12.BESLISSING
- verklaart het onder 1 tot en met 8 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 tot en met 8 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1 tot en met 8 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
16 maanden;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
8 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijdvan 3 jaren vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
* zich binnen 5 werkdagen na zijn detentie meldt bij [.] [instelling 2] , afdeling reclassering te [plaatsnaam] . Hierna blijft verdachte zich gedurende de proeftijd melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt in het kader van het reclasseringstoezicht;
* zich laat behandelen door de forensische polikliniek van verslavingszorg [instelling 2] te [plaatsnaam] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duur de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
* gedurende de gehele proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 2] ;
* gedurende de proeftijd zich niet zal bevinden binnen een straal van 300 meter van de woning van [slachtoffer 2] : [straatnaam] [nummeraanduiding] te [woonplaats] ;
* gedurende de gehele proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , tenzij dit contact via de reclassering of een tussenpersoon van een andere overheidsinstantie zou (moeten) plaatsvinden ten behoeve van het contact met [D] en enkel als dit door de bevoegde autoriteiten aangewezen wordt geacht;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;
Vrijheidsbeperkende maatregelen
- legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 2 jaren;
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 2] ;
* zich niet zal bevinden binnen een straal van 300 meter van de woning van [slachtoffer 2] : [straatnaam] [nummeraanduiding] te [woonplaats] ;
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , tenzij dit contact via de reclassering of een tussenpersoon van een andere overheidsinstantie zou (moeten) plaatsvinden ten behoeve van het contact met [D] en enkel als dit door de bevoegde autoriteiten aangewezen wordt geacht;
- beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel wordt vervangen door 7 dagen hechtenis, met een maximum van 6 maanden (180 dagen). Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 20-002451-15
- verlengt de proeftijd – zoals deze bij arrest van 26 juli 2017 door het gerechtshof ’s-Hertogenbosch aan de opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf is verbonden – met één jaar;
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
- wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ter zake van het onder 1, 2 5 en 7 bewezen verklaarde tot een bedrag van € 1.508,51, bestaande uit € 8,51 aan materiële schade en € 1.500,- aan immateriële schade en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan de benadeelde partij;
- bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 5 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 1] , ter zake van het bewezen verklaarde een bedrag te bepalen van
€ 1.508,51,-, bij gebreke van betaling en verhaal aan te vullen met hechtenis van 25 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat voormelde betalingsverplichting vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 5 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
- wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 2] ter zake van het onder 3, 4 en 7 bewezen verklaarde tot een bedrag van € 1.004,43, bestaande uit € 404,43 aan materiële schade en € 600,- aan immateriële schade en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan de benadeelde partij;
- bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 5 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 2] , ter zake van het bewezen verklaarde een bedrag te bepalen van
€ 1.004,43,-, bij gebreke van betaling en verhaal aan te vullen met hechtenis van 20 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat voormelde betalingsverplichting vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 5 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Voorlopige hechtenis
- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.S.K. Fung Fen Chung, voorzitter, mrs. J.G. van Ommeren en S.B. Smit-Colenbrander, rechters, in tegenwoordigheid van J.J. Veldhuizen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 juli 2019.
De griffier en mrs. C.S.K. Fung Fen Chung en S.B. Smit-Colenbrander zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 5 januari 2019 te Nieuwegein, althans in Nederland
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen "ik maak je dood"
en/of "je gaat eraan", althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 8 juli
2018 tot en met 5 januari 2019 te Nieuwegein en/of Vlaardingen, althans
in Nederland,wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft
gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] ,
door (telkens):
- voornoemde [slachtoffer 1] te bellen, en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] te emailen, en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] (dreigende) berichten te sturen via sociale media
(onder andere Facebook en Whatsapp), en/of
- bij voornoemde [slachtoffer 1] langs de woning te gaan en/of zich aldaar op
te houden,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te
dulden en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 5 januari 2019 te Nieuwegein, althans in Nederland
[slachtoffer 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 2] (onder meer via een bericht aan [slachtoffer 1] ) dreigend
de woorden toe te voegen "ik ga je doodmaken" en/of "ik maak haar
dood" en/of "ik ga je gezicht van links naar rechts opensnijden" en/of
"zij krijgt twee sneeën in haar gezicht", althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 5 januari 2019 te Nieuwegein
[slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] in het gezicht, althans
tegen het hoofd te slaan;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
5
hij op of omstreeks 5 januari 2019 te Nieuwegein
[slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] in het gezicht, althans
tegen het hoofd te slaan;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 5 januari 2019 te Nieuwegein
opzettelijk en wederrechtelijk
een ruit, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te
weten aan [onderneming 1] toebehoorde,
heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij in of omstreeks de periode van 12 februari 2019 tot en met 13
februari 2019 te Vlaardingen en/of Nieuwegein, in elk geval in
Nederland,
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het
leven gericht en/of met zware mishandeling, door
- de moeder van die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: "Ben
jij de moeder van [voornaam van slachtoffer 2] ? Regel de begrafenis maar alvast want ik ga haar
vermoorden" en/of "Jouw dochter is de grootste kankerhoer en ik ga
haar afmaken" en/of
- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen: "Ik
heb een pistool voor 1200 euro en jij gaat als eerste kogels zien en
daarna [slachtoffer 1] " en/of "Ik ben het laatste gezicht dat jij gaat
zien" en/of "Ik ga eerst één persoon vermoorden, eentje maar, dat is
diegene die mijn leven heeft verziekt en dat ben jij kankerhoer" en/of
"Kijk elke dag achterom" en/of "Jouw zoontje gaat zonder moeder
achterblijven" en/of "Je hebt je eigen graf gegraven" en/of "Ik maak je
dood! Eerst begin ik met je kankervriendinnen!" en/of "jij gaat die kogel
in je kankerkop krijgen" en/of "Voor jou wil ik ook wel vast zitten
kankerhoer",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 13 februari 2019 te Vlaardingen opzettelijk en
wederrechtelijk (een) verwarmingsbui(s)(z)en) en/of brievenbus(sen), in
elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan
[onderneming 2] , toebehoorde,
heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )