ECLI:NL:RBMNE:2020:2046
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter en wrakingskamer in civiele procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland op 2 juni 2020 een wrakingsverzoek behandeld dat was ingediend door verzoeker tegen mr. G.L.M. Urbanus, de behandelend rechter in een eerdere civiele procedure. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de gang van zaken tijdens een zitting op 6 maart 2020, waar verzoeker zich benadeeld voelde door de rechterlijke behandeling. Verzoeker stelde dat de rechter partijdig was en hem het woord ontnam, en dat er geen aandacht was voor zijn argumenten met betrekking tot de gezinsvoogd en de Raad voor de Kinderbescherming. Het verzoek tot wraking werd echter te laat ingediend, waardoor de wrakingskamer verzoeker niet-ontvankelijk verklaarde. Daarnaast werd het verzoek tot wraking van de wrakingskamer zelf buiten behandeling gelaten, omdat het verzoek als evident misbruik van recht werd beschouwd. De wrakingskamer benadrukte het belang van het beginsel van hoor en wederhoor en dat een wrakingsverzoek tijdig moet worden ingediend. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.