Op 10 januari 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak over de leges die door de gemeente Almere zijn geheven voor een omgevingsvergunning voor de bouw van een bedrijfspand. Eiseres, een B.V. gevestigd in Almere, had een omgevingsvergunning aangevraagd voor de bouw van een nieuw bedrijfspand. De gemeente Almere, vertegenwoordigd door de heffingsambtenaar, had de leges vastgesteld op basis van de typering van het bouwwerk als 'showroom', wat resulteerde in een bedrag van € 66.112,20. Eiseres was het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld, waarbij zij stelde dat de gemeente ten onrechte het bouwwerk als showroom had gekwalificeerd.
Tijdens de zitting op 4 november 2019 bleek dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning niet in het dossier was opgenomen, wat leidde tot een verzoek aan de gemeente om deze alsnog te overleggen. Na het indienen van de aanvraag door de gemeente op 18 november 2019, werd duidelijk dat partijen geen overeenstemming hadden bereikt over de hoogte van de leges. De rechtbank heeft op basis van de ingediende stukken en de argumenten van beide partijen geoordeeld dat de gemeente het bouwwerk ten onrechte als showroom had gekwalificeerd. De rechtbank oordeelde dat de leges specifiek betrekking hebben op het in behandeling nemen van de aanvraag en dat de aanvraag duidelijk betrekking had op de bouw van een bedrijfspand.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de gemeente opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres. Tevens is bepaald dat de gemeente het door eiseres betaalde griffierecht van € 345,- dient te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.