ECLI:NL:RBMNE:2020:2539
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake besluiten Werk en Inkomen Lekstroom
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 4 juni 2020 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen het besluit van het Dagelijks Bestuur Werk en Inkomen Lekstroom van 30 september 2019. Dit besluit verklaarde het bezwaar van eiseres tegen de besluiten van 15 augustus 2018 en 3 januari 2019 niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geoordeeld dat het bezwaarschrift te laat was ingediend, aangezien het uiterlijk op 15 februari 2019 ontvangen had moeten zijn, maar pas op 2 september 2019 door verweerder is ontvangen. Eiseres stelde dat zij het besluit van 3 januari 2019 pas op 26 augustus 2019 had ontvangen, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder het besluit tijdig had verzonden en dat eiseres niet voldoende had onderbouwd waarom zij niet in staat was om op tijd bezwaar in te dienen.
Daarnaast heeft de rechtbank overwogen dat er geen procesbelang was bij het bezwaar tegen het besluit van 15 augustus 2018, omdat dit enkel een aflossingsverplichting vaststelde en niet leidde tot een terugvordering. Eiseres betoogde dat zij wel procesbelang had, maar de rechtbank volgde deze redenering niet. De rechtbank concludeerde dat het bezwaar tegen de besluiten van 15 augustus 2018 en 3 januari 2019 terecht niet-ontvankelijk was verklaard, en verklaarde het beroep van eiseres kennelijk ongegrond. Eiseres kreeg geen gelijk en er werd geen vergoeding van proceskosten toegekend.
De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, in aanwezigheid van O.G.J. Stroek, griffier. Vanwege coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is.