Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
[verzoekster],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verzoekster,
gemachtigde mr. I. de Graaff,
wonende te [woonplaats] ,
verweerster,
gemachtigde mr. C.M. van der Corput.
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van [verzoekster] met producties 1 tot en met 35, ter griffie ingekomen op 27 december 2018;
- het verweerschrift van [verweerster] van 24 januari 2019 met producties 1 tot en met 53;
- de brieven van [verweerster] van 24 januari 2019 (vervanging/aanvulling van producties 28 tot en met 30 en overlegging producties 55 tot en met 62), 25 januari 2019 (aanvulling producties 25 en 26 en overlegging producties 63 tot en met 66) en 28 januari 2019 (aanvulling producties 32 en 58 en overlegging producties 67 tot en met 72);
- de brief van [verzoekster] van 30 januari 2019 met aanvullende producties 36 tot en met 44 .
2.De feiten
Vorig jaar onvoldoende ivm slechte beoordelingen van de studenten evaluaties. (…)
[voornaam van verweerster] ,Hierbij het gespreksverslag van ons gesprek van gisteren. Op mijn verzoek hebben we stilgestaan bij het door jouw invulling geven aan het mentorschap (1), jouw begeleiding van de studenten van het [...] (2) en jouw begeleiding van de [...] van de [...] [gemeente] (3).
Vandaag een gesprek gehad met [voornaam van verweerster] .
Afgelopen maandag, 3 april jl. hebben jij, [voornaam van C][ [C] ]
en ik met elkaar gesproken.
(…)
Docentevaluaties nu lager dan de norm (3,8). Uit de docentevaluaties blijkt dat er onvoldoende structuur en duidelijkheid in de lessen is. Informatie wordt niet gedoseerd en de terugkoppeling naar studenten is te langdradig. Er wordt niet geluisterd naar de studenten en wordt niet getoetst of zij de stof wel daadwerkelijk hebben begrepen.
Onvoldoende nemen van verantwoordelijkheid. Uit de gespreksverslagen blijkt dat [voornaam van verweerster] in de genoemde situaties niet zelf de lead neemt maar deze neerlegt bij de studenten. Er wordt in de verdediging gegaan een geen actie ondernomen door [voornaam van verweerster] , omdat de ander in haar ogen verantwoordelijk is. Er wordt geen pragmatische oplossing door [voornaam van verweerster] gezocht.
Onvoldoende hebben van empathie naar collega’s en studenten. Door [voornaam van verweerster] worden studenten en collega’s onvoldoende meegenomen in haar denkwijze. [voornaam van verweerster] gaat solistisch te werk en trekt zich terug.
Collega’s geven aan dat [voornaam van verweerster] negatieve kritiek uit over collega’s en leidinggevenden. Ze creëert verwarring door zaken uit het verleden op te rakelen.
We hebben afgesproken dat je voor dinsdag 20 juni om 12.00 uur je reactie geeft op het document. Voor de duidelijkheid: met dit document beantwoorden wij je vragen die je in eerdere mails hebt gesteld. Met dit document beschrijven wij de aanleiding voor de noodzakelijke verbetering. Om je bij het verbeteren van jouw functioneren te helpen bieden wij je een verbetermogelijkheid aan m.b.v. een coach. Naar aanleiding van het onvoldoende functioneren is dit aanbod niet vrijblijvend.
Inleiding(…) Mevrouw [verweerster] functioneert onvoldoende als docente aan de [onderwijsinstelling] te [plaatsnaam 2] . De [verzoekster] wil dit functioneren graag objectief laten meten. De [verzoekster] geeft nadrukkelijk aan dat zij een conflict met [verweerster] wil voorkomen en dat zij het beste met haar voor heeft. De [verzoekster] geeft aan de indruk te hebben dat [verweerster] tegensputtert en zich niet bewust lijkt te zijn van haar eigen functioneren. Aan de hand van de uitkomsten van dit proces vindt een objectieve beoordeling plaats met betrekking tot het functioneren van mevrouw [verweerster] .
Vorige week heeft uw leidinggevende u uitgenodigd voor een gesprek over uw re-integratie op vrijdag 26 januari om 14.30 uur in [vestigingsplaats] .
