ECLI:NL:RBMNE:2020:1945

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 mei 2020
Publicatiedatum
26 mei 2020
Zaaknummer
16-021992-20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mobiel banditisme: inbraak en diefstal van laptops in Nieuwegein

Op 26 mei 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een inbraak bij de iUsed Store in Nieuwegein. De verdachte, geboren in Roemenië en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd beschuldigd van het in groepsverband stelen van 100 Apple MacBooks en 26 opladers. De rechtbank oordeelde dat de inbraak zorgvuldig was voorbereid en professioneel was uitgevoerd, wat duidt op mobiel banditisme. De verdachte en zijn mededaders gebruikten een ladder, handschoenen en inbrekerswerktuigen om toegang te krijgen tot het dak van het bedrijfspand. De buit had een waarde van €65.000. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van acht maanden op, waarbij werd benadrukt dat dit soort criminaliteit niet wordt getolereerd en dat er een sterk signaal moest worden afgegeven aan daders die naar Nederland komen om vermogensdelicten te plegen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een poging tot inbraak bij andere bedrijven, omdat er onvoldoende bewijs was voor de intentie om deze inbraken te plegen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-021992-20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 26 mei 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1988] in [geboorteplaats] (Roemenië),
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
nu gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

De rechtszaak tegen verdachte heeft in het openbaar plaatsgevonden op de zitting van 12 mei 2020. Verdachte was bij deze zitting aanwezig, waardoor juridisch gezien sprake is van een vonnis op tegenspraak.
De rechtbank heeft tijdens de zitting gesproken met en geluisterd naar de standpunten van verdachte zelf, zijn advocaat mr. A. Petrescu en de officier van justitie mr. I.M.F. Graumans.

2.TENLASTELEGGING

De officier van justitie verdenkt verdachte ervan dat hij betrokken is geweest bij meerdere strafbare feiten. Deze verdenkingen staan beschreven in de tenlastelegging, die als bijlage is opgenomen in dit vonnis.
Kort gezegd verdenkt de officier van justitie verdachte ervan dat hij:
samen met anderen tussen 23 januari 2020 en 24 januari 2020 heeft ingebroken bij iUsed Store in Nieuwegein, waarbij verdachte en zijn mededaders laptops en USB-kabels hebben weggenomen;
samen met anderen tussen 23 januari 2020 en 24 januari 2020 heeft geprobeerd in te breken bij DV&O (DJI), Proactief Performance Solutions B.V. en/of Maatschap Rijp in Nieuwegein (
primair), dan wel in die periode lichtkoepels van voornoemde bedrijven heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt of weggemaakt (
subsidiair).

3.VOORVRAGEN

Voordat de rechtbank een inhoudelijke beslissing kan nemen in de zaak tegen verdachte, moet zij eerst kijken of aan de in de wet gestelde voorvragen is voldaan. Dat is het geval: de dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd om deze zaak te beoordelen, de officier van justitie mag verdachte vervolgen en er zijn geen redenen om de vervolging uit te stellen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat allebei de feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Met betrekking tot feit 1 heeft de officier van justitie gewezen op de omstandigheden waarin verdachte is aangetroffen en de onderlinge contacten tussen verdachte en de medeverdachten in deze zaak. De verklaring die verdachte heeft gegeven voor zijn aanwezigheid in de auto is volgens de officier volstrekt ongeloofwaardig en wordt bovendien weersproken door de camerabeelden. Tezamen brengen voornoemde feiten en omstandigheden de officier van justitie tot de conclusie dat verdachte een van de inbrekers is. Over feit 2 heeft de officier van justitie opgemerkt dat de bedrijven die aangifte hebben gedaan dichtbij iUsed Store – de aangever van feit 1 – zijn gevestigd. Bij die bedrijven is net als bij de iUsed Store de lichtkoepel op het dak opengeknipt in dezelfde nacht als waarin de daders bij iUsed Store hebben ingebroken. Het primair onder feit 2 ten laste gelegde (poging diefstal) kan daarom volgens de officier van justitie ook wettig en overtuigend worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de advocaat
De advocaat heeft vrijspraak gevraagd van beide feiten. De advocaat heeft erop gewezen dat verdachte van meet af aan een duidelijke verklaring heeft afgelegd over zijn aanwezigheid in de auto. Voor zover desondanks zou worden geoordeeld dat verdachte betrokken is geweest bij de inbraak, heeft de advocaat aangevoerd dat hij enkel optrad als bestuurder van de auto. Hij kan daarom volgens de advocaat niet als medepleger van de inbraak worden aangemerkt.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
De bewijsstukken
Op 24 januari 2020 heeft de heer [aangever] namens iUsed Store aangifte gedaan van diefstal. Op 28 januari 2020 heeft de heer [aangever] zijn aangifte nader aangevuld. In de aangifte en de aanvulling daarop heeft de heer [aangever] verklaard dat in de periode gelegen tussen donderdag 23 januari 2020, 17:30 uur en vrijdag 24 januari, 03:30 uur, een inbraak heeft plaatsgevonden in het bedrijfspand van iUsed Store gelegen aan de Ravenswade 150C te Nieuwegein. Bij die inbraak zijn volgens aangever 100 laptops en 26 opladers gestolen met een gezamenlijke inkoopwaarde van € 65.000. Verder heeft de heer [aangever] verklaard dat hij bij aankomst op vrijdag 24 januari 2020 heeft gezien dat er twee gaten in het dak van het bedrijfspand zaten. [2]
Daarnaast is er op 24 januari 2020 aangifte gedaan van poging tot diefstal door Maatschap Rijp en door Dienst Vervoer en Ondersteuning van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Namens Maatschap Rijp heeft de heer [getuige 1] verklaard dat hij op 24 januari 2020 schade heeft geconstateerd aan het dak van het bedrijfspand van Maatschap Rijp, gelegen naast het pand van iUsed Store aan de Ravenswade 150D. [3] De heer [getuige 2] heeft namens Dienst Vervoer en Ondersteuning verklaard dat het dak van het bedrijfspand aan de Ravenswade 150A is beschadigd. Op een door [getuige 2] bijgevoegde foto is te zien dat een lichtkoepel op het dak is opengeknipt. [4]
Door verbalisant [verbalisant 1] van de politie Midden-Nederland is op 24 januari 2020 een forensisch onderzoek verricht bij het pand gelegen aan de Ravenswade 150. Verbalisant [verbalisant 1] heeft geconstateerd dat de daders met behulp van een schuifladder het platte dak van het bedrijvenpand zijn opgeklommen. Op het platte dak hebben de daders bij (ten minste) vier lichtkoepels een kunststof dakpaneel opengeknipt. Dit is volgens [verbalisant 1] kennelijk gedaan zodat de daders konden bepalen waar zij zich bevonden ten opzichte van het beoogde doel, te weten het bedrijfspand van iUsed Store. Verder heeft [verbalisant 1] geconstateerd dat de daders boven het magazijn van iUsed Store een gat in het dak hebben gemaakt door eerst een stuk van de bitumen dakbedekking los te snijden, daarna de glaswolisolatie te verwijderen en ten slotte een gat te knippen in de dubbellaags metalen damwandbeplating. Dit laatste is volgens [verbalisant 1] zeer waarschijnlijk gebeurd met behulp van een blikschaar. [5]
Op 24 januari 2020 en 28 januari 2020 heeft mevrouw [getuige 3] een verklaring afgelegd bij de politie. Mevrouw [getuige 3] was in de nacht van 24 januari 2020 werkzaam als beveiliger bij de penitentiaire inrichting aan de Liesbosch 100 te Nieuwegein. Omstreeks 02:30 uur was mevrouw [getuige 3] bezig met het uitkijken van de camerabeelden, toen zij aan de achterzijde van de penitentiaire inrichting een auto aan zag komen rijden. De achterzijde van de penitentiaire inrichting kijkt uit op de Ringwade en het bedrijfsgebouw gelegen aan de Ravenswade 150. Mevrouw [getuige 3] zag dat de auto parkeerde naast het bedrijfsgebouw, waar ook twee witte vrachtwagens geparkeerd stonden. Vervolgens kwamen vier mannen tussen de geparkeerde vrachtwagens tevoorschijn. Drie van de mannen sjouwden volgens mevrouw [getuige 3] met tassen of vuilniszakken en begonnen dingen in te laden in de auto, terwijl de andere man om zich heen keek en voor de rest niets deed. Op een gegeven moment reed de auto weg, zonder de vier mannen. De mannen bleven in eerste instantie staan bij de geparkeerde vrachtwagens, maar renden daarna plotseling weg in de richting van het Liesboschpad. Dit was kort voordat de politie arriveerde. [6]
Verbalisant [verbalisant 2] heeft de camerabeelden ook uitgekeken. Hij relateert dat om 2:36:59 uur een auto komt aanrijden, waarna 4 mannen tevoorschijn komen tussen de geparkeerde vrachtauto’s, die tassen sjouwen en in deze auto leggen. De verbalisant relateert onder vermelding van tijdstip 2:44:01 uur dat, nadat de auto is weggereden, vier mannen tussen de vrachtauto’s staan wachten. Om 2:45:27 uur renden de vier mannen weg, waarna anderhalve minuut later de politie ter plaatse kwam. [7]
Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 5] zijn op vrijdag 24 januari 2020 om circa 02:35 uur met hun dienstvoertuig over de Winthonlaan richting de penitentiaire inrichting Nieuwegein gereden. Zij zagen op een gegeven moment dat een personenauto hen tegemoet kwam rijden over de Liesbosch in de richting van de Winthonlaan. De bestuurder van deze personenauto is door verbalisanten staande gehouden. De auto, een zwarte Volkswagen Sharan met Engels kenteken, bevond zich op dat moment op ongeveer 500 meter afstand van het bedrijfspand van iUsed Store. In de auto bleek verdachte te zitten. Verder zagen de verbalisanten een groot aantal laptops in de auto liggen. Ook zagen de verbalisanten een tas in de auto liggen met verschillende gereedschappen erin. Verdachte is daarop door de verbalisanten aangehouden omstreeks 02:41 uur. [8]
Na inventarisatie door de politie bleken in de kofferbak van voornoemde personenauto 100 Apple Macbooks te liggen en 26 Apple opladers. [9] Verbalisant [verbalisant 6] maakt uit gegevens van de administratie van iUsed Store en overleg met de heer [aangever] op dat al deze goederen toebehoorden aan iUsed Store. [10]
Verbalisant [verbalisant 7] is op vrijdag 24 januari 2020 om circa 02:35 uur eveneens richting de penitentiaire inrichting te Nieuwegein gezonden. Hij hoorde dat er 2 personen wegrenden over de Ringwade te Nieuwegein, in de richting van de Mercedes dealer Stern en de rijksweg A12. Hij heeft positie ingenomen op de Verlengde Hoogravenseweg, ter hoogte van een voetpad dat parallel aan de rijksweg A12 loopt. Op een afstand van hemelsbreed circa 500 meter van de penitentiaire inrichting zag [verbalisant 7] vervolgens twee mannen uit de bosjes langs de A12 komen rennen. Verbalisant [verbalisant 7] heeft beide mannen aangeroepen en heeft de achtervolging ingezet. Uiteindelijk wist [verbalisant 7] een van de mannen aan te houden. Deze man bleek te zijn: [medeverdachte 1] , geboren op [1991] te [geboorteplaats] (Roemenië). [11]
Verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] bevonden zich op 24 januari 2020 om circa 03:00 uur op een (afgesloten) bouwterrein van Holland Casino. Op het bouwterrein, aan de zijde van de rijksweg A12, zagen zij bovenaan een doodlopende trap een man liggen. Deze man lag verscholen op een betonplaat. Nadat [verbalisant 7] te kennen gaf dat hij er honderd procent
zeker van was dat dit de verdachte was die hij achtervolgd had, hebben [verbalisant 8] en [verbalisant 9] de man aangehouden. Deze man bleek te zijn: [medeverdachte 2] , geboren op [1975] . [verbalisant 8] heeft vervolgens de plek geïnspecteerd waar verdachte op de grond lag. Achter een houten plank trof [verbalisant 8] een telefoon aan. De behuizing van de telefoon was opengemaakt en de simkaart was verwijderd. [12]
De politie heeft vervolgens gecontroleerd of verdachte en de twee andere aangehouden mannen in de politiesystemen voorkwamen. Hieruit kwam naar voren dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 23 januari 2020 om 15:18 uur zijn gecontroleerd aan de Reedijk in Heinenoord. Zij zaten op dat moment in een grijze BMW 330D, samen met een derde man genaamd [A] . [13]
Daarnaast heeft de politie informatie ontvangen van de Franse instanties dat verdachte en [medeverdachte 2] samen zijn gecontroleerd op 14 januari 2020 om 07:20 uur in Hongarije. Zij zaten op dat moment samen in een auto met een derde man genaamd [B] en gaven aan op weg te zijn naar Duitsland. [14]
Verbalisant [verbalisant 10] heeft op 24 januari 2020 een forensisch onderzoek verricht aan en in de hiervoor genoemde zwarte Volkswagen Shuran met Engels kenteken. In de auto trof [verbalisant 10] diverse gereedschappen en (andere) voorwerpen aan, waaronder een blikschaar, een combinatietang, een zijkniptang, een moker, een boutenschaar, een rol blauw touw en diverse handschoenen. Verder heeft [verbalisant 10] (onder meer) de verstelknop van de rugleuning van de bijrijdersstoel bemonsterd op DNA en veiliggesteld onder SIN-nummer AANE4520NL. [15]
Voornoemd DNA-monster is door het Nederlands Forensisch Instituut (het ‘NFI’) onderzocht. In een rapport van 13 maart 2020 schrijft het NFI dat zij uit het DNA-monster een DNA-hoofdprofiel heeft afgeleid. Dit DNA-hoofdprofiel komt overeen met het DNA-profiel van medeverdachte [medeverdachte 1] , zo blijkt uit het rapport. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig persoon overeenkomt met het DNA-hoofdprofiel uit de bemonstering, de zogeheten matchkans, is volgens het NFI kleiner dan één op een miljard. [16]
De interpretatie van de bewijsstukken
Feit 1 – diefstal iUsed Store
Uit de hiervoor genoemde bewijsstukken blijkt in de eerste plaats dat verdachte kort na de inbraak is aangehouden in een auto met daarin de gestolen buit en diverse inbrekerswerktuigen. De auto bevond zich op dat moment op circa 500 meter afstand van het bedrijfspand van iUsed Store. Verder blijkt dat verdachte en [medeverdachte 2] 10 dagen voor de inbraak samen zijn gesignaleerd in Hongarije, terwijl [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] de dag voor de inbraak samen zijn gesignaleerd in Heinenoord. Ook is in de auto die door [verdachte] werd bestuurd een DNA-spoor aangetroffen dat – gelet op de bevindingen van het NFI – naar het oordeel van de rechtbank afkomstig is van [medeverdachte 1] .
De omstandigheden waarin verdachte kort na de inbraak is aangetroffen en de onderlinge connecties tussen verdachte en medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , duiden op betrokkenheid van verdachte bij de inbraak. Verdachte heeft in dit verband verklaard dat hij in de buurt op straat rondzwierf en dat hij een auto zag staan met de sleutel er nog in. Er zou verder niemand bij de auto zijn geweest. Hij zou vervolgens in de auto zijn gestapt, een sigaret hebben gerookt en daarna zijn gaan rijden om warm te worden. Dit door verdachte geschetste scenario wordt weersproken door de bewijsmiddelen. Uit het proces-verbaal van de camerabeelden blijkt immers dat de auto vanaf 2.37 uur bij de plek van de inbraak stond en in ieder geval voor 2.44 uur is weggereden, terwijl verdachte omstreeks 2.41 uur in de auto is aangetroffen. Voor de door verdachte geschetste gang van zaken was aldus geen tijd. Los daarvan acht de rechtbank deze gang van zaken ook volstrekt ongeloofwaardig.
Mede in aanmerking genomen dat verdachte geen aannemelijke, andersluidende verklaring heeft gegeven, brengen voornoemde feiten en omstandigheden naar het oordeel van de rechtbank mee dat verdachte en zijn mededaders de inbraak in nauwe en bewuste samenwerking hebben gepleegd (vgl. ECLI:NL:HR:2018:487). De inbraak lijkt zorgvuldig te zijn voorbereid en is professioneel uitgevoerd, getuige de manier waarop de daders het bedrijfspand zijn binnengedrongen en de laptops en opladers buit hebben gemaakt. Deze handelwijze duidt op een vooropgezet plan om in te breken. Gelet op het feit dat verdachte en [medeverdachte 2] samen zijn gesignaleerd voorafgaand aan de inbraak en het DNA van [medeverdachte 1] is aangetroffen in de auto waar [verdachte] in reed, gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte ook bij de planvorming betrokken was. Voorts blijkt verdachte een belangrijke rol te hebben gehad in de gezamenlijke uitvoering van het plan. De vier mannen hebben de gestolen buit in de auto geladen. Verdachte is vervolgens als bestuurder en enig inzittende van de auto weggereden, waarbij hij als enige de beschikking had over de aanzienlijke buit en het veiligstellen daarvan van hem afhankelijk was. De bijdrage van verdachte aan de diefstal is daarmee naar het oordeel van de rechtbank van voldoende gewicht om hem als medepleger te kunnen aanduiden.
Feit 2 – poging diefstal Dienst Vervoer & Ondersteuning en Proactief Performance Solutions/Maatschap Rijp dan wel vernieling/beschadiging lichtkoepels
De rechtbank acht onvoldoende wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en zijn mededaders hebben geprobeerd om ook in te breken bij de Dienst Vervoer & Ondersteuning van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en bij Proactief Performance Solutions B.V./Maatschap Rijp. Uit het dossier blijkt alleen dat de lichtkoepels op het dak van voornoemde ondernemingen zijn openknipt. Het dossier bevat verder geen aanknopingspunten waaruit blijkt dat de daders voornemens waren om bij deze ondernemingen in te breken. Gelet op de zorgvuldige en professionele wijze waarop de daders te werk zijn gegaan, acht de rechtbank aannemelijk dat de daders de lichtkoepels enkel hebben opengeknipt om vast te stellen waar zij zich bevonden ten opzichte van de beoogde buit van iUsed Store. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het primair onder feit 2 ten laste gelegde.
De rechtbank acht wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en zijn mededaders voornoemde lichtkoepels hebben beschadigd door het kunststof paneel open te knippen. De lichtkoepels zijn in dezelfde nacht en op dezelfde wijze opengeknipt als de lichtkoepel boven het pand van iUsed Store. De rechtbank neemt dan ook aan dat dit is gedaan door de daders van de inbraak bij iUsed Store. Op grond van de feiten en omstandigheden als hierboven bij feit 1 genoemd, komt de rechtbank tot het oordeel dat de lichtkoepels door verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met zijn mededaders zijn opengeknipt.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
in de periode van 23 januari 2020 tot en met 24 januari 2020 te Nieuwegein tezamen en in vereniging met anderen 100 laptops (Apple Macbook) en 26 USB-kabels die toebehoorden aan iUsed Store heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
in de periode van 23 januari 2020 tot en met 24 januari 2020 te Nieuwegein tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk en wederrechtelijk lichtkoepels die aan DV&O (DJI) en Maatschap Rijp toebehoorden, heeft beschadigd.
Verdachte wordt vrijgesproken van alles wat meer of anders ten laste is gelegd dan wat hierboven is bewezen. De rechtbank heeft taal- en spelfouten in de tenlastelegging verbeterd. Dat is volgens de rechtbank niet nadelig voor verdachte.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Gedragingen zijn volgens de wet alleen strafbaar als er geen rechtvaardigingsgrond voor die gedragingen bestaat. Als een dader zich kan beroepen op zo’n rechtvaardigingsgrond is zijn gedrag niet in strijd met het recht. Er is niet gebleken dat er zo’n rechtvaardigingsgrond voor het door verdachte gepleegde feit bestond. Het door verdachte gepleegde feit is dus strafbaar.
De wet noemt het door verdachte gepleegde feit:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Verdachten zijn volgens de wet alleen strafbaar als zij geen beroep kunnen doen op een schulduitsluitingsgrond. Als een verdachte zich kan beroepen op een schulduitsluitingsgrond is zijn gedrag niet verwijtbaar. Er is niet gebleken dat verdachte een beroep kon doen op zo’n schulduitsluitingsgrond. Verdachte is dus strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vindt de feiten die verdachte heeft gepleegd zeer ernstig. De inbraak bij iUsed Store heeft veel schade veroorzaakt. Daarbij hebben verdachte en zijn mededaders ook schade aangericht aan omliggende bedrijven. De buit was daarnaast enorm en had volgens de officier van justitie nog groter kunnen zijn indien de politie niet op tijd was gearriveerd. De officier van justitie vindt het bovendien kwalijk dat de inbraak uitgebreid georganiseerd was. Volgens haar is er sprake van mobiel banditisme, aangezien verdachte en zijn mededaders enkel met het doel om strafbare feiten te plegen naar Nederland zijn gekomen. De officier van justitie vordert dat verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met aftrek van de tijd die verdachte al in voorarrest heeft gezeten.
8.2
Het standpunt van de advocaat
De advocaat van verdachte heeft – voor zover de rechtbank verdachte niet zou vrijspreken – verzocht geen langere gevangenisstraf op te leggen dan de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht, met daarnaast eventueel een voorwaardelijke gevangenisstraf. Volgens de advocaat is er geen sprake van mobiel banditisme. De advocaat heeft tevens ter zitting verzocht om de voorlopige hechtenis van verdachte op te heffen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft goed nagedacht over de vraag welke straf en/of maatregel in de zaak van verdachte passend zou zijn. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de strafbare feiten, de omstandigheden waaronder verdachte die feiten heeft gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De rechtbank heeft ook gekeken naar straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.
De rechtbank legt aan verdachte een
gevangenisstrafvoor de duur van
acht maandenop. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij deze straf heeft bepaald.
8.3.1
De ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd
Verdachte heeft samen met anderen ingebroken bij iUsed Store en daarnaast meerdere lichtkoepels van omliggende bedrijven beschadigd. Verdachte en zijn mededaders zijn daarbij doordacht te werk gegaan. Zij hadden een (zeer hoge) ladder, handschoenen, zaklampen en verschillende inbrekerswerktuigen bij zich. Zij hebben verschillende lichtkoepels opengesneden om te bepalen waar zij naar binnen moesten gaan. Vervolgens hebben zij op vakkundige wijze een gat gemaakt in het dak van het pand van de iUsed Store, waarna zij de lading laptops en opladers 11 meter naar boven hebben gehesen. De inbraak was dus goed georganiseerd en zorgvuldig voorbereid. De buit die zij hebben meegenomen, honderd laptops en 26 USB-kabels, had een inkoopwaarde van 65.000,- euro.
Het gedrag van verdachte heeft veel schade veroorzaakt voor iUsed Store, DV&O en Maatschap Rijp. Daarnaast zorgen feiten als deze ook voor onrust en een gevoel van onveiligheid in de samenleving. Tot slot heeft verdachte geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn gedrag. De rechtbank neemt verdachte dit alles zeer kwalijk.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat hier sprake is van een vorm van zogenoemd mobiel banditisme. Dat is een vorm van criminaliteit waarbij internationaal rondtrekkende dadergroepen zich schuldig maken aan verschillende vermogensdelicten. De rechtbank baseert haar oordeel dat sprake is van mobiel banditisme op de volgende omstandigheden:
  • de verdachte is afkomstig uit het buitenland en heeft geen enkele binding met Nederland;
  • de inbraak is gepleegd in georganiseerd verband;
  • de inbraak is zorgvuldig voorbereid en op professionele wijze uitgevoerd;
  • de buit betrof eenvoudig verhandelbare goederen die (redelijkerwijs) niet bestemd waren voor eigen gebruik.
Het feit dat sprake is van mobiel banditisme vindt de rechtbank een strafverzwarende omstandigheid.
8.3.2
De persoonlijke omstandigheden van verdachte
Uit de internationale justitiële documentatie (het ‘strafblad’) van verdachte blijkt dat verdachte niet eerder bij de strafrechter is geweest.
8.3.3
Conclusie
Met de officier van justitie, en vanuit het belang van de generale en de speciale preventie, is de rechtbank van oordeel dat als reactie op mobiel banditisme een forse gevangenisstraf een gerechtvaardigd uitgangspunt is. Aan dit soort daders, die kennelijk alleen naar Nederland afreizen om hier vermogensdelicten te plegen, dient een sterk signaal te worden afgegeven dat dit soort criminaliteit niet wordt getolereerd. Bij het bepalen van de straf betrekt de rechtbank daarnaast de hoeveelheid en de economische waarde van de gestolen goederen en de schade die is toegebracht door verdachte en zijn mededaders. Alles overwegend acht de rechtbank de gevangenisstraf zoals hiervoor genoemd passend en geboden. De rechtbank legt een hogere straf op dan door de officier van justitie is geëist. De rechtbank kent namelijk meer gewicht toe aan de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd.
Aangezien de rechtbank aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf oplegt van acht maanden en verdachte tot aan de datum van dit vonnis 124 dagen in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal het verzoek van de advocaat tot opheffing van de voorlopige hechtenis worden afgewezen.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikel 57, 311 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 2 primair tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
  • verklaart het onder feit 1 en feit 2 subsidiair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht op de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Voorlopige hechtenis
- wijst af het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.F. Koenis, voorzitter, mrs. L.E. Verschoor-Bergsma en H.J. ter Meulen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F. Verkuijlen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 mei 2020.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 januari 2020 tot en met 24 januari 2020 te Nieuwegein, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, 100 laptops (Apple Macbook) en/of 26 USB-kabels, althans een grote hoeveelheid goederen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan Iused Store, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;

( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )

2. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 januari 2020 tot en met 24 januari 2020 te Nieuwegein, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in/uit een of meer bedrijfspand(en) (gelegen aan Ravenswade 150A en/of Ravenswade 150D) een of meer goed(eren), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan DV&O (DJI) en/of Proactief Performance Solutions B.V. en/of Maatschap Rijp, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek vanStrafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )

subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 januari 2020 tot en met 24 januari 2020 te Nieuwegein, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk een of meer lichtkoepel(s), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), te weten aan DV&O (DJI) en/of Proactief Performance Solutions B.V. en/of Maatschap Rijp toebehoorde, heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers zijn dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal dat werd gesloten op 17 april 2020, genummerd PL0900-2020027677, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 283. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van aangifte van 24 januari 2020, opgemaakt door [verbalisant 11] , p. 9-10, en proces-verbaal van verhoor aangever van 28 januari 2020, opgemaakt door [verbalisant 2] , p. 133-134.
3.Proces-verbaal van aangifte van 24 januari 2020, opgemaakt door [verbalisant 12] , p. 11-12.
4.Proces-verbaal van aangifte van 24 januari 2020, opgemaakt door [verbalisant 12] , p. 13-18.
5.Proces-verbaal van forensisch onderzoek bedrijf van 24 februari 2020, opgemaakt door [verbalisant 1] , p. 178-200.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige van 26 januari 2020, opgemaakt door [verbalisant 13] , p. 19-20, en poces-verbaal van verhoor getuige van 28 januari 2020, opgemaakt door [verbalisant 12] , p. 143-145.
7.Proces-verbaal van 28 januari 2020, opgemaakt door [verbalisant 2] , p. 150-153.
8.Proces-verbaal van bevindingen van 24 januari 2020, opgemaakt door [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , p. 21-26 en proces-verbaal van aanhouding, p. 65.
9.Proces-verbaal van bevindingen van 24 januari 2020, opgemaakt door [verbalisant 12] , [verbalisant 14] , en [verbalisant 15] , p. 44-48.
10.Proces-verbaal van bevindingen van 24 januari 2020, opgemaakt door [verbalisant 14] , p. 49-52.
11.Proces-verbaal van bevindingen van 24 januari 2020, opgemaakt door [verbalisant 7] , p. 33-35.
12.Proces-verbaal van bevindingen van 24 januari 2020, opgemaakt door [verbalisant 9] en [verbalisant 8] , p. 27-32.
13.Proces-verbaal van bevindingen van 25 januari 2020, opgemaakt door [verbalisant 15] , p. 54.
14.Proces-verbaal van bevindingen van 5 februari 2020, opgemaakt door [verbalisant 15] , p. 218.
15.Proces-verbaal van forensisch onderzoek vervoermiddel van 28 januari 2020, opgemaakt door [verbalisant 10] , p. 201-207.
16.Een geschrift, te weten een rapport van het NFI van 13 maart 2020, p. 255-260.