Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 juni 2020 in de zaak tussen
Stichting Humanitas Huisvesting, te Rotterdam, eiseres
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Inleiding
Procesbelang
Weigering op grond van artikel 111, vijfde lid, van het Btiv
Weigering op grond van artikel 112, eerste lid, aanhef en onder a, van het Btiv
“In lijn met de aanbeveling van de PEW [3] om «van faillissement van corporaties een reële optie te maken» is de mogelijkheid van een faillissement opgenomen in de Herzieningswet. Het WSW [opmerking rechtbank: in haar rol als gemandateerd saneerder] kan derhalve besluiten niet te saneren. De betreffende corporatie zal dan failliet gaan. In dat geval zullen de financiers van geborgde leningen aanspraak kunnen doen op het WSW, terwijl financiers van ongeborgde leningen het risico lopen (een deel van) lening te moeten afschrijven, afhankelijk van de waarde van het onderpand. Daarnaast schrijft de wet voor dat de sanering is gericht op voortzetting van de DAEB-activiteiten in plaats van op de woningcorporatie zelf. Beide aspecten voorzien in een sterke prikkel om scherper te kijken naar de financiering, zowel aan de kant van corporaties als aan de kant van financiële instellingen.
[…]
Gegeven het privaatrechtelijke karakter van het WSW voorzie ik met de Herzieningswet waarin de verplichte sanering niet meer is opgenomen, juist een verbetering van het stelsel omdat het in de toekomst vaker zal kunnen voorkomen dat een corporatie niet gesaneerd wordt, maar er juist aanspraak zal komen op de borgingsvoorziening en het WSW daarmee ook risico loopt op zijn eigen vermogen. Ik wil graag eerst de ervaringen met deze aanpassingen binnen het stelsel opdoen, alvorens een fundamentele herziening te overwegen.”
Het betoog van eiseres slaagt niet.
Conclusie
Beslissing
Rechtsmiddel
[…]
c. de uitkomsten van overleg met personen en instanties die betrokken zijn bij de financiering of de werkzaamheden van de toegelaten instelling over het door hen financieel bijdragen aan de uitvoering van het saneringsplan en