Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 december 2018
- de toelichting op de loonberekening van de zijde van [eiser] en de mededeling dat [eiser] niet ter zitting zal verschijnen
- de comparitie op 12 februari 2019, waarvan de griffier aantekening heeft gehouden.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Wedertewerkstelling en (door)betaling van loon
tijdelijkearbeidsovereenkomst niet wordt
verlengd[cursivering kantonrechter]. De stelling van [gedaagde] dat zij in haar brief van 17 november 2017 niet slechts heeft aangegeven dat de arbeidsovereenkomst niet werd verlengd, maar ook in niet mis te verstane bewoordingen aan [eiser] heeft bevestigd dat het dienstverband werd beëindigd, volgt de kantonrechter dan ook niet. Al aangenomen dat [gedaagde] bedoeld zou hebben ook een eventueel dienstverband voor onbepaalde tijd te beëindigen, dan valt niet in te zien waarom zij in haar brief van 12 december 2017 - in reactie op de suggestie van [eiser] in zijn brief van 8 december 2017 dat sprake zou zijn van een dienstverband voor onbepaalde tijd - dit uitdrukkelijk van de hand heeft gewezen. [gedaagde] handhaaft in die brief immers haar standpunt dat [gedaagde] een andere onderneming is dan [onderneming 1] B.V. en verwerpt dus de stelling van [eiser] dat sprake is van opvolgend werkgeverschap waardoor tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zou zijn ontstaan. Gelet op deze duidelijke (en niet voor een andere uitleg vatbare) stellingname van [gedaagde] ziet de kantonrechter niet in dat [eiser] er desondanks op bedacht had moeten zijn dat de brief van 17 november 2017 óók een opzegging (zonder zijn instemming of toestemming) inhield van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ná 18 december 2017 en hij de rechtsmaatregelen had moeten treffen die daarvoor vereist zijn. De omstandigheid dat [eiser] die rechtsmaatregelen niet heeft getroffen - hij heeft niet verzocht om vernietiging van de ‘opzegging’ door [gedaagde] binnen de in artikel 7:686a lid 4 BW voorgeschreven vervaltermijn - mag onder die omstandigheden niet in zijn nadeel werken.
144,00(2 punten x tarief € 72,00)