Zonder bericht bent u niet verschenen bij dit gesprek. Los van het feit dat de arbeidsdeskundige voor niets op de afgesproken tijd aanwezig was, is dit niet acceptabel en in strijd met uw re-integratieverplichting. Voor de laatste maal waarschuwen we u dat het onvoldoende meewerken aan uw re-integratie zal leiden tot het stopzetten van uw salaris. Mocht dit nogmaals gebeuren, dan zullen wij hiertoe ook overgaan, nu we u inmiddels meerdere keren hebben gewaarschuwd en de consequentie van het onvoldoende meewerken aan de re-integratie voor u duidelijk moet zijn.
Met stijgende verbazing en groeiende verontwaardiging heb ik uw brief van 13 februari 2018 gericht aan mevrouw [verweerster] ontvangen.
, ook toegestuurd aan mevrouw [D] , dat hij nog niet in staat is om een advies op papier te zetten omtrent haar mogelijkheden. En u gaat daar dan simpelweg in uw brief maar vanuit.
Conclusie onderzoek
Advies
De bedrijfsarts een de belastbaarheid van werknemer te laten monitoren.
Laat werknemer de komende maanden re-integreren in de tijdelijke deskresearch opdracht. Blijf het proces van re-integreren goed monitoren.
Conclusie en advies hieruit volgend zijn dat de deskresearchopdracht, zoals wij u die als tijdelijk werk in het kader van re-integratie aanbieden, past bij uw medische belastbaarheid.
(…)
, [B] en [D] , dit op advies van de arbeidsdeskundige en de bedrijfsarts.
Uit arbeidsdeskundig onderzoek wordt geconcludeerd dat er medisch en arbeidsdeskundig geen argumenten zijn waaruit blijkt dat de reintegratie op de eigen werkplek niet wenselijk is en de reintegratie belemmert. De door de werkgever uitgevoerde re-integratie-inspanningen zijn dan ook niet voldoende.”
(…)
[voornaam van verweerster] blijft in ieder geval gedurende de maand oktober werken aan de deskresearchopdracht onder dezelfde afspraken als tot nu toe. Ze kan hier fulltime mee bezig zijn, zodat er geen andere werkzaamheden worden toegevoegd. Ze gebruikt in de praktijk niet de werkplek in het [afkorting] -gebouw, maar werkt uitsluitend vanuit huis. (…)
[voornaam van verweerster] wil vanaf november ingeroosterd worden voor haar eigen werkzaamheden. Het enige dat hiervoor volgens haar nodig is is een taakgesprek met [voornaam van B][ [B] ]
.
[verzoekster] ziet wel een probleem in de werkhervatting, door de niet opgeloste verstoorde arbeidsverhouding en het (grote) verschil in visie op het functioneren van [voornaam van verweerster] .
[verzoekster] gaat zich beraden op het vervolg. (…)”
Allereerst moeten we vaststellen dat [verzoekster] en [voornaam van verweerster] een diepliggend verschil van mening hebben over de manier waarop [voornaam van verweerster] als docent functioneert. (…)
3.Het verzoek
4.Het verweer en het (voorwaardelijk) tegenverzoek
5.De beoordeling
New Hairstyle, ECLI:NL:HR:2017:1187) (niet-limitatieve) gezichtspunten geformuleerd voor het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding. Uit de beschikkingen van de Hoge Raad van 8 juni 2018 (ECLI:NL:HR:2018:857 en 878) blijkt dat de gezichtspunten uit
New Hairstyleook gelden bij het vaststellen van een billijke vergoeding op basis van andere artikelen dan artikel 7:681 BW. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De gezichtspunten die in
New Hairstylezijn geformuleerd, lenen zich daarom ook voor toepassing in een geval als het onderhavige. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de rechter de billijke vergoeding dient te bepalen op een wijze die, en op het niveau dat, aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval. De billijke vergoeding heeft geen punitief doel. De rechter dient in de motivering van zijn oordeel inzicht te geven in de omstandigheden die tot de beslissing over de hoogte van de vergoeding hebben geleid. Daarbij is van belang dat de omvang van de toe te kennen billijke vergoeding zich naar zijn aard moeilijk laat motiveren.