Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 april 2020 in de zaak tussen
de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, (gemachtigde: mr. drs. J.W. Severijnen) ende minister en de staatssecretaris van Financiën,
verweerders.
Procesverloop
Overwegingen
Deze rechtbank heeft in haar uitspraak van 6 december 2016 [3] geoordeeld dat de staatssecretaris van VWS het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Hij had het primaire besluit moeten herroepen, omdat hij niet bevoegd was de HHT toe te kennen. De rechtbank heeft vervolgens op die wijze zelf in de zaak voorzien.
Waar gaat deze uitspraak over?
- Hebben verweerders het bezwaar gericht tegen het primaire besluit ongegrond mogen verklaren? (Onder het kopje ‘bezwaar tegen besluit van 12 december 2014’)
- Hebben verweerders het bezwaar gericht tegen de amvb ongegrond mogen verklaren? (Onder het kopje ‘bezwaar tegen de amvb’)
- Zijn er dwangsommen verbeurd vanwege het niet-tijdig beslissen op het bezwaar gericht tegen de amvb? (Onder het kopje ‘dwangsom niet-tijdig beslissen’)
De rechtbank zal deze vragen hieronder chronologisch behandelen. De eerste rechtsvraag zal de rechtbank behandelen aan de hand van een aantal deelvragen, waarbij zij de beroepsgronden van eiser zal bespreken.
Eiser betoogt dat er geen duidelijke formele regelgeving is waaraan een aanvraag om HHT moet worden getoetst. Bij gebrek aan deze formele regelgeving moeten verweerders volgens hem nu zelfstandig aan de hand van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur beoordelen of eiser op redelijke wijze invulling heeft gegeven aan de kabinetsplannen om de huishoudelijkehulpsector te ondersteunen bij de transitie naar de algemene voorziening.
Is er regelgeving waaraan de aanvraag van eiser kan worden getoetst?
Heeft eiser recht op een extra bedrag aan HHT?
Mocht eiser erop vertrouwen dat hij toch aanspraak kon maken op extra HHT?
Is de weigering van het extra bedrag aan HHT in dit geval redelijk?
Daarbij gaat eiser er ten onrechte vanuit dat het doel van de regelgeving door zijn plan is behaald. Naast behoud van werkgelegenheid heeft de staatssecretaris van VWS ook steeds het multipliereffect genoemd als belangrijk doel van de regeling. De HHT zou moeten leiden tot extra huishoudelijke hulp bovenop de al bestaande gevallen. Eiser benadrukt steeds dat de zachte landing van de cliënten naar de algemene voorziening en het behoud van werkgelegenheid het doel is, maar dat is dus maar ten dele juist.
Het is zeer wel mogelijk dat eiser op een goede manier heeft voorzien in de overgang van de cliënten in zijn gemeente naar de algemene voorziening, maar dat is niet wat het ministerie van VWS in het najaar van 2014 met de regeling beoogde. Het plan van eiser moest ook voorzien in een verhoging van de eigen bijdrage van de cliënt waardoor er meer geld beschikbaar zou zijn om extra huishoudelijke hulp in te kopen. Daarmee zou worden bewerkstelligd dat de werkgelegenheid in de huishoudelijke hulpsector zou toenemen.
Hebben verweerders het bestreden besluit voldoende gemotiveerd?
ConclusieDe conclusie op grond van het voorgaande is dat eiser voor het jaar 2015 geen recht heeft op een hogere HHT dan € 360.000,-. Verweerders mochten in bezwaar het advies van de staatssecretaris van VWS dan ook volgen.
Bezwaar tegen de amvb
“Hartelijk dank voor uw reactie en de toelichting. Ik begrijp dat het al met al de nodige tijd vergt. Zo nodig informeer ik begin februari nog bij u naar de stand van zaken.”
Eiser heeft met dit bericht niet duidelijk gemaakt dat hij er bij verweerders op aan drong om binnen twee weken na de ingebrekestelling een besluit op het bezwaar te nemen. Verweerders hebben uit dit bericht dan ook mogen opmaken dat eiser afzag van dwangsommen. Het is door de mededeling van eiser bovendien onmogelijk geworden om de datum te bepalen waarop de termijn om alsnog te beslissen een aanvang nam en dwangsommen werden verbeurd. Verweerders zijn dan ook gelet hierop geen dwangsommen aan eiser verschuldigd vanwege het niet-tijdig beslissen op het bezwaar. Het betoog slaagt niet.
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover daarbij inhoudelijk is beslist op het bezwaar gericht tegen de amvb;
ondertekenen.