ECLI:NL:RBMNE:2020:2477
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen onduidelijkheid kenmerk in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 april 2020 uitspraak gedaan op het verzet van [opposante] B.V. tegen een eerdere uitspraak van 2 juli 2019, waarin het beroep van opposante niet-ontvankelijk werd verklaard wegens het niet tijdig betalen van het griffierecht. De zitting voor het verzet vond plaats op 21 januari 2020, waarbij de gemachtigde van opposante aanwezig was, maar de heffingsambtenaar niet. Opposante betwistte de eerdere uitspraak en stelde dat er onduidelijkheid bestond over het zaaknummer en de bijbehorende documenten. De rechtbank oordeelde dat de eerdere uitspraak terecht was, omdat er geen twijfel bestond over de uitkomst van de zaak en dat de rechtbank geen zitting hoefde te houden. De rechtbank wees erop dat het aan opposante is om een goede administratie bij te houden en dat de rechtbank niet verplicht is om het aanslagnummer als kenmerk te vermelden. Bovendien werd het verzoek om immateriële schadevergoeding afgewezen, omdat de uitspraak binnen de redelijke termijn was gedaan. De rechtbank verklaarde het verzet ongegrond en handhaafde de eerdere uitspraak.