ECLI:NL:RBMNE:2020:236
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek in strafzaak met betrekking tot voorwaardelijke invrijheidstelling
Op 24 januari 2020 heeft de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van de Rechtbank Midden-Nederland te Lelystad een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van mr. Y. Bouchikhi, advocaat van verzoeker. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een zitting op 15 november 2019, waar verzoeker betrokken was in een strafzaak met V.I. nummer 99/000907-43. Tijdens deze zitting had verzoeker gevraagd om aanhouding van de behandeling van de vordering van de officier van justitie tot afstel van de voorwaardelijke invrijheidstelling, omdat hij in voorlopige hechtenis verbleef en er ernstige bezwaren waren in een andere strafzaak. De rechtbank had de beslissing op het aanhoudingsverzoek aangehouden voor twee weken, wat verzoeker deed vrezen voor objectieve en subjectieve vooringenomenheid van de rechters. De gewraakte rechters, mrs. V.M.A. Sinnige, R. Veldhuisen en H.B.W. Beekman, waren niet verschenen op de zitting van 10 januari 2020 waar het wrakingsverzoek werd behandeld. De wrakingskamer oordeelde dat de bezwaren van verzoeker niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid. De beslissing om niet direct te beslissen op het aanhoudingsverzoek werd gezien als een procesbeslissing en niet als een blijk van vooringenomenheid. De wrakingskamer verklaarde het verzoek ongegrond en droeg de griffier op om de beslissing aan alle betrokkenen toe te zenden. De procedure van verzoeker met V.I. nummer 99-000907-43 dient voortgezet te worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing.