Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
(P)
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
( [postcode] ) [woonplaats] , [adres]
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
feit 2 op 19 juni 2019 zich heeft verzet tegen zijn aanhouding, waardoor verbalisant
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 1 november 2019;
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , met bijlage, pagina 1;
- het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] , pagina 33 en 34.
5.BEWEZENVERKLARING
op 19 juni 2019 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning gelegen aan de [adres] weg te nemen goederen en/of geld van hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2] , en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, met zijn mededader,
- een schuifpui van de woning hebben geforceerd en opengebroken en ontzet en
- een raam van de woning hebben geforceerd en opengebroken en
- de woning zijn binnengetreden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
op 19 juni 2019 te [plaats] , zich met geweld, heeft verzet tegen een ambtenaar, [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van haar bediening, te weten het staande houden van verdachte, door zich meermalen met kracht los te trekken uit de greep van die [verbalisant 1] , door arm met kracht naar achteren te trekken, terwijl dit misdrijf en de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel, te weten een gekneusde linker middelvinger en een onderhuidse bloeduitstorting onder de nagel van die linker middelvinger bij die [verbalisant 1] ten gevolge heeft gehad;
snorfiets, toebehorende aan [aangever 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader die weg te nemen snorfiets onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak door een slot van die snorfiets te forceren.
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
10.VORDERING TENUITVOERLEGGING
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
jeugddetentie van 46 dagen;
jeugddetentie een gedeelte van 30 dagen,
niet zal worden ten uitvoer gelegd,tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
proeftijd van 2 jarenvast;
taakstraf, bestaande uit een werkstraf van 40 uren;
vervangen door 20 dagen jeugddetentie;
hij op of omstreeks 19 juni 2019 te [plaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres] ) weg te nemen goederen en/of geld van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen en/of geld onder
zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, met zijn mededader(s), althans alleen
- naar voornoemde woning is/zijn gegaan en/of
- een schuifpui/deur van de woning heeft/hebben geforceerd en/of opengebroken en/of ontzet en/of
- een raam van de woning heeft/hebben geforceerd en/of opengebroken en/of
- de woning is/zijn binnengetreden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 19 juni 2019 te [plaats] , zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een ambtenaar, [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van haar bediening, te weten het staande houden van verdachte, door zich (meermalen) met kracht los te trekken uit de greep van die [verbalisant 1] , door zijn lichaam en/of arm met kracht naar achteren te trekken, terwijl dit misdrijf en/of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel, te weten een gekneusde (linker)(middel)vinger en/of een onderhuidse bloeduitstorting onder de nagel, althans pijn aan de (linker)(middel)vinger bij die [verbalisant 1] ten gevolge heeft gehad;
( art 181 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
hij op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 28 november 2018 tot en met 29 november 2018 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een snor- /bromfiets heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )