Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 april 2020 in de zaak tussen
[eiser] te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
de voorzitter is verhinderd deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een verzoek om vergoeding van planschade. Eiser, eigenaar van een woonhuis en ligplaats, had een verzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montfoort, omdat hij meende schade te lijden door het nieuwe bestemmingsplan ‘Buitengebied 2012’. Dit bestemmingsplan zou volgens eiser leiden tot het verlies van zijn recht op ligplaatsen voor woonschepen. Het college heeft het verzoek om planschade afgewezen, en dit besluit is door eiser bestreden in beroep.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college zich bij de afwijzing heeft gebaseerd op een advies van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ), waarin een planvergelijking is gemaakt tussen het oude en het nieuwe bestemmingsplan. De rechtbank oordeelt dat het college terecht heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een planologische verslechtering. Eiser had de mogelijkheid om zijn bezwaren tegen de bestemmingsplannen naar voren te brengen in de procedure over de vaststelling daarvan, maar dit is niet gebeurd. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser niet overtuigend geacht en heeft het beroep ongegrond verklaard.
De rechtbank concludeert dat het college op juiste wijze heeft gehandeld door het verzoek om planschade af te wijzen. Eiser heeft geen concrete aanknopingspunten aangedragen die de juistheid van het advies van SAOZ in twijfel trekken. De rechtbank wijst ook het verzoek van eiser af om een nieuw deskundigenonderzoek te laten uitvoeren. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.