ECLI:NL:RBMNE:2020:1876

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 mei 2020
Publicatiedatum
18 mei 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 800
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 19 mei 2020, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker behandeld. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder, Meerinzicht, namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde, dat op 14 januari 2020 was genomen. Echter, verzoeker had het griffierecht van € 48,- niet betaald, wat volgens artikel 8:82, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een vereiste is voor het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat de zaak niet inhoudelijk kon worden behandeld door het niet betalen van het griffierecht. Verzoeker had in zijn verzoekschrift van 18 februari 2020 aangegeven dat hij het griffierecht niet kon betalen, maar de voorzieningenrechter had hem op 20 maart 2020 laten weten dat zijn verzoek om vrijstelling was afgewezen en dat hij het griffierecht voor 9 mei 2020 moest betalen. Aangezien het griffierecht niet was ontvangen en verzoeker geen geldige reden had gegeven voor deze situatie, werd het verzoek niet-ontvankelijk verklaard.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beslissing benadrukt dat verzoeker geen gelijk krijgt en dat er geen vergoeding van proceskosten zal worden toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/800

uitspraak van de voorzieningenrechter van 19 mei 2020 in de zaak tussen

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,

en
Meerinzicht (namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde), verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen het besluit van verweerder van 14 januari 2020. Tegen dit besluit heeft hij ook bezwaar gemaakt.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Verzoeker heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de voorzieningenrechter de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de voorzieningenrechter dat verder uit.
2. Iemand die om een voorlopige voorziening vraagt moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:82, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 48,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar verzoeker niets aan kan doen.
4. Verzoeker heeft in zijn verzoekschrift van 18 februari 2020 gevraagd of hij het griffierecht niet hoeft te betalen, omdat hij dit bedrag niet kan betalen. De voorzieningenrechter heeft verzoeker op 20 maart 2020 een brief gestuurd waarin staat dat zijn verzoek is afgewezen en dat hij het griffierecht wel moet betalen. Verzoeker moest dit doen voor 9 mei 2020.
5. De voorzieningenrechter heeft het bedrag niet ontvangen. Verzoeker heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het verzoek zal niet inhoudelijk worden behandeld en de voorzieningenrechter zal geen uitspraak over het verzoek doen. Het verzoek is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 van de Awb).
7. Verzoeker krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Y. Sneevliet, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. K.S. Smits, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 19 mei 2020.
De voorzieningenrechter is verhinderd
deze uitspraak te ondertekenen.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.