ECLI:NL:RBMNE:2020:114

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 januari 2020
Publicatiedatum
16 januari 2020
Zaaknummer
16/706919-15 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelname aan criminele organisatie met als doel hennepteelt en hasjhandel in Nederland en Spanje

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 13 januari 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedurende een periode van ruim acht maanden deel uitmaakte van een criminele organisatie. Deze organisatie had als doel het opzetten van hennepkwekerijen in Spanje en de hasjhandel in Nederland. De verdachte vervulde een faciliterende en uitvoerende rol binnen deze organisatie, waarbij hij betrokken was bij de bouw van de hennepkwekerij en als contactpersoon fungeerde voor leveranciers en afzetters, zoals coffeeshops. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 maart 2015 tot en met 9 februari 2016 heeft deelgenomen aan deze organisatie, die zich bezighield met het plegen van opiumwetdelicten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 200 uur. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte binnen de organisatie, en de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/706919-15 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 13 januari 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1974] ,
wonende te [adres] , [woonplaats] (Duitsland).

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 28 september 2018 (regie) en 21 maart 2019 (regie) en op 18 en 19 november en 30 december 2019.
Op 18 en 19 november 2019 heeft de inhoudelijke behandeling plaatsgevonden, waarbij de strafzaak tegen verdachte gelijktijdig, maar niet gevoegd is behandeld met de strafzaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] ,
[medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] . Op 30 december 2019 is het onderzoek op de terechtzitting gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vorderingen en standpunten van officier van justitie mr. B. Nitrauw en van hetgeen verdachte en mr. H.M.G. Peters, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 1 maart 2015 tot en met 9 februari 2016 in Utrecht en/of elders in Nederland en/of Spanje heeft deelgenomen aan een organisatie die als doel het plegen van opiumwetdelicten had.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Inleiding -deelname aan een criminele organisatie
Onderliggende strafzaak tegen zeven verdachten heeft betrekking op het onderzoek 09Cosby, dat is gestart naar aanleiding van door de politie ontvangen informatie dat enkele leden van de familie [familie] zich bezig zouden houden met de invoer van hasj. Gedurende het onderzoek zijn daar tegen de verschillende verdachten nog andere verdenkingen van strafbare feiten bijgekomen.
Aan alle verdachten is de deelname aan een criminele organisatie ten laste gelegd welke organisatie als doel had het plegen van Opiumwet feiten. In de optiek van het Openbaar Ministerie richtte die organisatie zich op de hasjhandel in Nederland in het algemeen, het opzetten van hennepkwekerijen in Spanje en op de levering van hasj aan coffeeshops in Amsterdam.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend te bewijzen dat verdachte gedurende ruim acht maanden deel heeft uitgemaakt van een criminele organisatie. Verdachte heeft volgens de officier van justitie in deze periode samengewerkt met medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Het doel van de organisatie was het bouwen van hennepkwekerijen in Spanje, de export van hennep naar Nederland en de algemene hasjhandel in Nederland.
Volgens het Openbaar Ministerie is aan alle vereisten om te kunnen spreken van een criminele organisatie voldaan, waarbij verdachte een uitvoerende rol had (onder andere het bouwen van hennepkwekerijen).
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair vrijspraak bepleit wegens gebrek aan bewijs voor de onder de gedachtestreepjes ten laste gelegde handelingen. In het geval dat de rechtbank de gedraging(en) wel bewezen acht, heeft de raadsvrouw zich subsidiair op het standpunt gesteld dat dit handelen niet kan worden gekwalificeerd als het leveren van een voldoende bijdrage aan een criminele organisatie en zou verdachte volgens haar alsnog moeten worden vrijgesproken.
BEWIJSMIDDELEN [1]
4.4
Bewijsmiddelen hennepkwekerijen in Spanje
Verdachte heeft op 10 februari 2016 bij de politie verklaard:
Op 22 mei 2015 ben ik in Spanje geweest. Ik was in mei ook in Marokko geweest. Ik was toen met [medeverdachte 1] . Wij zijn met het vliegtuig naar Spanje gegaan. Een vriend van hem heeft ons toen opgehaald op het vliegveld van Malaga en heeft ons daarna afgezet bij Tarifa. [2]
V (verbalisant): Deze foto is genomen op 26 augustus 2015 rond 19:00 uur in Fuengirola (Spanje). Wie zijn dit op de foto?
A (verdachte): Van links naar rechts: [A] , 2e ken ik niet, 3e is de man die ons bij het vliegveld had opgehaald, 4e is [medeverdachte 1] en de laatste met het gestreepte shirt ben ik.
V: Hoe is dat in augustus 2015 gegaan?
A: We zijn toen met de Mercedes van [medeverdachte 1] gegaan, voor twee weken. Deze keer, in augustus, kregen we dus de ruzie waar ik eerder over vertelde en toen ben ik zelf teruggevlogen. [3]
Verdachte heeft op 11 februari 2016 bij de politie verklaard:
A: [B] is die vriend. (…) Hij haalde ons op, op het vliegveld. (…)
A: Ik kende hem eerst niet, ik heb hem daar leren kennen. Ik ken hem via [medeverdachte 1] .
V: Waar ga jij begin oktober naartoe?
A: Ik ging naar Malaga denk ik. Ik heb een paar keer adviseren gedaan. (…)
Ik adviseer in die handel van jullie, daar geef ik adviezen in. V: Waarom ging jij op 6 oktober 2015 naar Malaga? [4]
A: Advies geven. (…)
V: Waar heb je advies in gegeven?
A: Waar ik voor opgepakt ben, voor de Opiumwet.
V: Hoe lang was je daar?
A: Ik denk net twee weken ofzo. [5]
A: (…) Ik heb hier in geadviseerd. (…) Ik moet nog 1600 euro krijgen.
V: In welke plaats is deze kwekerij?
A: In Pueblo, maar dat betekent in het Spaans dorp. (…)
A: (…) Ik ben de bouwer. Maar een hokkie van 10 lampen bouw je niet alleen, dat kan niet alleen. (…)
V: Hoe vaak bouw je zoiets in Spanje?
A: Dat is 1 of 2 keer voorgekomen, qua adviezen. (…)
V: Wat voor type plantjes zijn er in deze kwekerij in Pueblo gegaan?
A: Gewoon een witte soort. (…)
A: Ik heb ze er niet ingezet. Mensen van daar kweekten de planten, ik was alleen voor het bouwen. [6] (…)
V: Ik wil nog even terugkomen op de plekken waar de kwekerijen zijn. Je vliegt naar Malaga, en dan?
A: Ik ben in de buurt van Sevilla teruggevlogen.
V: Hoe ver was het vanaf het vliegveld van Malaga?
A: De ene keer 6 uur en de andere keer 4 uur rijden. [7]
V: Wat voor pand was het dan?
A: Gewoon een vrijstaand iets, een schuur, meer was het niet.
V: Waar stond die schuur?
A: In een land. Ik heb het opgebouwd zodat het werkte, daarna ben ik weg gegaan. (…)
V: Wie heeft die plantjes gekocht?
A: Die [B] (…)
V: Jij had geld meegekregen, toch? Heeft [B] dat geld gebruikt?
A: Ik had [B] wel geld gegeven, maar ik weet niet of dat geld voor plantjes is gebruikt. Ik heb ook veel aanpassingen gedaan enzo. [8]
Op 19 mei 2015 om 18:59 uur belt [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) naar [C] ( [C] ):
[C] : Ik heb net met de "familia" gesproken en ik vertelde hem dat je naar beneden komt. Waarop hij zei, als hij toch naar beneden komt, dan moet je hem vragen of hij langs kan komen.
[medeverdachte 1] : Ja, precies, ik heb sowieso naar Malaga een ticket gekocht. Ik dacht nog aan was er maar " [D] ", die mij altijd Tarifa of euhh ... brengt.
[C] : Dan is het toch opgelost, dan gaat hij jou wegbrengen.
[medeverdachte 1] : Vrijdag in die ochtend, om vijf uur, om acht uur ben ik in Malaga. Maximaal ben ik om negen uur in Malaga.
[C] : Oke, dat is het dan, is goed. Hij komt jou zelf ophalen.
[medeverdachte 1] : Dat ene waar we over praten, is het in Malaga of ver vandaan.
[C] : Nee, nee, nee, ... die ene die we hebben is, op de locatie waar we die ene hebben.
[medeverdachte 1] : Oke, dat is goed, dat is ook goed, dat is ook goed. ·
[C] : In ieder geval, hij gaat jou alles duidelijk maken.
[medeverdachte 1] : Ik ga nu een ticket kopen en je moet hem bellen en doorgeven dat ik om half negen, acht uur daar ben. [9]
Op 20 juli 2015 om 00:16 uur belt [medeverdachte 1] naar [C] [10] :
(…) [D] zegt dat zij inderdaad heel veel tijd verloren hebben en [medeverdachte 1] zegt dat zijn vriend hier helemaal vrij en klaar voor is. [medeverdachte 1] zegt dat die vriend van hem heeft aangegeven bereid te zijn te gaan bouwen en ook nog de eerste week dat te onderhouden en in de gaten te houden. (…)
[medeverdachte 1] vraagt hem met de familie te praten en tegen hem te zeggen dat zij die ene van Murcia snel moeten opzetten, omdat zijn vriend nu vrij is. [D] zegt als die ene nu beschikbaar is, dan is het goed als we deze week nog het regelen. [medeverdachte 1] zegt dat zijn vriend nu naar Marokko wilt, omdat hij zijn vriend daar gaat bezoeken en dat hij bereid is langs te gaan en bij hen te
blijven zitten tot hij helemaal klaar is met de bouw. [D] zegt dat hij ook naar hen toe gaat, daar naar boven en dat hij zijn gezin in Marokko gaat laten voor 2 maanden.
[medeverdachte 1] zegt dat het goed is dat zij elkaar kunnen helpen en dat zij geen tijd moeten verliezen. (…) [D] zegt dat die ene helemaal klaar is. [medeverdachte 1] zegt dat hij begreep dat hij die onderdelen met zijn vriend heeft gekocht.
[medeverdachte 1] zegt dat hij die onderdelen (materiaal) van hem moet kopen en de
rest hebben zij zelf. [medeverdachte 1] zegt als dat materiaal aanwezig is, dan moeten ze niet moeilijk doen. [D] zegt dat er genoeg [11]
materiaal is en dat hij maandag naar Barcelona gaat om de huur van die woning op te zeggen, omdat zij nu in de omgeving van Malaga aan de slag gaan. (…)
[medeverdachte 1] zegt, desnoods heb ik die coffeeshop van [medeverdachte 3] , die op 31 december 2015 de vergunning kwijt raakt, maar het pand nog voor 5 jaar gehuurd is. [medeverdachte 1] zegt dat de eigenaar wilt dat hij dus zijn huurovereenkomst laat aflopen en dat [medeverdachte 3] nu op
zoek is, naar datgene dat hij daar wil gaan doen.
(…) [medeverdachte 1] zegt dat de zaak moet blijven en [D] zegt dat zij anders sowieso moeten beginnen met die vijf, vijf, per keer. [medeverdachte 1] zegt dat dat ook heel aantrekkelijk is en dat zij dat ook moeten doen. [D] zegt dat dat helemaal klaar is en gereed is om mee te beginnen, desnoods vandaag of a.s. dinsdag.
[medeverdachte 1] zegt dat het goed is en vraagt hem of hij dat spul van hier bedoelt.
[D] zegt dat hij dat spul bedoelt, wat er in Granada is. [medeverdachte 1] zegt dat hij dat ook aan [B] probeert duidelijk te maken, dat het spul van Marokko minder geliefd is dan het spul van hier. (…) [medeverdachte 1] zegt
Dat er geen papier is. [D] zegt dat iedereen aan het informeren is en [medeverdachte 1] zegt dat zij zich meer moeten richten op dat spul van Granada en klaar. [D] zegt dat zij nu aan de slag moeten gaan met die locatie in Murcia en als dat klaar is, gaan we
een tweede locatie beginnen. [D] zegt dat hij 1 locatie zelf gaat onderhouden en dat hij ook iemand heeft die daarin kan.
(…)
[medeverdachte 1] zegt dat de bouwer, de bouwer heb ik, die heb ik en ongeacht wanneer we hem nodig hebben, ga ik een ticket voor hem kopen en hij komt jou kant op. [medeverdachte 1] zegt dat hij daar aan de slag kan en tegelijkertijd zijn vakantie door kan brengen. [D] zegt dat het helemaal goed is.
[medeverdachte 1] zegt dat hij klaar is voor alles en [D] zegt we moeten binnen 15 dagen zijn begonnen. (…)
[medeverdachte 1] zegt dat zij dat echt gelijk moeten doen en [D] zegt als je om de 20 dagen klaar bent voor 4 a 5, dan kan je genoeg verdienen. [D] zegt dat hij een Nederlandse vriend heeft die wel 4 keer naar boven is gekomen vanuit Marokko met kleine
hoeveelheden. [medeverdachte 1] zegt dat je binnen 1 jaar binnen bent dan en dat het dan goed met je gaat. [D] zegt dat hij nu gewoon zin heeft en de locatie goed is.
[D] zegt dat zij klein moeten beginnen en dat zij daarna groot gaan. [medeverdachte 1] vraagt hem aan zijn familie door te geven dat hij ( [medeverdachte 1] ) graag zaken wilt doen in Murcia en dat hij die locatie mooi vindt. [medeverdachte 1] zegt als je boven een betere locatie hebt, dan is het ook goed. [12]
Op 26 juli 2015 om 17:30:23 belt [medeverdachte 1] naar [C] :
[medeverdachte 1] vraagt hem meteen die woning te gaan huren en binnen 3 a 4 maanden moeten zij op ongeveer 5 locaties zitten. [D] zegt dat als zij 4 locaties hebben dan hoef je nooit meer te werken. (…) [medeverdachte 1] zegt dat hij alles heeft en dat die vriend van hem heel snel en handig is. [13]
Op 2 augustus 2015 om 19:25 uur belt [B] naar [medeverdachte 1] :
[B] zegt dat zij dinsdag de sleutels van die woning krijgen en dat de huur 250 euro per maand is.
[medeverdachte 1] zegt dat het goed is en [B] zegt dat zij dinsdag de huurovereenkomst gaan ondertekenen.
(…) [medeverdachte 1] zegt dat het goed is en dat hij alles gereed moet houden, tot hij die jongen stuurt met papieren. [B] zegt dat hij dinsdag die 1000 euro moet overmaken. [medeverdachte 1] zegt dat hij die 1000 zal sturen en dat hij ook die andere dingen moet kopen. [medeverdachte 1] zegt dat zij gaan investeren en later alles gaan berekenen. [B] zegt desgevraagd dat het om die twee onder een kapwoning gaat in een klein dorp met 1 straat. [medeverdachte 1] denkt te weten om welke woning het gaat. [B] zegt dat het een mooie woning is, groot van beneden en ook groot van boven. [B] zegt dat zij alles gaan beheren en dat hij misschien 1 keer in de maand daar gaat komen en als ze gaan knippen.
[medeverdachte 1] vraagt hem wanneer hij zijn vriend gaat sturen. [14]
Op 12 augustus 2015 om 21:46 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] :
(…) [medeverdachte 3] weet dus niet hoe die man denkt en vraagt hem of [verdachte] nog daar is.
[medeverdachte 1] zegt dat [verdachte] misschien a.s. zaterdag gaat vertrekken (…). [15]
Binnen het onderzoek 09C0SBY worden gesprekken, gevoerd in een Mercedes E320 voorzien van het kenteken [kenteken] , opgenomen en afgeluisterd. Dit voertuig is in gebruik bij de medeverdachte [medeverdachte 1] . MV = moeilijk verstaanbaar
26-08-2015 [16]
01:50 [medeverdachte 1] : Het belangrijk dat het moet, het moet zo snel mogelijk gebeuren.
02:15 (…)
Moeilijk verstaanbaar: er wordt gesproken over alle twee de huizen
03:11 [medeverdachte 1] : Ik ga alles nu tegen hem zeggen, wat hij moet halen. (…)
04:36 [medeverdachte 1] : (…)
Het gesprek gaat over aarde en dingen
04:47 [medeverdachte 1] : Aarde
05:35
je hoort iemand zeggen: "twee hokken gaan maken. Hoe je twee keer de teelt wil hebben. Twee keer (…)
07:14 [medeverdachte 1] : Heb je toen het materiaal gezien? (…)
Er wordt er gesproken over 32,5 en over 42,5(…)
07:52 [medeverdachte 1] : Je hebt latten nodig en vijverfolie.
Er wordt iets gezegd over een handmatig systeem. (…)
08:48 Nu uitgeven, .MV. .. dat is het probleem. Ik heb het ook niet, nu, op dit moment.
Door wat wij krijgen, die uit die dingen uit de aarde.
12:16: Nu 1000 euro en dan nog de inhoud van die dingetjes. Aarde.
12:27: Drie ruggen. Dat is dan drie ruggen ... MV. .. dat bedoel ik, dat ga ik niet geven .. MV.. die dingetjes komen aan het einde pas (…)
12:39 1.500 euro ... [17]
13:54 [medeverdachte 1] : (…) Ik wil een werkend hok. Dat moet gebeuren, dat maakt toch niet uit.
(…)
14:37 [medeverdachte 1] : Voor één hok heb je al één (…)
14:41 Ga je twee hokken maken?
(…)
15:32 Geen uitlaat ook, eentje, één te weinig ... MV. ..
16:23 Hij is nu in Fuengirola (fon.)
Er (…)
16:32 [medeverdachte 1] : We moeten het gewoon doen, gewoon doen (…)
Ik ben klaar.
Hier alsjeblief. Ik ben klaar. Ga maar bouwen. (…)
17:11 [medeverdachte 1] : De huiseigenaar en de bewoner. Snap je? Dat is toch een derde partij. Je weet toch hoe het gaat, toch, die verdeling. Dat heb ik je toch uitgelegd. Wat doen die dan? Snap je.
17:22 [verdachte] : De ene heb het huis en die andere neemt het risico, op zijn naam ... dat is toch normaal?
17:25 [medeverdachte 1] : Ja, ok dat is normaal;
17:26 [verdachte] : Ja nou en ik wou het
[medeverdachte 1] : En ik investeer er bij en hij zal de spullen
18:15 [medeverdachte 1] : Ik wil verder. Ik weet wat ik nu krijg. Daarvoor, wat ik nu krijg daarvoor. Dit is het mij waard. Dat heb ik nu mij me. Dat heb ik. Hier. Ik kan het je nu geven. Dan kan je het nu afmaken.
18:25 [verdachte] : Die alle twee?
Nee dat hoeft niet... MV. .. je wil dat ik klaar ben ... MV. .. als ik dan klaar ben .. huppakee. Dat ken toch niet. MV. ..
18:52
Er wordt ergens op geklopt. Ik wil dat hij twee jaar blijft draaien ... MV. ... (
later nogmaals beluisterd door FVL08192; het is [medeverdachte 1] (sh) die zegt: ' ... dat-ie twee jaar blijft draaien'. [18]
Op 26 augustus 2015 om 22:08, belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] :
(…) [medeverdachte 1] is nu een uurtje in Malaga. (…) [medeverdachte 1] zegt dan dat hij beneden is, bij die vriend, hij is bij de boot. [medeverdachte 3] vraagt met wie hij is gegaan, of hij alleen met [verdachte] is. [medeverdachte 1] zegt dat hij ook met [naam] is. [medeverdachte 1] vraagt dan: Je begreep mij toch zeker gister toen ik zei: Je moet ook wat gaan doen? [medeverdachte 3] zegt: Ja.
[medeverdachte 1] zegt dan: Het is geen kleuterschool of zo, geen inloop. [19]
Op 27 augustus 2015 om 17:09 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] :
(…)
[medeverdachte 3] : Ik kon niet praten ik was niet alleen. (…)
[medeverdachte 3] : Maar water en gas en licht doet het.
[medeverdachte 1] : Alles werkt en alles is goed. (…)
[medeverdachte 1] : Die jongen ehhh we wachten op dinge. Hij gaat over twee of drie dagen daar naar toe en alles is goed wat wij hebben gezien. Dat ding is goed.
[medeverdachte 3] : Is hij daar of is hij gegaan?
[medeverdachte 1] : Hij is hier bij mij hij heeft daar niks te zoeken.
[medeverdachte 3] : Die Hollander, waarom?
[medeverdachte 1] : Tot dat dinge er is. Ehh er is daar geen.
[medeverdachte 3] : Ik heb volgens mij hier eentje. Die zwarte [verdachte] zei tegen mij doe maar wat je wil breng mij alleen maar een paspoort.
[medeverdachte 1] : Beneden?
[medeverdachte 3] : Nee boven, wat beneden?
[medeverdachte 1] : Oke maar is dat een grote?
[medeverdachte 3] : Ja het is een grote.
[medeverdachte 1] : Als ik terug kom, gaan we die doen.
[medeverdachte 3] : Oke als hij zegt ja dan betaal ik alvast de huur.
[medeverdachte 1] : Doe maar die gaan we zeker doen. (…) [20]
Op 1 september 2015 om 20:20 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 3] :
[medeverdachte 1] zegt vervolgens dat hij die hond, die later in het gesprek [verdachte] blijkt te zijn, is kwijtgeraakt. [medeverdachte 1] geeft aan dat hij gisteren naar zijn 'casa' is geweest en dat [verdachte] daar is uitgestapt. (…) [medeverdachte 1] geeft aan nu in Tanger te zijn. [verdachte] zou naar zijn familie gaan en het graf van zijn vader gaan bezoeken en daarna zou hij [medeverdachte 1] weer ontmoeten. [medeverdachte 3] denkt dat [verdachte] een spelletje speelt. [medeverdachte 1] geeft vervolgens aan dat
als hij contact heeft met de Spanjaard en de Spanjaard aangeeft 'morgen, morgen' en zegt dat het niks is, gaat hij tegen [verdachte] zeggen dat hij het maar in Nederland moet afwachten. [21]
Op 2 september 2015 om 22:01 belt [medeverdachte 1] in bij [medeverdachte 3] :
Na begroeting vraagt [medeverdachte 3] of hij die Hollander al weer heeft gevonden. [medeverdachte 3] zegt dat hij zich geen zorgen hoeft te maken over die boef van Hollander. [medeverdachte 1] zegt dat hij al had gezegd dat hij van zelf weer boven water zou komen. [22]
Binnen het onderzoek 09C0SBY worden gesprekken, gevoerd in een Mercedes E320 voorzien van het kenteken [kenteken] , opgenomen en afgeluisterd. Dit voertuig is in gebruik bij de medeverdachte [medeverdachte 1] .
5-10-2015
[medeverdachte 1] (sh) voert een gesprek met [verdachte] (sh). (…)
[medeverdachte 1] : Hij heeft nu krachtstroom.
[verdachte] : Ja, dan moet het gaan.
(…)
(…)
[medeverdachte 1] : En dan is het ook zeg maar één hok, of niet?
[verdachte] : Nee het zijn wel twee ruimtes. (…)
[medeverdachte 1] : Ik heb al duizend euro aan huur betaald he. (…) [verdachte] : Ja.
[medeverdachte 1] : En ik zou alleen de stekjes betalen en de aarde. [verdachte] : Ja.
[medeverdachte 1] : Later toen we daarnaar toe gingen, naar hem, heeft ie gezegd 'de voeding moet je ook betalen'. Voeding. [verdachte] : Ja.
[medeverdachte 1] : Ik weet niet wat voeding gaat kosten. Snap je? Maar oke, hebben we dus ook maar voor lief te genomen, snap je. Dat komt er dus nog bij. (…)
[medeverdachte 1] : Hotel, ja, maar wij gaan dat betalen. (…)
[medeverdachte 1] : .. ben je klaar. Maak dan een schema van die voeding, ga die voeding kopen ..
[verdachte] : .. Ja, maar ik ga daar niet winkels in. Ik ga daar niet een grow-shop in of weet ik wat. Dan ga ik merken opschrijven, ik schrijf alles op wat ie moet gaan halen en kijken of ze dat daar hebben. Zo niet als ze Aptus hebben of ander voedingen dan moet ie dat meenemen. (…)
[verdachte] : Kijk ik ben, ik ben morgen .. mtv .. ik ga morgen meteen beginnen. Weet je wel.
[medeverdachte 1] : .. Meteen beginnen, ja. [23]
[medeverdachte 1] : Hij moet in die tussentijd die plantjes gaan regelen. Die doe je d'r in. En als het in één keer kan als het in één keer kan is toch veel makkelijker of niet?
[verdachte] : Als het gewoon op een ding ken ..
[medeverdachte 1] : Als je krachtstroom hebt dan kan dat toch? Negenendertig stuks?
[verdachte] : Ja dat ken wel. [24]
[medeverdachte 1] : Hotel, ticket"
[verdachte] : .. en plantjes en aarde.
[medeverdachte 1] : .. plantjes en aarde. En voeding op het eind. (…)
[medeverdachte 1] : (…) Dus eerst zo beginnen .. hoe heet het.. plantjes ..
[verdachte] : .. aarde, voeding"
[medeverdachte 1] : .. aarde en voeding. Dat is, dat moet toch aan vijfentwintighonderd euro moet wel toch genoeg zijn? Of niet? Hij zegt zeshonderd plantjes.
[verdachte] : Anders had je gewoon eigenlijk voeding moeten halen hier. En dan gewoon opsturen met de bus naar Spanje. [25]
Uit het verslag van observatie door de Spaanse autoriteiten volgt het volgende:
Het vliegtuig landde op 6 oktober 2015 om 10:05 uur in Malaga. Het onderwerp ( [verdachte] ) van de observatie verliet het toestel en ging zijn koffer ophalen. Bij de uitgang, precies bij het busstation dat zich daar tegenover bevindt, ontmoette hij de persoon van wie wij denken dat het [B] is. [26]
Daar eenmaal aangekomen, stappen ze in een donkerblauwe Seat León [kenteken] en
vertrekken ze naar het Industrieterrein [naam] , om precies te zijn in de straat [straat]
, ter hoogte van de bedrijfsruimte nr. [nummer ] (plantas holandesas
[Nederlandse planten] [27]
Op 12 oktober 2015 om 20:48 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 1] [28] :
[medeverdachte 1] : (…)Want hij zegt: Ik heb nog wat papier nodig.
[verdachte] :Ja, sowieso, papieren zijn allemaal weg. Alles is weg. (…)
[medeverdachte 1] :Ja, nou ja, oke. Hij moet mij bellen. Hij moet me bellen. Wat is dan nog nodig?
[verdachte] : Ik denk zeker nog .... , ja, ik weet het niet. Zeg maar wat ik zelf nodig heb, is zeker nog een rooitje. En dan heb ik het nog geen eens over die andere dingen begrijp je, dat weet ik niet. [29]
Op 14 oktober 2015 om 12:56 belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] :
[medeverdachte 1] : hoe laat ga je weg, wil je iets voor mij doen
[medeverdachte 3] : ja
[medeverdachte 1] : als je naar de [adres] gaat, heb ik thuis hoe heet het, moet je even verdelen in tweeën, twee en een half moet je sturen via
[medeverdachte 3] : kan ik niet kan ik niet
[medeverdachte 1] : Niet jij zelf iemand regelen, maakt niet uit in tweeën delen, iemand regelen en ik stuur je een appje met de naam.
[medeverdachte 3] zegt niet te weten of hij nog naar buiten gaat en ook geen auto heeft waarop [medeverdachte 1] zegt dat het goed is. [30]
Op 14 oktober 2015 om 13:13 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 6] :
[medeverdachte 1] : wil jij naar mijn moeder gaan. [medeverdachte 6] :ja
[medeverdachte 1] : daar ligt euh geld van mij, die moet je pakken, dat is twee en een half, ik wil niet precies zeggen wat je ziet het wel, twee en een half is dat, maar dan moet je even kijken of jij het gaat opsturen of iemand anders, maar jij mag dat ook opsturen als je dat in tweeën verdeeld (…)
[medeverdachte 1] : ja dan pak je dat geld dan moet je naar Monygram gaan en niet naar Westen Union, Moneygram, dan moet je in twee delen verdelen
[medeverdachte 6] : saffie is [medeverdachte 3] in café want hij moet mij vertellen naar wie toch!
[medeverdachte 1] : nee dat ga ik je nu app'en [31]
Op 16 oktober 2015 is door [medeverdachte 6] , geboren [1992] , vanuit Utrecht een bedrag van € 2427,18 verzonden naar [B] , geboren [1976] en gebruik makend van een Spaans identiteitsdocument met nummer [nummer ] . De transactiecode is [transactiecode] . Het geld werd opgenomen in Málaga. [medeverdachte 6] gaf als telefoonnummer [telefoonnummer] op en als telefoonnummer van de ontvanger werd het nummer [telefoonnummer] opgegeven. [32]
Op 20 oktober 2015 om 22:39 uur belt [B] naar [medeverdachte 1] [33]
[medeverdachte 1] : en wat heb je nu gedaan, wat heb je nu gedaan?
N: alles, we hebben die grond/aarde gevuld en alles .... (wordt onderbroken)
[medeverdachte 1] : ja, ja, ja, ja (wil niet dat N verder praat) (…) [34]
Binnen het onderzoek 09C0SBY worden gesprekken, gevoerd in een Mercedes E320 voorzien van het kenteken [kenteken] , opgenomen en afgeluisterd. Dit voertuig is in gebruik bij de medeverdachte [medeverdachte 1] .
22-10-2015 Startlocatie: [adres] , [woonplaats] [35] 19:32 [verdachte] (sh) stapt in.
(…) [verdachte] : Maar dat zo ken dat niet [medeverdachte 1] , weet je? Als het zo moet werken dan lukt het niet. Als je op geld moet wachten. Jij geeft 25 meier aan mij mee, (…)
[medeverdachte 1] ... ik geef jou drieduizend mee.
[verdachte] : Ja, drieduizend heb je meegegeven ...
[verdachte] : Ja? Zestien dagen in een hotel. Ja maar wat denk je? Eten, drinken, wachten, wachten, komen ze niet. Hele hok heb ik helemaal alleen gebouwd. Tot aan gisteren, twee uur 's middags was ik pas klaar.
[medeverdachte 1] : ja.
[verdachte] : Weet je, dus zo kun je niet werken, plus: je komt nog zo veel geld te kort. Een hok met veertig lampen, als je die hier in Nederland moet maken gewoon, met die spullen die je allemaal hebt, ben je vijftien tot twintig ruggen kwijt! [36]
(…)
[verdachte] : Luister ... [medeverdachte 1] ... als het op zo'n manier, als ik het had geweten ... jij zit erin, ik zit erin en [medeverdachte 3] zit er in ... [medeverdachte 1] : Ja?
[verdachte] : ... vanaf drie kanten ... als ik het had geweten had ik zes, zeven, tienduizend van mijn eigen geld gepakt en had ik het zo gebouwd, zonder voor schut te staan.
(…)
[medeverdachte 1] : Ja? Okee, maar (schreeuwt) hele huis ging niet door ... jij zit in Sevilla, waarom luister je niet naar mij? Jij zit in Sevilla, wij hebben toch Málaga afgesproken?!
[verdachte] : Ja. Maar in Málaga was gewoon sowieso géén stroom.
[medeverdachte 1] : Ja. Was geen stroom. Dan had je moeten bellen: [medeverdachte 1] , ik kom terug, er is niks. [37]
(…)
[verdachte] : jij wou toch… ik zou een hok van veertig lampen maken.
[medeverdachte 1] : Ja. In Malaga!
(…)
[verdachte] : Hun weten nog geen ... hun weten nog geeneens hoe ze een wiethok bouwen! (…)
[verdachte] : .. hij zegt die, kosten 4 euro stuk, die zaadjes. Maar ik zeg die zaadjes, ik zeg 'is moeilijk'. Hij zeg nee, want hun zijn boeren, hij zegt 'Nee, ik druk ze erin', hij zegt 'binnen 10 dagen zie je 't', ik zeg 'Nee'. Nou heb ik ' Kritikal' wiet besteld. [medeverdachte 1] : Ja. (…)
[verdachte] : gewoon kleine wietplantjes weet je, ik weet niet wat voor. Ze staan ook gewoon buiten. (…) [39]
[verdachte] : Nee, nou maar dat heb ik ook, maar zo hebben wij niet afgesproken.
Ik zou werken en jij en [medeverdachte 3] zouden het betalen. Toch? [medeverdachte 1] : Ja. [40]
[verdachte] : Weet je, anders wil ik nog geen eens een deel hebben. Betaal mij gewoon mijn werk wat ik heb gedaan en dan is het goed.
En dan ga jij gewoon met [B] en met [medeverdachte 3] en hun verderen dan heb ik niks meer mee te maken. [medeverdachte 1] : (…) het beste. [41]
Op 22 oktober 2015 om 21:17 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] [42] :
[medeverdachte 1] zegt die flikker is terug gekomen en is met praatjes terug gekomen.
Hij heeft tegen een contact gezegd: Wat ga ik in marokko doen en dit en dat. (…).. , wat is dit nou, geen geld en dit, als ik dat had geweten, had ik zelf dit meegenomen. Ik kan daar miljonair worden en dit en dat.
[medeverdachte 3] vraagt: Met wie?
[medeverdachte 1] zegt die andere flikker heeft hem bij die andere gasten laten slapen en daar heeft hij nu contact mee opgebouwd.
[medeverdachte 1] zegt [naam] en zo en ze hebben tegen hem gezegd waarom werk je met die gasten kom met ons werken begrijp je.
[medeverdachte 3] zegt dan: Ja, 100 %. (…)
[medeverdachte 3] zegt je moet hem bang maken.
[medeverdachte 1] gaat dan door: Hoe moet ik hem bang maken, met die ruzie. Ik wil mijn 1000 euro, die moet hoe dan ook boven water komen. Ga je dat tegen mijn zeggen. Ik heb bijna 8000 euro geïnvesteerd en dan ga je dat tegen mij zeggen!? [43]
Op 19 november 2015 om 22:44 uur belt [medeverdachte 1] naar ‘ [E] ’.
(…) [medeverdachte 1] zegt dat hij op zoek is naar een vliegticket om naar MA te gaan.
Op een gegeven moment krijgt [medeverdachte 1] een wissel gesprek van [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] zegt dat die ene net gekomen is en laat hem aan de lijn komen. [medeverdachte 1] vraagt hem wanneer die dynamo van die auto geheel aan moet. NNman (verm. [verdachte] ) vraagt hem wat hij
bedoelt en [medeverdachte 1] vraagt hem wanneer die dynamo van die auto alles aan kan. NNman zegt dat die nu wel aan kan en [medeverdachte 1] zegt dat het goed is en vraagt hem [medeverdachte 3] aan de lijn te laten komen.
Opmerking verbalisant fvl08218: Wisselgesprek is beluisterd. Daarbij stemherkenning gedaan op zowel [medeverdachte 3] als [verdachte] . [44]
Op 19 november 2015 om 22:57 uur belt [B] naar [medeverdachte 1] :
[medeverdachte 1] zegt dat hij die ene ( [verdachte] ) heeft gesproken. [B] zegt oke en [medeverdachte 1] zegt dat hij gezegd heeft dat het morgen goed is. [B] zegt dat het goed is en dat hij morgen die ene gaat bellen en gaat vragen om alles aan te zetten. [medeverdachte 1] zegt dat het goed is en dat hij gezegd heeft dat het vanaf morgen volledig aan moet gaan. [45]
Op 29 november 2015 om 17:41 uur belt [medeverdachte 1] naar [B] [46] :
[medeverdachte 1] : Maar alles is daar gereed.
[B] : Ja, alles is gereed en we kunnen binnen 1 week beginnen. Niet eens een week.
(…)
[medeverdachte 1] : Maar wil je even kijken hoe we het later moeten doen, aan het einde. Dat spul moet toch hier naar boven toe of niet.
[B] : Dat is natuurlijk heel duidelijk.
[medeverdachte 1] : Als je weet hoe duur dat spul hier is?
[B] : Ja.
[medeverdachte 1] : Vijf en half (5,5).
[B] : Dan moet alles daar heen.
[medeverdachte 1] : Begrijp je mij? J: Ja. [47]
Op 3 december 2015 om 18:42 uur belt [B] naar [medeverdachte 1] [48] :
[B] : dat is wat dus bedoel. Regel jij iemand die mijn aandeel en het aandeel van de anderen kan afnemen? Jij neemt eigen aandeel, jij neemt ze allemaal (fon .) [49]
Op 13 december 2015 om 14:23 uur belt [medeverdachte 1] naar [C] [50] :
[medeverdachte 1] vraagt aan [C] of er wat te doen valt.
[C] zegt ik heb een jongen gesproken uit Amsterdam en die doet het zelfde als wat jij wil gaan doen beneden.
[medeverdachte 1] zegt er zijn er veel die het doen wat is er mee.
[C] zegt dat hij zei dat ze het beneden doen en naar boven halen en dat ze er tien voor krijgen.
[medeverdachte 1] zegt dat is wat ik wil gaan doen. [51]
Op 16 december 2015 om 21:35 uur belt [B] naar [medeverdachte 1] [52] :
[B] : Regel iemand die van ons dat spul kan afnemen, het is nu bijna klaar met de steun van Allah.
[medeverdachte 1] : Ik ben aan het zoeken, ik ben aan het zoeken.
[B] : Vandaag ben ik in Granada geweest en ik heb daar een paar vrienden die het ook daar hebben en als je iemand kan vinden die groot hoeveelheid kan afnemen, dan kan hij die en die andere afnemen.
[medeverdachte 1] zegt dat zij meteen die van 60 kunnen beginnen en dat hij iemand heeft die alles gaat bouwen en dat zij maar 13.000 euro nodig hebben om die ene van 60 in zijn geheel op te zetten. [medeverdachte 1] zegt dat voor 13.000 euro binnen vijf en maximaal 1 week alles in elkaar is gezet en compleet. [medeverdachte 1] zegt dat het compleet is en dat zij dan 50% 50% gaan doen. [B] zegt dat het goed is en [medeverdachte 1] zegt dat 50% van hen en 50% van hem en die andere moet absoluut niet op de hoogte zijn van hun activiteiten.
[medeverdachte 1] zegt dat hij hem niet op de hoogte zal stellen en dat hij klaar mee is. [B] zegt als we deze week kunnen beginnen, dan hebben we 1 week de tijd nodig en we kunnen dan dus a.s. maandag die aanzetten [53]
[B] : Daar zijn we zover dat we klaar zijn, we hebben daar nog 3 a 4 te gaan, maximaal 4 en regel alstublieft iemand die die handel hier gaat kopen.
[medeverdachte 1] : Ja, ik ga zoeken, ja, ik ga wel iemand zoeken die het kan afnemen. Ik heb al twee jongens (…)
[B] : We hebben nog vier weken.
(…)
[B] : Ja, dat is ook wat ik zeg, je moet iemand regelen die het van ons hier kan afnemen (kopen) (…) [54]
Op 20 december 2015 om 13:36 uur belt [B] naar [medeverdachte 1] [55] :
[B] zegt dat [medeverdachte 1] de eerste keer 3000 had gestuurd, maar dat er hierin hotelkosten en alles zat, terwijl zij heel erg krap zaten. (…) [medeverdachte 1] zegt dat het nu uiteindelijk 11000 euro is geworden. (…) [B] zegt dat zij niet moeten wachten tot ze knippen. (…) [B] zegt we doen er nu nog eentje, als we die andere hebben geoogst dan doen we er nog een dan hebben we er toch vier. (…) [B] zegt dat hij tegen ze zal zeggen meer dan 4 keer te doen (oogsten). [B] zegt we moeten maximaal een jaar zo draaien en dan weg wezen. [56]
(…) [B] zegt dat het goed is en dat [medeverdachte 1] met de familie praten, die iemand kan regelen om "het hier weg te halen" (kopen of anders). [57]
Op 26 december 2015 om 19:35 uur belt [B] naar [medeverdachte 1] [58] :
[medeverdachte 1] : Hoeveel is er nog? (Evt. hoe lang nog)
[B] : We hebben nog 3 weken te gaan.
[medeverdachte 1] : Want ehh, je weet toch dat de laatste week alleen maar water nog is, meer niet, geen voeding. [59]
[B] : Ja. Dat weet ik. De laatste alleen maar water. In de laatste drie maanden krijgen ze andere voeding, zodat ze dan worden ze dikker.
[medeverdachte 1] : Dat klopt helemaal, zo dat ze dikker worden.
[B] : Dat nummer, van dat ene is gestegen, naar 9,5 (fon.)
[medeverdachte 1] : ja normaal is het 6 of 6,5
[B] : het is iets meer dan 9, begrijp je?
[medeverdachte 1] : Is goed, als god dat wil, komt het goed. De 14e kom ik daar langs, maar ik ga direct oversteken. Dan zullen we elkaar ontmoeten, ik kom even snel op en neer. Ik kom naar die kleine plaats, snap je. [60]
Op 3 januari 2016 om 14:42 uur belt [B] naar [medeverdachte 1] [61] :
[B] zegt het is hier bijna klaar, het gaat niet lang duren.
(…)
[medeverdachte 1] : (…) Als jij, .. als dat hangt dan duurt het niet echt lang. Hier duurt het een week of zo als ze hangen dan zijn ze klaar.
[B] : Nee, hier duurt het iets van vier dagen maximaal. Twee dagen hangen en twee dagen knippen. [62]
[medeverdachte 1] : Ik ben blij dat je die zooi daar kwijt kunt. [63]
Op 11 januari 2016 om 18:08 uur belt [medeverdachte 1] naar [B] [64] :
[B] zegt dat er een probleem is maar dat zij dit wel zullen oplossen.
[medeverdachte 1] vraagt of hij niet kan vertellen wat dit is.
[B] : [B] [medeverdachte 1] : [medeverdachte 1]
[B] : ehhh, we waren aan het knippen ehh, toch? (…)
[B] : we zouden vandaag klaar zijn, klaar
[medeverdachte 1] : ja
[B] : die Christen heeft gedaan
[medeverdachte 1] : ja
[B] : ... hij had daar een geweer en zo. Hij sliep daar. Weet je wat hij heeft gedaan? F:ja?
[B] : hij deed zo met de sleutel, hij liet de deur een beetje ehhh, (…)
[medeverdachte 1] :ja (…)
[B] : ze hebben datgene weggehaald [65]
Binnen het onderzoek 09C0SBY worden gesprekken, gevoerd in een motorvoertuig, een Mercedes E320 voorzien van het kenteken [kenteken] , opgenomen en afgeluisterd. Dit voertuig is in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 1] .
18-01-2016. [66]
Beginlocatie [adres] , [woonplaats] .
[naam] (sh): (…) Dat zei [medeverdachte 3] tegen mij. [medeverdachte 1] zegt dat [medeverdachte 3] alles weet.
[medeverdachte 1] zegt dat hij alleen maar gaat proberen die 10.000 van [medeverdachte 3] terug te halen en dan zal ik mij tegen ze keren. [67]
Op 22 januari 2016 om 00:00 belt [verdachte] naar [medeverdachte 3] : [68]
[verdachte] stelt zich voor als die halfbloed en vraagt of [medeverdachte 3] hier is. (…)
[medeverdachte 3] zegt dat hij hem vanavond wel ziet, hij is kapot.
Uit opgevraagde gegevens van Moneytrans blijkt dat medeverachte [medeverdachte 4] op 27 januari 2016 € 2.890,- heeft ontvangen van [medeverdachte 4] . [69]
Op 27 januari 2016 om 20:27 uur belt [B] naar [medeverdachte 1] [70] :
[medeverdachte 1] : (…) Ik heb vandaag een bewaargoed ontvangen. Hij heeft het vandaag
gestuurd. [71] (…)
[medeverdachte 1] zegt waar ik mee zit is dat je het daar voor 22 of 23 weg doet terwijl het hier bijna 5 kost. [72]
[B] zegt en je geld krijg je bewoon.
[medeverdachte 1] zegt wat ik daar geïnvesteerd 10600,-- heb wil ik zo wie zo terug en die andere ga ik niks gegeven.
[medeverdachte 1] zegt met alle kosten met die tickets en zo kom je totaal op 10600.
[B] zegt je krijg van mij die 7 en de rest zien we wel [73]
Op 28 januari 2016 om 17:06 uur belt [medeverdachte 1] naar [F] [74] :
[medeverdachte 1] : (…) Hij vroeg en zei tegen mij "hoeveel heb je daar? Ik ga je betalen. Je moet een beetje geduld hebben en mij de tijd gunnen". Als men echt bestolen is, dan zal hij dat niet op deze manier zeggen. We zijn toch met zijn tweeën bestolen?
[F] zegt dat [medeverdachte 1] blij moet zijn als "hij" hem de helft van zijn verlies geeft.
[medeverdachte 1] zegt dat het zo is. [medeverdachte 1] zegt: hij zei tegen mij "ik geef je over een week weer wat", ik pas gewoon wat diplomatie toe
[F] hoopt dat het goed komt.
[medeverdachte 1] :
hij heeft mij 3 gestuurd en heb dit aan [medeverdachte 3] gegeven. [75]
Op 10 februari 2016 werd de bij medeverdachte [medeverdachte 1] in beslag genomen Mercedes onderzocht. In de auto werd een portemonnee aangetroffen. Hierin bleek onder meer een Nederlands rijbewijs en bankpassen op naam van medeverdachte [medeverdachte 1] te zitten. In de portemonnee zat een stortingsbewijs van het bedrijf Moneytrans. (…) Op dit stortingsbewijs stond dat op 27 januari 2016 door [C] (…) een bedrag van € 2.890 was overgemaakt naar [medeverdachte 4] (…). [76]
Medeverdachte [medeverdachte 4] verklaarde bij de politie dat hij op verzoek van medeverdachte [medeverdachte 1] eerst € 400,- per Moneytransfer heeft verzonden naar Spanje en later per Moneytransfer € 2.800,- heeft ontvangen. Dit geldbedrag zou hij aan medeverdachte [medeverdachte 1] hebben gegeven. [77]
4.5
Bewijsoverweging met betrekking tot verdenking Spanje
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte samen met [medeverdachte 4] , [B] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] meerdere gesprekken heeft gevoerd over het opzetten van hennepkwekerijen in Spanje. In een aantal gesprekken wordt versluierd gesproken, in andere gesprekken wordt letterlijk gesproken over wiet en wietplantjes.
[medeverdachte 3] belt in augustus met [medeverdachte 1] en vraagt of verdachte al vertrokken is (is [verdachte] nog daar). [medeverdachte 1] geeft aan dat verdachte mogelijk al binnen een paar dagen vertrekt. Uiteindelijk vertrekken [medeverdachte 1] en verdachte eind augustus met de auto naar Spanje. [medeverdachte 3] wordt door [medeverdachte 1] op de hoogte gehouden, ook als verdachte op een bepaald moment zoek is.
Begint oktober voeren [medeverdachte 1] en verdachte een gesprek over de stand van zaken met betrekking tot de hennepkwekerij. Een dag later neemt verdachte het vliegtuig naar Spanje. [medeverdachte 1] geeft hem € 3.000,- mee. Illustrerend is dat verdachte direct naar een growshop rijdt, op het moment dat hij in Spanje aankomt. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat op een gegeven moment het geld op is en dat [medeverdachte 1] zorgt dat er extra geld - via Moneytransfer - naar [B] gaat. [medeverdachte 1] probeert eerst of [medeverdachte 3] dit voor hem kan regelen, maar uiteindelijk verstuurt [medeverdachte 6] het geld.
Eind oktober 2015 is verdachte weer in Nederland en krijgen hij en [medeverdachte 1] ruzie in de auto. Tijdens dit gesprek zegt verdachte onder andere “Jij zit er in, ik zit erin en [medeverdachte 3] zit erin” … en “Ik zou werken en jij en [medeverdachte 3] zouden betalen”. Uiteindelijk zegt verdachte: “Betaal mij gewoon mijn werk wat ik heb gedaan en dan is het goed. En dan ga jij gewoon met [B] en met [medeverdachte 3] en hun verder (…)”.
Kort na de ruzie klaagt [medeverdachte 1] telefonisch bij [medeverdachte 3] dat hij vermoedt dat verdachte contact heeft met anderen. [medeverdachte 3] adviseert [medeverdachte 1] om verdachte bang te maken.
Op 15 november 2015 belt [medeverdachte 1] wederom met [medeverdachte 3] . Verdachte is op dat moment bij [medeverdachte 3] en vertelt [medeverdachte 1] dat de hennepkwekerij gereed is (de dynamo van de auto is klaar). Direct daarna is er telefonisch contact tussen [medeverdachte 1] en [B] , waarbij [medeverdachte 1] aangeeft dat de kweek van hennep kan beginnen (vanaf morgen moet het volledig aan gaan).
In de periode december 2015 en januari 2016 heeft [medeverdachte 1] meerdere malen telefonisch contact met [B] over de groei van de planten en het soort voeding dat de planten krijgt. Uit de bewijsmiddelen (tapgesprekken van 29 november, 3 december en 16 december 2015) volgt dat het aanvankelijk de bedoeling is om de hennep in Nederland (boven) te verkopen maar dat het niet lukt een koper te vinden en de hennep lokaal zal worden verkocht (tapgesprek 3 januari 2016: ik ben blij dat je die zooi daar kwijt kunt). Uiteindelijk vertelt [B] op 11 januari 2016 aan [medeverdachte 1] dat de oogst is geript.
Tenslotte volgt uit het ovc-gesprek van 18 januari 2016 (dat gaat over de geripte hennepkwekerij) dat [medeverdachte 1] ‘alleen maar gaat proberen die € 10.000,- van [medeverdachte 3] terug te halen’. Blijkens de tap van 28 januari 2016, in combinatie met de Moneytransfer op naam van [medeverdachte 4] (waarvan het bewijs in de auto van [medeverdachte 1] is aangetroffen), blijkt dat dit terughalen voor een kleine € 3.000,- is gelukt. Ook het tapgesprek waarin [medeverdachte 1] zegt: “Hij heeft mij 3 gestuurd en ik heb dit aan [medeverdachte 3] gegeven”, gaat over het terughalen van de investering van [medeverdachte 3] .
4.6
Conclusie ten aanzien verdenkingen Spanje
De rechtbank is gelet op bovenstaande van oordeel dat verdachte – anders dan de raadsvrouw stelt – een wezenlijke rol had bij de tenlastegelegde hennepteelt in Spanje. Verdachtes rol kan geduid worden als die van uitvoerder. De kennis van verdachte was essentieel: hij kon kwekerijen bouwen of verbeteren. Ook zorgde verdachte dat geld vanuit Nederland bij de kwekerij in Spanje terechtkwam. Verdachte was van het begin af aan betrokken bij de plannen om hennep in Spanje te gaan telen. Op zitting verklaarde verdachte een vast bedrag met zijn werkzaamheden te verdienen. De rechtbank ziet echter voldoende aanwijzingen om vast te stellen dat verdachte – in ieder geval volgens het oorspronkelijke plan - mee zou delen in de winst.
4.7
Gesprekken op 11 en 12 augustus 2015
Op
11 augustus 2015vinden - op de hieronder aangegeven tijdstippen - de volgende (sms) gesprekken plaats:
Om 15:00 uur stuurt [G] een sms-bericht naar [verdachte] :
Zou 5 bosjes trekdrop kunnen nemen voor maat 42 .. kusxxxx smurfin. [78]
Om 15:05 uur belt [medeverdachte 1] naar [verdachte] :
[verdachte] zegt dat die van gisteren ken ik wel wat hoor, (…). [medeverdachte 1] zegt dat dat helemaal goed is. [verdachte] vraagt wat hij nu moet doen en vraagt of [medeverdachte 1] hem belt zodra hij klaar is. Als [medeverdachte 1] om zes uur klaar is belt hij [verdachte] meteen. [79]
Om 15:08 uur stuurt [verdachte] een sms-bericht aan [G] :
Kan lief meisje kus je vriendje xxxx. [80]
Om 18:24 uur belt [verdachte] belt naar [medeverdachte 1] :
[verdachte] vraagt of [medeverdachte 1] al in de buurt is. [medeverdachte 1] geeft aan dat het druk is en dat hij er over een kwartiertje is. Ze spreken of in de [adres] . [81]
Om 19:31 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] :
[medeverdachte 1] : Weet jij waar de vriendin van [verdachte] werkt, in Amsterdam, coffeeshop.
[medeverdachte 3] : Welke [verdachte] ? Nee.
[medeverdachte 1] : Ze werkt toch ... ze hebben vijf coffeeshops die mensen. Ken je niet die coffeeshops?
[medeverdachte 3] : Nee. Ik weet niet
[medeverdachte 1] : Ooh ja, ze werkt daar ..
[medeverdachte 3] : Waarom? Ja.
[medeverdachte 1] : Ze vinden 1 van die dingen goed ... die van die ene .... dus ik ga er morgen naartoe.
[medeverdachte 3] : Oooh.
[medeverdachte 1] : Dus ik dacht: Misschien ken je ze, of het goeie Hollanders zijn, snap je.
[medeverdachte 3] : Ik weet niet welke coffeeshop het is, nooit verteld.
[medeverdachte 1] : Ooh, ja, jammer, ik heb niet gevraagd wie ze precies zijn, ik bel je morgenmiddag. [82]
Uit onderzoek is gebleken dat verdachte een vriendin heeft genaamd [G] , geboren [1987] . [83] Door de recherche te Amsterdam werd in 2015 een onderzoek uitgevoerd onder de naam 13BREEZE. Tijdens dit onderzoek werd [G] als getuige gehoord. Zij verklaarde dat zij als boekhouder werkt voor onder andere [coffeeshop 1] en dat zij werkt vanuit een kantoor op de [adres] . [84]
Uit informatie van de Kamer van Koophandel blijkt dat op de [adres] te [woonplaats] het bedrijf [bedrijf 1] B.V. is gevestigd. [bedrijf 1] is 100 procent
aandeelhouder van het bedrijf [bedrijf 2] B.V. dat op hetzelfde adres is gevestigd. [bedrijf 2] B.V. is 100 procent aandeelhouder van een vijftal BV.'s waarvan de handelsnamen respectievelijk zijn: ' [coffeeshop 1] ', ' [coffeeshop 2] ', [coffeeshop 3] ', ' [coffeeshop 4] ' en ' [coffeeshop 5] '. [85]
Om 19:33 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] :
(…)
[medeverdachte 1] : Vijf, van die van [naam] weetje nog? Van Cobra (Fonetisch)
[medeverdachte 3] : Oh, ja
[medeverdachte 1] : Vijf
[medeverdachte 3] : Nee joh, al betalen ze zes, zeven
[medeverdachte 1] : Dat is toch niet erg toch?
[medeverdachte 3] : Nee.
[medeverdachte 1] : Als het Hollanders zijn? Hij gaat toch niets doen?
[medeverdachte 3] : Nee, natuurlijk niet. Je moet kijken wie hij is, wie hij is. Het is mijn broertje, die heeft hier ook een coffeeshop.
[medeverdachte 1] : Ja, klaar. Dan ga ik naar ze toe.
(…)
[medeverdachte 1] : (…), in ieder geval, ze betalen 4 (vier).
[medeverdachte 3] : Ja, is toch goed. [86]
Op
12 augustus 2015vinden - op de hieronder aangegeven tijdstippen - de volgende (sms) gesprekken plaats:
Om 13:05 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 2] :
(…)
[medeverdachte 2] : Ik ben thuis ja.
[medeverdachte 1] : Dat ene wat ik je gisteren heb gezegd?
[medeverdachte 2] : Die vijf of een andere?
[medeverdachte 1] : Nee, buiten die ene, want ik heb die aan iemand anders gegeven.
[medeverdachte 2] : Oke ... [87]
Om 14:02 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 2] :
[medeverdachte 1] : Ik kom eraan, ik kom eraan, ik ben mijn auto aan het APK-keuren.
[medeverdachte 2] : Je hebt toch de sleutels van de woning.
[medeverdachte 1] : Ja. Ja.
[medeverdachte 2] : In de keuken, daar in de keuken heb ik het voor gezet.
[medeverdachte 1] : Ja, maar je hebt mij helemaal niet verteld hoeveel die kost?
[medeverdachte 2] : Je weet toch die prijs van dat? Wat moet ik tegen je zeggen, wat moet ik tegen je zeggen..
[medeverdachte 1] : Nou, zij willen in ieder geval, 37 betalen.
[medeverdachte 2] : 37!!!! Nee, 37 moet je ze dat niet geven. Nee.
(…)
[medeverdachte 2] : Hij is daar en je moet die ze geven voor minimaal 38 en wat jij nog gaat verdienen. Die is voor 40.
[medeverdachte 1] : Oke, is goed, ik ga kijken, ik ga kijken, hoe? Want hij vroeg mij wat ik zou verdienen.
[medeverdachte 2] : Als ze geen prijs geven, moetje nee zeggen. [88]
Om 14:17 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 2] :
(…)
[medeverdachte 1] : Waar heb je dat spul achtergelaten?
[medeverdachte 2] : In de keuken.
[medeverdachte 1] : Ik zie hier niks.
[medeverdachte 2] : In dat ding wat water opwarmt, in die kast, in die kast.
(…)
[medeverdachte 1] : Nee, niet die, vijf grote, vijf grote.
[medeverdachte 2] : Vijf grote????
[medeverdachte 1] : Ja, vijf. Vijf grote?
[medeverdachte 2] : Jij zei half, jij zei vijf.. ..
[medeverdachte 1] : Ik zei tegen jou, vijf, vijf, grote.
[medeverdachte 2] : Ohhh ...
[medeverdachte 1] : Dat is het probleem, vijf grote. Er ligt hier niks.
[medeverdachte 2] : Ze zijn daar en we moeten dus anderen bij doen.
(…)
[medeverdachte 1] : Dan hebben we een probleem. Is er hier niks, anders.
[medeverdachte 2] : Er zijn wel daar drie of vier, maar niet vijf.
[medeverdachte 1] : Een probleem, dan, ik ga kijken hoe ik het met ze oplos.
[medeverdachte 2] : Is goed. [89]
Om 14.05 uur belt [medeverdachte 1] naar [verdachte] en spreken ze ergens af. [90]
Om 15:08 uur stuurt [verdachte] een sms-bericht aan [G] :
Ga nu weg ben half uur daar ok lief meisje kusxxxxx [91]
Om 15:43 uur stuurt [verdachte] een sms-bericht aan [G] :
Ben er lief meisje xxx [92]
Op
12 augustus 2015om 15:52 uur smst [G] naar verdachte [verdachte] dat ze er nu aan komt (Bron: tapgesprek 568 op de lijn TA23). De telefoon van [verdachte] straalt ten tijde van deze sms’jes een zendmast aan de [adres] in [woonplaats] aan. [93]
Om 16:13 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 2] :
[medeverdachte 1] : Hallo. Ik ben over tien klaar en ik kom dan.
[medeverdachte 2] : Klaar, alles is goed toch?
[medeverdachte 1] : Ja. alles is goed. [94]
Op 12 augustus 2015 om 16:13 uur straalt de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] een zendmast aan de [adres] in [woonplaats] aan. Om 16.30 uur straalt zijn telefoon een zendmast aan de [adres] in [woonplaats] aan. [95]
Op 12 augustus om 18:08 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 2] :
[medeverdachte 1] : Ben jij ver?
[medeverdachte 2] : Ik ben ver ja.
[medeverdachte 1] : Maar een (1) van die dingen mist 20 van. Ik keek mee zelf.
[medeverdachte 2] : Ja.
[medeverdachte 1] : In totaal was het 124 minder.
[medeverdachte 2] : Oke ...
[medeverdachte 1] : Je weet hoe die gasten werken?
[medeverdachte 2] : Ja.
[medeverdachte 1] : Zij pakken alles uit, je weet hoe het werkt?
[medeverdachte 2] : Ja. [96]
Om 18:10 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 2] :
[medeverdachte 1] : Heb je die ene die ik terug heb gebracht niet hier gelaten.
[medeverdachte 2] : Welke?
[medeverdachte 1] : Eentje van dat spul, dat ik heb teruggebracht? Zijn ze niet hier.
[medeverdachte 2] : Ze zijn wel daar.
[medeverdachte 1] : Waar?
[medeverdachte 2] : Kijk daar in de woonkamer.
[medeverdachte 1] : Ja.
[medeverdachte 2] : In die grote ....
[medeverdachte 1] : Ja.
[medeverdachte 2] : Aan de linkerkant, daar staat een theepot en daarin zit die. [97]
Om 20:40 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] :
(…)
[medeverdachte 1] : Hoe heten die mensen, die zijn euhh ... weet je [adres] , als je naar [adres] gaat. Aan het begin daar, helemaal aan het begin heb je daar!!
(…)
[medeverdachte 1] : Lutte en Signaal of zo? Ze hebben vijf. 1 in het centrum. (…)
[medeverdachte 1] : (…) Ik schrok wel een beetje.
[medeverdachte 3] : Waarom?
[medeverdachte 1] : Omdat zij zo klaarblijkelijk werken!! (…)
[medeverdachte 1] : Die andere was in paniek. Die ene, je weet wel, wie, was in paniek, hij zei als het niks is: "Dan niet". Hij had vijf van [naam] aan mij gereed gehouden. Je weet wel, die kleintjes. Ik heb tegen hem gezegd, nee, man, vijf (5) van die grote en hij zei: "Ehh???".
En ik zei tegen hem 37!!! En hij zei toen: "Nee, nee, nee, nee, nee, begrijp je mij?".
[medeverdachte 3] : Ja.
[medeverdachte 1] : Daarna ben ik naar huis gegaan en ik zag 5 van die kleine dingen. Ik zei tegen hem: "Vijf grote". Maar hij was toen al in Gouda of in Den Haag. Toen zei hij, het hoeft niet en ik zei tegen hem, je moet komen, want er zitten mensen te wachten.
Maar hij had geen zin om terug te komen.
[medeverdachte 3] : Ja.
[medeverdachte 1] : En toen .... (ntv) ... zei die, wat is dit allemaal, je moet oppassen dat er niets fout gaat of zo.
[medeverdachte 3] : Alleen daarvoor had je het niet moet doen.
[medeverdachte 1] : Maar luister eens, je weet toch hoe ik bezit, ik moet nou alles doen.
[medeverdachte 3] : Ja.
[medeverdachte 1] : Ze pakte dat en ze zou gaan en meteen terugkomen. Maar ....
[medeverdachte 3] : Ja.
[medeverdachte 1] : Je weet hoe zij doen, alles open en zo.
[medeverdachte 3] : Ja, ja, ja, ga verder.
[medeverdachte 1] : Je weet hoe ze het doen, het duurde lang, het duurde 1 uur. Toen heeft hij gebeld en ik zei tegen hem klaar, over tien minuten kom ik. Begrijp je?
[medeverdachte 3] : Ja.
[medeverdachte 1] : Hij zei, oke, klaar, ik wacht af, als alles goed gegaan is. [98]
Om 21:46 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] :
[medeverdachte 3] zegt dat die ouwe man een egoïstisch en gierig man is.
(…)
[medeverdachte 1] zegt dat hij in feiten voor 300 euro heeft gewerkt en dat hij
dat zelf gepakt heeft, maar niet weet hoe hij zou gaan reageren.
(…).
[medeverdachte 1] zegt: “Je weet hoe ik ben, als iemand tegen mij zegt, Amsterdam, Amsterdam, en als ik naar Amsterdam ga, dan wil ik gewoon heen en terug, klaar, maar het ging niet zo en ik was bang”.
[medeverdachte 3] zegt dat die auto niet van mij was en [medeverdachte 1] zegt, ik zei ook tegen hem, ik zei: “Je had ook tegen mij kunnen zeggen, geef mij maar, wat maakt het uit, of ik je hier geef of ik geef je het in Utrecht”. [medeverdachte 3] zegt dat ene hem niet interesseert, maar wat hem wel interesseert is die oude, die altijd zo is en niets met hem kunnen bereiken.
(…)
[medeverdachte 3] zegt dat die man niks is en dat hij zelf die auto heeft verzekerd, APKgekeurd
en alles geregeld heeft. [medeverdachte 1] vraagt hem hoe het kan dat hij dat niet geregeld heeft, terwijl hij daar 3 maanden was. [medeverdachte 3] weet dus niet hoe die man denkt en vraagt hem of [verdachte] nog daar is.
[medeverdachte 1] zegt dat [verdachte] misschien a.s. zaterdag gaat vertrekken en vraagt hem zijn moeder daar goed aangekomen is. [medeverdachte 3] zegt dat zij boven zijn en dat hij lang heeft moeten wachten op de luchthaven op ze. [99]
Om 22:36 uur belt [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 1] :
[medeverdachte 2] : Ben je thuis.
[medeverdachte 1] : Nee, dat ene ligt daar.
[medeverdachte 2] : Waar?
[medeverdachte 1] : Waar je zit, daar achter, je moet een beetje verschuiven. Daar onder. Waar jij altijd zit.
[medeverdachte 2] : Oke,
[medeverdachte 1] : Klaar.
[medeverdachte 2] : Oke.
[medeverdachte 1] : Ik heb 300 van meegenomen. Heb ik nodig.
[medeverdachte 2] : Oke, is goed. [100]
Verdachte heeft tijdens de inhoudelijke behandeling verklaard dat hij ten tijde van het tenlastegelegde (en ook op dit moment) een relatie heeft met [G] . Ook verklaarde verdachte dat hij samen met [medeverdachte 1] op 12 augustus 2015 in Amsterdam was. [101]
4.8
Gesprekken op 26 tot en met 29 september 2015
Op
26 september 2015om 19:43 uur belt NNman 7683 naar [medeverdachte 3] :
[medeverdachte 3] : (…) ik weet niet of ik morgen 13.00 uur wakker ben.
NN: Weetje wat het is? Die oudjes, je weet toch hoe ze zijn, die oudjes, je weet wel, hij had ook wat te doen.
(…)
NN: hij heeft wat te doen, snap je?
[medeverdachte 3] : Ja. (…) ehhh kijk ik kan niets anders zeggen dan in de middag. Hoe laat weet ik niet, begrijp je? Maar het is wel klaar.
(…)
[medeverdachte 3] : Nee, klaar, het ligt niet aan mij hier. Het ligt aan diegene die het komt brengen.
(…)
[medeverdachte 3] : Nee, dat had ik niet gevraagd, ik heb hem net gesproken, hij zei tegen mij "die huisnummer" 13 en half.
NN: Ja.
[medeverdachte 3] : Want dan ga ik hem even nou .. (mtv) .... hoe laat morgen?
NN: 13 en half of 14?
[medeverdachte 3] : 13 en half.
NN: Dus geen 15?
[medeverdachte 3] : Jij krijgt nog die andere die over was van mij, is goed, een goede extraatje, ja
NN: Ja, dus 15 toch?
[medeverdachte 3] : Ja, een goede extraatje
(…)
NN: Ok? Dus je snap toch, huisnummer 7 morgen, en huisnummer 8 maandag.
[medeverdachte 3] : Ja, ja. (…) [102]
Op
27 september 2015om 00:08 uur sms’t [medeverdachte 3] naar Nnman 7683
Morgen zeker tijd niet precies maar wollah morgen heb je ze [103]
Op
27 september 2015om 00:19 uur sms’t Nnman 7683 naar [medeverdachte 3] :
Oké dus voor 4 toch [104]
Op 27 september 2015 om 14:29 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 2] :
[medeverdachte 3] vraagt: is hij nog niet gekomen?
[medeverdachte 2] : nee, hij is er niet [105]
(…)
Op 28 september 2015 om 14.57 belt Nnman 7683 naar [medeverdachte 3] :
[medeverdachte 3] : Oke, kom naar [adres] . Ik ben klaar. [106]
Op 28 september 2015 om 14:59 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 2] :
[medeverdachte 3] : hallo, moet ik hem vragen te komen?
[medeverdachte 2] : ze zijn hier, ze zijn hier.
[medeverdachte 3] : ok, ok [107]
Op 28 september 2015 om 15:07 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 2] :
[medeverdachte 2] : hoeveel heeft hij nodig?
[medeverdachte 3] : hij komt zo naar mij toe, en dan zal ik jou vertellen hoeveel
[medeverdachte 2] : gaat hij eerst bekijken?
[medeverdachte 3] : nee, oke, er valt verder voor hem niets te zien, het is toch dezelfde?
[medeverdachte 2] : is dezelfde
[medeverdachte 3] : ok, er valt niets te zien
[medeverdachte 2] : Hoeveel moet ik halen, Zeven? Zes, zeven?
[medeverdachte 3] : In ieder geval, haal 7, haal in ieder geval 7
[medeverdachte 2] : Ok [108]
Op 29 september 2015 om 09:56 uur belt [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 3] :
[medeverdachte 3] : he
[medeverdachte 2] : .... gekomen? (ntv.)
[medeverdachte 3] : nee, hij is onderweg. Ik ben beneden, ik ben koffie aan het drinken, ik kom eraan [109]
Op 29 september 2015 om 11:01 uur belt Nnman 7683 naar [medeverdachte 3] :
N: Broer, er is hier geen 8, je hebt mij geen 8 gegeven
[medeverdachte 3] : Hoeveel is daar? Dan moet ik even naar boven lopen.
N: Je hebt mij ding eh gegeven, 13 (fon.ntv), elke zoveel, hoeveel zit in elke?
(…)
[medeverdachte 3] Wacht even, ik app jou nu terug. [110]
Op 29 september 2015 om 11:07 uur belt Nnman 7683 naar [medeverdachte 3] :
NN: Hey man, eh huisnummer ..
[medeverdachte 3] : Begrepen?
NN: .. ja man, huisnummer 1 eh, is er nog wel van die merk, of niet? Daar van die eh ..
[medeverdachte 3] : Ja, volgende week weer.
NN: Oh, vandaag dus niet eh dinge .. ?
[medeverdachte 3] : Nee. (…)
[medeverdachte 3] : Saffie, oké, tot zo.
NN: Dus eh huisnummer 14 he, klaar he?
[medeverdachte 3] : Ja, saffie, doei. [111]
Op 29 september 2015 om 13:15 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 2] :
[medeverdachte 2] : is hij gekomen?
[medeverdachte 3] : ehh ja, ik heb je bril gevonden, ik heb ze bij bij dat bankstel, in dat hoekje gelegd
[medeverdachte 2] : is goed [112]
Op 22 oktober 2015 vindt een ovc-gesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] :
[verdachte] : Oh ja, eh, een plakkie hash van die ouwe kan ik kwijt, waar ik kom. Maarja, plakkie is niks.
[medeverdachte 1] : Hij heeft niks meer.
[verdachte] : Is alles weg?
[medeverdachte 1] : Ja [113]
De politie heeft op basis van onderzoek in een landelijk registratiesysteem en op internet geconcludeerd dat een gemiddelde prijs van € 4.500,- voor de tussenhandel van 1 kilogram hasjiesj aannemelijk is. [114]
Bij de doorzoeking in de woning aan de [adres] te [woonplaats] is op de slaapkamer van [medeverdachte 2] een geldbedrag achter de verwarming aangetroffen. Dit betrof een geldbedrag van in totaal € 75.050,-.
Een deel van het geld was verpakt in een witte enveloppe en een deel in een zogenoemde sealbag. Op de sealbag en de enveloppe stond handgeschreven: 29-09-2015. [115]
[medeverdachte 2] heeft bij de politie over het aangetroffen geld op zijn slaapkamer het volgende verklaard:
“Als ik er geld instop of uithaal dan schrijf ik dat op de envelop. Ik streep de datum door of ik pak een nieuwe envelop. (…) Ik verander alleen de datum als er iets gebeurt.” [116]
4.9
Bewijsoverwegingen gesprekken augustus en september 2015
Versluierd taalgebruik
In de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen wordt overduidelijk versluierd taalgebruik gehanteerd. Voor de gespreksdeelnemers is duidelijk wat bedoeld wordt, echter is dit – op voorhand – voor een derde niet het geval.
Bij de uitleg van versluierd taalgebruik of codetaal komt het vooral aan op de betekenis die voor het bewijs moet worden toegekend aan de inhoud van afgeluisterde en opgenomen telefoongesprekken, de kring van personen met wie die gesprekken zijn gevoerd, alsmede de continuïteit waarin zij voorkomen en overige gedragingen dan wel gebeurtenissen, waarvan is vastgesteld dat deze respectievelijk zijn verricht en zich hebben voorgedaan, zoals reisbewegingen en ontmoetingen. Voorts kan een rol spelen dat bepaalde goederen/ verdovende middelen op een voor de bewijslevering relevante plaats en/of tijdstip zijn aangetroffen. [117]
Uit de voornoemde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] met enige continuïteit dezelfde versluierde termijn gebruikten om over specifieke onderwerpen te spreken. Ook blijkt dat de medeverdachten elkaar begrijpen wanneer in cryptische termen wordt gesproken. Uit de gesprekken in onderlinge samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen, acht de rechtbank bewezen dat de gesprekken betrekking hebben op de verkoop van hasj dan wel hennep. Naast de omstandigheid dat in een enkel gesprek letterlijk over coffeeshops en plakken hasj wordt gesproken, acht de rechtbank hiertoe het volgende van belang.
Levering op 12 augustus 2015
Uit de weergegeven bewijsmiddelen met betrekking tot de periode van 11 en 12 augustus 2015 blijkt dat met enige regelmaat wordt gesproken over cijfers: “vijf bosjes trekdrop” voor “maat 42”. En over “vijf grote” en “vijf kleine”, “ze betalen zes, zeven”, “Ze betalen vier”. “37 moet je ze niet geven”, “Die is voor 40”. “in totaal was het 124 minder” en “300 van genomen”. Ook wordt er gesproken over “dingen” en “spul”.
De rechtbank leidt uit bovenstaande bewijsmiddelen af dat [medeverdachte 1] met verdachte op 12 augustus 2015 naar [G] in Amsterdam is gegaan om hasj (vijf bosjes trekdrop) af te leveren.
De drugs is door [medeverdachte 2] klaargelegd (vijf grote) en [medeverdachte 2] wordt geconsulteerd over de koopprijs (niet voor 37) en wordt gebeld als er te weinig drugs blijkt te zijn (124 minder). Het met de verkoop van de hasj verdiende geld wordt in de woning van
[medeverdachte 2] neergelegd (‘onder waar hij altijd zit’). [medeverdachte 3] wordt hierbij door
[medeverdachte 1] om advies gevraagd en zij plegen overleg. [medeverdachte 1] beklaagt zich na afloop bij [medeverdachte 3] over het feit dat hij maar voor 300 euro heeft gewerkt en dat zelf heeft gepakt en later op de avond als hij [medeverdachte 2] op de hoogte stelt waar het geld ligt, vertelt hij dat hij ‘300 heeft meegenomen’.
Bezien in onderlinge samenhang met de bewijsmiddelen van de overige zaaksdossiers – leidt de rechtbank af dat met “vijf bosjes trekdrop voor maat 42”, vijf kilo hasj voor € 4.200,- wordt bedoeld. Bij dat oordeel heeft de rechtbank betrokken dat uit het hiervoor weergegeven proces-verbaal van bevindingen blijkt dat een gemiddelde prijs van € 4.500,- voor een kilo hasj een aannemelijk bedrag is. Verder acht de rechtbank van belang dat [G] werkzaam is voor een vijftal coffeeshops in Amsterdam. Tot slot betrekt de rechtbank bij haar oordeel dat verdachte, [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] geen andere uitleg hebben gegeven voor de gevoerde tapgesprekken en Sms-berichten.
Verdachte komt bij bovenstaande deal naar voren als contactpersoon van de leverancier en afzetter.
Levering eind september 2015
Uit de weergegeven bewijsmiddelen met betrekking tot de periode van 26 tot en met 29 september 2015 blijkt dat met enige regelmaat wordt gesproken over cijfers: “huisnummer 15” voor “huisnummer 7”, “huisnummer 8” en “7” en “8”, voor “4”.
De rechtbank leidt uit bovenstaande bewijsmiddelen af dat [medeverdachte 3] vanaf 26 september 2015 gesprekken voert met een Nnman over het leveren van in totaal 15 kilo hasj, bestaande uit een levering van 8 en 7 kilo, voor € 4.000 per kilo. Op 28 september 2016 vindt de eerste levering plaats op de [adres] (‘kom [adres] ’), waarbij [medeverdachte 2] de zeven kilo hasj haalt (‘haal in elk geval 7’) en [medeverdachte 3] informeert of de wederpartij er al is. Op 29 september 2015 wordt de resterende 8 kilo geleverd, waarbij er uiteindelijk te weinig wordt geleverd (‘broer, er is hier geen 8’). Het geld wordt bij [medeverdachte 2] thuis gelegd (‘ik heb je bril (…) bij dat bankstel gelegd’).
Bezien in onderlinge samenhang met de bewijsmiddelen van de overige zaaksdossiers – leidt de rechtbank af dat met “huisnummer 15”, voor ‘4’ vijftien kilo hasj voor €4.000,- per kilo wordt bedoeld. Bij dat oordeel heeft de rechtbank betrokken dat uit voormeld proces-verbaal van bevindingen blijkt dat een gemiddelde prijs van € 4.500,- voor een kilo hasj aannemelijk is. Verder betrekt de rechtbank bij haar oordeel dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] geen andere uitleg hebben gegeven voor de gevoerde tapgesprekken en Sms-berichten. Tot slot acht de rechtbank van belang dat op de in de woning van [medeverdachte 2] aangetroffen enveloppe met
€ 75.050,- als datum 29-09-2015 staat vermeld, zijnde de leveringsdatum van de hasj.
Conclusie overdrachten verdovende middelen
De rechtbank acht op grond van bovenstaande bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in samenwerking met medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] hoeveelheden hasj heeft overgedragen en verkocht (feit 1, derde gedachtestreepje). Ook acht de rechtbank bewezen dat de woning van [medeverdachte 2] hierbij dienst deed als opslagplek voor de te verkopen hasj en het verdiende geld (feit 1, vierde gedachtestreepje).
4.1
Beoordeling van het ten laste gelegde – criminele organisatie
De vraag die de rechtbank moet beoordelen is of het hierboven bewezenverklaarde handelen een criminele organisatie oplevert en of verdachte door het ten aanzien van hem bewezenverklaarde handelen heeft deelgenomen aan deze criminele organisatie.
Van een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is sprake als blijkt van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad. Dit kan blijken uit een onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie. Vast moet komen te staan dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk had. Daarnaast moet verdachte een aandeel hebben in het samenwerkingsverband dan wel moet verdachte de gedragingen, die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie, ondersteunen.
Voor de bewezenverklaring van ‘een organisatie’ als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is niet vereist dat de verdachte heeft samengewerkt of bekend was met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is.
Tot slot moet bewezen kunnen worden dat verdachte opzet had op het deelnemen aan de organisatie. Voldoende daarvoor is dat verdachte in zijn algemeenheid weet dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft.
Samenwerkingsverband met een zekere structuur
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier volgt dat er sprake is van een samenwerkingsverband tussen meerdere personen met een zekere structuur en verdeling van taken.
[medeverdachte 1] heeft daarbij de grootste rol. Hij heeft contact met de overige leden van de organisatie, heeft contact met de afnemers van de drugs, is het centrale aanspreekpunt en de initiatiefnemer bij het opzetten van een hennepkwekerij in Spanje.
[medeverdachte 3] wordt om raad gevraagd en op de hoogte gehouden van de verkoop van de drugs in Nederland en het opzetten van de hennepkwekerij in Spanje. Ook heeft [medeverdachte 3] contact met de overige leden van de criminele organisatie, waaronder verdachte. Verder heeft [medeverdachte 3] geld ter beschikking gesteld ten behoeve van de hennepkwekerij in Spanje.
De drugs en het geld dat met de verkoop daarvan in Nederland werd verdiend, werden bewaard in de woning van [medeverdachte 2] . Uit de tapgesprekken blijkt dat [medeverdachte 2] de drugs telkens klaar zet en het geld bewaart.
Verdachte heeft een faciliterende rol. Hij brengt [medeverdachte 1] in contact met zijn vriendin voor de verkoop van hasj aan coffeeshops in Amsterdam en gaat in opdracht van [medeverdachte 1] naar Spanje om een hennepkwekerij op te zetten.
De rechtbank overweegt dat het gebruik van versluierd taalgebruik en codewoorden –
en de voorafgaande afstemming van dit taalgebruik – ook wijst op een georganiseerde samenwerking. Deze contacten, bezien in samenhang met de bewezenverklaarde overdrachten en de bewezenverklaarde hennepkwekerij in Spanje, rechtvaardigen de conclusie dat in de tenlastegelegde periode sprake was van een gestructureerd samenwerkingsverband met een zekere organisatiegraad tussen meerdere personen, die de handel van hasj en het opzetten van hennepkwekerijen in Spanje tot oogmerk had.
Samenwerkingsverband van een zekere duurzaamheid
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de nauwe samenwerking in ieder geval voor de periode van 19 mei 2015 tot 9 februari 2016 (de datum van de politie-inval) kan worden vastgesteld.
Op 19 mei 2015 heeft [medeverdachte 1] een van de eerste telefonische gesprekken over de hennepkwekerij in Spanje en verdachte heeft verklaard dat hij op 22 mei 2015 al naar Spanje
is afgereisd.
De rechtbank is van oordeel dat een periode van ruim acht maanden dusdanig lang is dat van een duurzaam verband kan worden gesproken.
Deelname aan de organisatie
Uit het voorgaande vloeit naar het oordeel van de rechtbank voort dat verdachte samen met medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] deelnam aan de organisatie, nu zij allen gedragingen hebben verricht die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van die organisatie. Dat verdachte – meer dan in algemene zin – wist van het oogmerk van de organisatie volgt uit voorgaande overwegingen.
Conclusie criminele organisatie
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het bovenstaande wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte samen met medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , in de periode van 19 mei 2015 tot en met 9 februari 2016, deelnam aan een criminele organisatie die het oogmerk had tot het plegen van hennepteelt en hasjhandel. De rechtbank acht het onder 1 tenlastegelegde feit aldus wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
in de periode van 19 mei 2015 tot en met 9 februari 2016 in de gemeente Utrecht en elders in Nederland en in Spanje, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit verdachte en anderen, te weten (onder andere) [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 11 derde, vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet en/of artikel 11a van de Opiumwet, namelijk:
- ( in de uitoefening van een bedrijf of beroep) opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van hoeveelheden hasjiesj in elk geval een materiaal bevattende een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj en/of hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II
en
- het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van hoeveelheden hasjiesj in elk geval een materiaal bevattende een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj en/of hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II
en
- het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van grote hoeveelheden hasjiesj in elk geval een materiaal bevattende een gebruikelijk vast mengsel
van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj en/of hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II en
- het voorhanden hebben van ruimten en gelden, waarvan hij, verdachte en andere personen wisten of ernstige reden hadden om te vermoeden dat dit/deze
bestemd was/waren tot het plegen van een van de in artikel 11 derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Kwalificatie-uitsluiting tweede gedachtestreepje (import)
Ten tijde van het ten laste gelegde was in de wettekst van artikel 11b Opiumwet artikel 10 lid 4 (im- en export) Opiumwet nog niet opgenomen. Dit betekent dat de import (als doel van de organisatie) wel bewezen kan worden, maar niet kan worden gekwalificeerd.
De rechtbank zal verdachte daarom ten aanzien van het onder het tweede gedachtestreepje ten laste gelegde ontslaan van alle rechtsvervolging. Overigens is er geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
Het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11 lid 3 en lid 5 en artikel 11a van de Opiumwet.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een taakstraf van 200 uren, met aftrek van het voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 100 dagen hechtenis;
- een gevangenisstraf van 4 maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit om bij eventuele strafoplegging rekening te houden met de forse overschrijding van de redelijke termijn en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Om die redenen acht de raadsvrouw het passend de zaak af te doen met een werkstraf. Deze werkstraf zou eventueel gecombineerd kunnen worden met een korte voorwaardelijke gevangenisstraf. Zij bepleit om in ieder geval niet over te gaan tot het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft ruim acht maanden deelgenomen aan een criminele organisatie. Deze organisatie had als doel het opzetten van hennepkwekerijen in Spanje en de hasjhandel in Nederland. Het in georganiseerd verband plegen van dergelijke strafbare feiten werkt ontwrichtend voor de samenleving. Verdachte had een faciliterende/uitvoerende rol binnen deze organisatie. Zo bouwde hij de hennepkwekerij en was hij bij de hasjhandel betrokken als contactpersoon van leverancier en afzetters (coffeeshops).
Door deel te nemen aan de criminele organisatie heeft verdachte geen oog gehad voor de maatschappelijke problemen die de handel in softdrugs met zich brengt. Het ongereguleerd handelen in drugs brengt een bedreiging voor de volksgezondheid met zich mee en leidt tot onrust in de samenleving. Achter de illegale handel in drugs gaat bovendien een wereld van georganiseerde criminaliteit schuil die wordt gekenmerkt door intimidatie en geweld. Verdachte heeft door zijn deelname aan de criminele organisatie daaraan een bijdrage geleverd. Verdachte heeft zich om alle hierboven genoemde gevolgen niet bekommerd en zich kennelijk louter laten leiden door eigen winstbejag.
Persoonlijke omstandigheden
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 15 november 2019. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld. Verdachte heeft geen relevante veroordelingen op zijn strafblad staan betreffende de Opiumwet. Dit gegeven weegt de rechtbank in het voordeel noch in het nadeel van verdachte mee.
Overschrijding redelijke termijn
De rechtbank stelt vast dat verdachte op 9 februari 2016 in verzekering is gesteld. Op die datum is de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden aangevangen. Dit is namelijk het moment waarop vanwege de Nederlandse Staat jegens verdachte een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kon ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het Openbaar Ministerie een strafvervolging zou worden ingesteld. De behandeling in eerste aanleg is niet binnen twee jaar na aanvang van de redelijke termijn met een eindvonnis afgerond, terwijl niet van bijzondere omstandigheden is gebleken die deze overschrijding rechtvaardigen. De redelijke termijn is met ruim 23 maanden overschreden. De rechtbank zal hiermee bij de strafoplegging rekening houden.
Strafoplegging
Bij de vaststelling van de duur van de op te leggen straffen heeft de rechtbank acht geslagen op hetgeen in vergelijkbare gevallen is opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat voor de langdurige deelname van verdachte aan de criminele organisatie in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is. Gelet op de forse overschrijding van de redelijke termijn en de rol die verdachte binnen de criminele organisatie heeft vervuld, zal de rechtbank in dit specifieke geval volstaan met het opleggen van een onvoorwaardelijke werkstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Bij het opleggen van de voorwaardelijke gevangenisstraf betrekt de rechtbank ook nog dat de kans op recidive aanwezig is, gelet op de langdurige deelname van verdachte aan een criminele organisatie.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en een werkstraf voor de duur van 200 uur, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht en artikel 11b van de Opiumwet, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
2 (twee) maanden;
- bepaalt dat de gevangenisstraf
nietzal worden
ten uitvoergelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast;
- stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
- veroordeelt verdachte tot een
taakstrafvan
200 uren;
- beveelt dat voor het geval de verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door
100 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J. van Rijssen, voorzitter, mrs. H.F. Koenis en
C. van de Lustgraaf, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Harskamp-Snoeren, griffier,
en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 januari 2020.
Bijlage: de gewijzigde tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 01 maart 2015 tot en met 09 februari 2016
in de gemeente Utrecht en/of (elders) in Nederland en/of in Spanje,
heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit verdachte en/of een of
meer anderen, te weten (onder andere) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 6] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als
bedoeld in artikel 11 derde, vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet en/of
artikel 11a van de Opiumwet, namelijk:
- ( in de uitoefening van een bedrijf of beroep) opzettelijk telen, bereiden,
bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van
hoeveelheden hasjiesj in elk geval een materiaal bevattende een gebruikelijk
vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep
waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj en/of
hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II
en/of
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen
van hoeveelheden hasjiesj in elk geval een materiaal bevattende een
gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van
hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj
en/of hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II
en/of
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren,
verstrekken, vervoeren en/of aanwezig hebben van grote hoeveelheden
hasjiesj in elk geval een materiaal bevattende een gebruikelijk vast mengsel
van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere
substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj en/of hennep een middel vermeld
op de bij de Opiumwet behorende lijst II en/of
- het voorhanden hebben van ruimten, gelden en/of andere betaalmiddelen
en/of gegevens, waarvan hij, verdachte en/of een of meer andere
perso(o)n(en) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat deze
bestemd was/waren tot het plegen van een van de in artikel 11 derde en/of
vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
Art. 11 lid 1 Opiumwet

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 2 mei 2016, genummerd 2014203884, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 3167. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van verhoor medeverdachte [verdachte] , pagina 296.
3.Een proces-verbaal van verhoor medeverdachte [verdachte] , pagina 297.
4.Een proces-verbaal van verhoor medeverdachte [verdachte] , pagina 301.
5.Een proces-verbaal van verhoor medeverdachte [verdachte] , pagina 302.
6.Een proces-verbaal van verhoor medeverdachte [verdachte] , pagina 306.
7.Een proces-verbaal van verhoor medeverdachte [verdachte] , pagina 307.
8.Een proces-verbaal van verhoor medeverdachte [verdachte] , pagina 308.
9.Een tapgesprek van 19 mei 2015, pagina 692.
10.Een tapgesprek van 20 juli 2015, pagina 714.
11.Een tapgesprek van 20 juli 2015, pagina 715.
12.Een tapgesprek van 20 juli 2015, pagina 716.
13.Een tapgesprek van 26 juli 2015, pagina 727.
14.Een tapgesprek van 2 augustus 2015, pagina 733.
15.Een tapgesprek van 12 augustus 2015, pagina’s 1233-1234
16.Een proces-verbaal van bevindingen uitwerking OVC-gesprek van 26 augustus 2015, pagina 762.
17.Een proces-verbaal van bevindingen uitwerking OVC-gesprek van 26 augustus 2015, pagina 763.
18.Een proces-verbaal van bevindingen uitwerking OVC-gesprek van 26 augustus 2015, pagina 764.
19.Een tapgesprek van 26 augustus 2015, pagina 756.
20.Een tapgesprek van 27 augustus 2015, pagina 777 en 778.
21.Een tapgesprek van 1 september 2015, pagina 779.
22.Een tapgesprek van 2 september 2015, pagina 780.
23.Een proces-verbaal van bevindingen uitwerking OVC-gesprek van 5 oktober 2015, pagina 807.
24.Een proces-verbaal van bevindingen uitwerking OVC-gesprek van 5 oktober 2015, pagina 808.
25.Een proces-verbaal van bevindingen uitwerking OVC-gesprek van 5 oktober 2015, pagina 809.
26.Een geschrift, zijnde een vertaald observatieverslag m.b.t. 6 oktober 2015, pagina 820.
27.Een geschrift, zijnde een vertaald observatieverslag m.b.t. 6 oktober 2015, pagina 821.
28.Een tapgesprek van 12 oktober 2015, pagina 832.
29.Een tapgesprek van 12 oktober 2016, pagina 833.
30.Een tapgesprek van 14 oktober 2015, pagina 858
31.Een tapgesprek van 14 oktober 2015 om 13:13 uur, pagina 859.
32.Een proces-verbaal van bevindingen van 27 oktober 2015, pagina 846.
33.Een tapgesprek van 20 oktober 2015, pagina 907.
34.Een tapgesprek van 20 oktober 2015, pagina 908.
35.Een proces-verbaal van uitwerking OVC-gesprek van 22 oktober 2015, pagina 915.
36.Een proces-verbaal van uitwerking OVC-gesprek van 22 oktober 2015, pagina 916.
37.Een proces-verbaal van uitwerking OVC-gesprek van 22 oktober 2015, pagina 917.
38.Een proces-verbaal van uitwerking OVC-gesprek van 22 oktober 2015, pagina 919.
39.Een proces-verbaal van uitwerking OVC-gesprek van 22 oktober 2015, pagina 927.
40.Een proces-verbaal van uitwerking OVC-gesprek van 22 oktober 2015, pagina 928.
41.Een proces-verbaal van uitwerking OVC-gesprek van 22 oktober 2015, pagina 929.
42.Een tapgesprek van 22 oktober 2015, pagina 936.
43.Een tapgesprek van 22 oktober 2015, pagina 937.
44.Een tapgesprek van 19 november 2015, pagina 970.
45.Een tapgesprek van 19 november 2015, pagina 971.
46.Een tapgesprek van 29 november 2015, pagina 985.
47.Een tapgesprek van 29 november 2015, pagina 985.
48.Een tapgesprek van 3 december 2015, pagina 921.
49.Een tapgesprek van 3 december 2015, pagina 922.
50.Een tapgesprek van 13 december 2015, pagina 1003.
51.Een tapgesprek van 13 december 2015, pagina 1004.
52.Een tapgesprek van 16 december 2015, pagina 1007.
53.Een tapgesprek van 16 december 2015, pagina 1008.
54.Een tapgesprek van 16 december 2015, pagina 1009.
55.Een tapgesprek van 20 december 2015, pagina 1012.
56.Een tapgesprek van 20 december 2015, pagina 1013.
57.Een tapgesprek van 20 december 2015, pagina 1015.
58.Een tapgesprek van 26 december 2015, pagina 1050.
59.Een tapgesprek van 26 december 2015, pagina 1050.
60.Een tapgesprek van 26 december 2015, pagina 1051.
61.Een tapgesprek van 3 januari 2016, pagina 1052.
62.Een tapgesprek van 3 januari 2016, pagina 1053.
63.Een tapgesprek van 3 januari 2016, pagina 1054.
64.Een tapgesprek van 11 januari 2016, pagina 1063.
65.Een tapgesprek van 11 januari 2016, pagina 1064.
66.Een proces-verbaal van uitwerking ovc-gesprek van 18 januari 2016, pagina 1081.
67.Een proces-verbaal van uitwerking ovc-gesprek van 18 januari 2016, pagina 1082.
68.Een tapgesprek van 22 januari 2016, pagina 1117.
69.Een geschrift, zijnde een overzicht in het Engels van geldoverdracht, pagina 1058.
70.Een tapgesprek van 27 januari 2016, pagina 1120.
71.Een tapgesprek van 27 januari 2016, pagina 1121.
72.Een tapgesprek van 27 januari 2016, pagina 1122.
73.Een tapgesprek van 27 januari 2016, pagina 1123.
74.Een tapgesprek van 28 januari 2016, pagina 1124
75.Een tapgesprek van 28 januari 2016, pagina 1125.
76.Een proces-verbaal van bevindingen van 23 februari 2016, pagina 1126.
77.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 4] , pagina 2161.
78.Een tapgesprek (sms) van 11 augustus 2015, pagina 1182.
79.Een tapgesprek van 11 augustus 2015, pagina 1184.
80.Een tapgesprek (sms) van 11 augustus 2015, pagina 1185.
81.Een tapgesprek van 11 augustus 2015, pagina 1186.
82.Een tapgesprek van 11 augustus 2015, pagina 1188.
83.Een proces-verbaal van bevindingen van 31 december 2015, pagina 1189.
84.Een proces-verbaal van bevindingen van 31 december 2015, pagina 1190.
85.Een proces-verbaal van bevindingen van 31 december 2015, pagina 1190.
86.Een tapgesprek van 11 augustus 2015, pagina 1211.
87.Een tapgesprek van 12 augustus 2015, pagina 1214.
88.Een tapgesprek van 12 augustus 2015, pagina 1216.
89.Een tapgesprek van 12 augustus 2015, pagina 1219.
90.Een tapgesprek van 12 augustus 2015, pagina 1217.
91.Een (sms) tapgesprek van 12 augustus 2015, pagina 1223.
92.Een (sms) tapgesprek van 12 augustus 2015, pagina 1224.
93.Een proces-verbaal van bevindingen van 1 april 2016, pagina 1177.
94.Een tapgesprek van 12 augustus 2015, pagina 1226.
95.Een proces-verbaal van bevindingen van 1 april 2016, pagina 1178.
96.Een tapgesprek van 12 augustus 2015, pagina 1229.
97.Een tapgesprek van 12 augustus 2015, pagina 1230.
98.Een tapgesprek van 12 augustus 2015, pagina’s 1231-1232.
99.Een tapgesprek van 12 augustus 2015, pagina’s 1233-1234
100.Een tapgesprek van 12 augustus 2015, pagina 1235.
101.Een proces-verbaal van terechtzitting d.d. 18 november 2019.
102.Een tapgesprek van 26 september 2015, pagina 1240.
103.Een tapgesprek van 27 september 2015, pagina 1241
104.Een tapgesprek van 27 september 2015, pagina 1241
105.Een tapgesprek van 27 september 2015, pagina 1243.
106.Een tapgesprek van 28 september 2015, pagina 1243.
107.Een tapgesprek van 28 september 2015, pagina 1243.
108.Een tapgesprek van 28 september 2015, pagina 1243.
109.Een tapgesprek van 29 september 2015, pagina 1244-1245.
110.Een tapgesprek van 29 september 2015, pagina 1244.
111.Een tapgesprek van 29 september 2015, pagina 1245.
112.Een tapgesprek van 29 september 2015, pagina 1245.
113.Een ovc-gesprek van 22 oktober 2015, pagina 352.
114.Proces-verbaal van bevindingen van 4 april 2016, pagina 1247-1248.
115.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 1239.
116.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 2094.
117.Hof Amsterdam 14-12-2012, ECLI:NL:GHAMS:2012:BZ0303.