaan. Vervolgens rustte op eisers de verplichting om de door hen aan MBFS verschuldigde koopsom in termijnen te voldoen. Na betaling van de slottermijn zou het eigendom van de auto’s vervolgens overgaan van MBFS op eisers. Deze schriftelijke afspraken duiden eerder op een rechtstreekse tussen eisers en MBFS bestaande koop/verkoop-verhouding dan een koopovereenkomst tussen eisers en Tesla. In ieder geval kan op basis van wat in de financiële leaseovereenkomst is afgesproken worden vastgesteld dat eisers en MBFS jegens elkaar gebonden waren om ‘de kernverplichtingen’ van de koopovereenkomst na te komen, namelijk het betalen van een prijs in geld en het levering van de zaak (zie 7:1 BW). De gang van zaken voorafgaand aan het sluiten van de financiële leaseovereenkomst, schijnt geen ander licht op de zaak. Daaruit kan slechts worden opgemaakt dat BBF de eerste contacten met Tesla onderhield en de bestelling voor de auto’s bij Tesla heeft geplaatst (en dus niet eisers).
‘Extended Service Agreement’zou worden aangeboden (verder: ESA). Zolang die aanvullende garantie er nog niet was, zou de oorspronkelijke garantieregeling blijven gelden, ongeacht het aantal kilometers op de teller. Toen echter in mei 2017 de ESA in werking trad, kwamen eisers daarvoor niet meer in aanmerking vanwege de kilometergrens van 160.000 km, waar eisers allen boven zaten. Ook stopte toen de service onder de oorspronkelijk – verlengde – regeling. Omdat die verlenging onbeperkt in duur was totdat de ESA aan eisers werd aangeboden, wat dus niet is gebeurd, had Tesla deze duurovereenkomst niet zomaar per direct mogen opzeggen. Door dat wel te doen, is Tesla haar verplichtingen niet nagekomen, aldus steeds eisers.
‘op basis van coulance’,
‘geheel onverplicht’en
‘zonder hiermee een verdergaande verantwoordelijkheid te aanvaarden’. Ten tweede is het niet voor de hand liggend dat een partij bereid is om een eeuwigdurende garantie op een auto te bieden. Eisers mochten dat daarom ook niet van Tesla verwachten. Eisers moeten ook hebben begrepen dat, wanneer hen de ESA zou worden aangeboden, die verlengde garantie ook niet tot het einde van de levensduur van de auto zou zijn. Het is dan ook niet goed voorstelbaar waarom de garantie die Tesla tot het aanbod van de ESA bood, dat wel zou zijn. Ten derde geldt dat als de ESA conform de eerdere verwachting al in augustus 2015 aan eisers kon worden aangeboden, eisers daarvoor toen ook in aanmerking zouden zijn gekomen. De kilometerstand van de auto’s had toen namelijk nog niet de bovengrens van 160.000 km bereikt. Op dat moment zou de oude garantieregeling zijn vervallen en hadden eisers tot 160.000 km van de ESA gebruik kunnen maken. Uit het overzicht van eisers in de dagvaarding blijkt dat de auto van [eiser sub 1] rond februari 2017 160.000 km had gereden, die van [eiser sub 2] rond juli 2016, die van [eiser sub 3] rond oktober 2016 en die van [eiser sub 4] rond juni 2016. Vanaf die respectieve momenten zou ook de ESA dus zijn beëindigd en hadden eisers de reparaties aan hun auto’s zelf moeten betalen. Eisers hebben echter tot begin 2017 gebruik kunnen/mogen maken van de verlengde garantieregeling, ook toen de kilometerstand van drie van de auto’s al ruimschoots de bovengrens van 160.000 km hadden overschreden. Ook hierdoor is Tesla haar in 2015 gedane toezeggingen tot het verstrekken van een verlengde garantie voldoende nagekomen en mochten eisers in 2017 niet verwachten dat die nog langer zou duren. In de nakoming van haar garantieverplichtingen is Tesla dus niet tekort geschoten.
maximaalte realiseren afstand, dus onder de meest gunstige omstandigheden. Verder is relevant dat door Tesla onbetwist is gesteld dat lithium-ionbatterijen, zoals in de auto’s zitten, aan slijtage onderhevig zijn en (daarom ook) uitgesloten zijn van garantie. Die slijtage is onder meer afhankelijk van hoeveel men rijdt, hoe vaak en vol men laad, het gebruik van de soort lader (regulier of supercharging) en andere factoren. Die slijtage van de batterij heeft uiteraard ook zijn uitwerking op de actieradius van de auto, zo eisers ook hebben moeten begrijpen. Daarnaast heeft Tesla onbetwist aangevoerd dat een deel van de capaciteit van de batterij wordt gebruikt voor andere functies van de auto. In het licht van deze vaststaande feiten mochten eisers naar het oordeel van de kantonrechter er niet vanuit gaan dat de oplaadcapaciteit van de batterij en het bereik van de auto bij intensief gebruik, zoals dat bij taxivervoer gebeurt, steeds hetzelfde zou blijven of slechts in gelijke tred zou verminderen als bij ‘normaal gebruik’ (minder vaak opladen en minder gebruik van superchargers etc.).
– anders dan eisers stellen – in de schriftelijke erkenning van Tesla in augustus 2016 dat ‘een wijziging heeft plaatsgevonden aan de batterij waardoor dit de levensduur zou verbeteren’ niet te lezen dat daarmee ook de capaciteit is
verlaagd. Ook de opmerking van Tesla dat door de update het gebruik van de reeds gedegradeerde delen van de batterij worden vermeden, duidt daar niet op. De door eisers overgelegde screenshots van een video (productie 13) ten aanzien van het bereik van de auto met en volle batterij leiden ten slotte evenmin tot en andere conclusie (bij benadering 250 km). Die test is namelijk gedaan bij een veel hogere kilometerstand dan de auto’s hadden gereden ten tijde van de hier besproken update in 2016 (op één van de tellers staat 326.235 km). Verder is door Tesla onbetwist gesteld dat het bereik van de auto met een volle batterij afhankelijk is van vele factoren, waaronder het moment van het opladen van de batterij en of er één lange rit is gemaakt of allerlei kleine ritjes. Die gegevens zijn niet bekend.