Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
primair), dan wel in die periode lichtkoepels van voornoemde bedrijven heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt of weggemaakt (
subsidiair).
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
gevangenisstrafvoor de duur van
acht maandenop. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij deze straf heeft bepaald.
- de verdachte is afkomstig uit het buitenland en heeft geen enkele binding met Nederland;
- de inbraak is gepleegd in georganiseerd verband;
- de inbraak is zorgvuldig voorbereid en op professionele wijze uitgevoerd;
- de buit betrof eenvoudig verhandelbare goederen die (redelijkerwijs) niet bestemd waren voor eigen gebruik.
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
10.BESLISSING
- verklaart het onder feit 1 en feit 2 subsidiair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht op de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.