Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- een MDMA-gehalte van 150 microgram per liter bloed (de grenswaarde bij combinatiegebruik (alcohol en drugs) ligt op 25 microgram per liter bloed);
5.BEWEZENVERKLARING
op 13 januari 2019 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende over de voor het openbaar verkeer openstaande weg, te weten de Straatweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend,
- na voorafgaand gebruik van alcohol en
- terwijl hij onder invloed verkeerde van harddrugs (MDMA) en softdrugs (cannabis) en
- de controle over zijn, verdachtes, voertuig te verliezen, en
- vervolgens links van de rijbaan de berm in te rijden en daardoor in de naast de weg gelegen sloot is geraakt, waardoor een ander, te weten [slachtoffer] , werd gedood, terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8 derde lid van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 8 vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994;
op 13 januari 2019 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, een voertuig, te weten een personenauto heeft bestuurd, na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten THC, in combinatie met een andere van deze aangewezen stoffen, te weten MDMA, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 het gehalte in zijn bloed van de bij die stof vermelde meetbare stoffen 4,4 microgram THC per liter bloed bedroeg en terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 het gehalte in zijn bloed van de bij die stof vermelde meetbare stof 150 microgram MDMA per liter bloed bedroeg, zijnde telkens hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde;
op 13 januari 2019 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, als bestuurder van een motorrijtuig, personenauto, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 0,95 milligram, in elk geval hoger dan 0,2 milligram, alcohol per milliliter bloed bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en nog geen vijf jaren waren verstreken sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven, zijnde een datum waarop hij de leeftijd van 18 jaar had bereikt.
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJEN
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
een gevangenisstraf van 8 (acht) maanden;
ontzegtverdachte ter zake van het bewezen verklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
3 (drie) jaren;
- wijst de vordering van [benadeelde 2] toe, te weten een bedrag van € 20.640,- (bestaande uit € 640,- materiële schade en € 20.000,- immateriële schade);
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 januari 2019 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat € 20.640,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 januari 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 30 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 1] toe, te weten een bedrag van € 17.500,- (geheel bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 januari 2019 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 17.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 januari 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 30 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
.
hij, op of omstreeks 13 januari 2019, te Maarssen, gemeente Stichtse
Vecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, als
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig
(personenauto), daarmee rijdende over de voor het openbaar verkeer
openstaande weg, te weten de Straatweg, zich zodanig heeft gedragen
dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden
door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- na voorafgaand gebruik van alcohol en/of
- terwijl hij onder invloed verkeerde van (een aanzienlijke hoeveelheid)
harddrugs (MDMA) en/of softdrugs (cannabis) en/of
- de controle over zijn, verdachtes, voertuig te verliezen, althans zijn,
verdachtes, voertuig niet, althans niet voldoende, voortdurend onder
controle te houden en/of
- (vervolgens) links van de rijbaan de berm in te rijden en/of
(daardoor) ondersteboven in de naast de weg gelegen sloot, althans in
het water is geraakt, waardoor een ander, te weten [slachtoffer] , werd
gedood,
terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8
derde lid van de Wegenverkeerswet 1994 en/of artikel 8 vijfde lid van de
Wegenverkeerswet 1994;
voor zover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven,
geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
ahf/ond b Wegenverkeerswet 1994, art 8 lid 2 ahf/ond a
Wegenverkeerswet 1994, art 8 lid 2 ahf/ond b Wegenverkeerswet 1994 )
mocht of zou kunnen leiden:
Vecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, als bestuurder
van een motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende over de voor het
openbaar verkeer openstaande weg, te weten de Straatweg,
- na voorafgaand gebruik van alcohol en/of
- terwijl hij onder invloed verkeerde van (een aanzienlijke hoeveelheid)
harddrugs (MDMA) en/of softdrugs (cannabis) en/of
- de controle over zijn, verdachtes, voertuig heeft verloren, althans zijn,
verdachtes, voertuig niet, althans niet voldoende, voortdurend onder
controle heeft gehouden en/of
- (vervolgens) links van de rijbaan de berm in is gereden en/of
(daardoor) ondersteboven in de naast de weg gelegen sloot, althans in
het water is geraakt, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op
die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het
verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
( art 5 Wegenverkeerswet 1994 )
hij, op of omstreeks 13 januari 2019, te Maarssen, gemeente Stichtse
Vecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, een voertuig,
te weten een personenauto heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen
besturen, na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit
alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als
bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten
THC, in combinatie met een of meer ander(e)(n) van deze aangewezen
stoffen, te weten MDMA, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van
artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen 4,4 microgram
THC per liter bloed en/of 150 microgram MDMA per liter bloed
bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het
genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde;
( art 8 lid 5 Wegenverkeerswet 1994 )
hij, op of omstreeks 13 januari 2019, te Maarssen, gemeente Stichtse
Vecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, als bestuurder
van een motorrijtuig, personenauto, dit motorrijtuig heeft bestuurd na
zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in
zijn bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef
en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 0,95 milligram, in elk geval
hoger dan 0,2 milligram, alcohol per milliliter bloed bleek te zijn, terwijl
voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en nog
geen vijf jaren waren verstreken sedert de datum waarop aan hem voor
de eerste maal een rijbewijs is afgegeven, zijnde een datum waarop hij
de leeftijd van 18 jaar had bereikt, dan wel zijnde een datum waarop hij
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en waarop hem voor het
eerst een rijbewijs van categorie B is afgegeven;
ahf/sub b onder 3° Wegenverkeerswet 1994 )