ECLI:NL:RBMNE:2019:5897
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van Wajong-uitkering en het recht op een eerlijk proces
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 november 2019 uitspraak gedaan over de herbeoordeling van de Wajong-uitkering van eiseres. Eiseres ontving een uitkering op basis van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), maar verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, heeft deze uitkering per 1 januari 2018 verlaagd op basis van de conclusie dat eiseres mogelijkheden tot arbeidsparticipatie had. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep aangetekend.
De rechtbank had eerder op 9 augustus 2018 een tussenuitspraak gedaan, waarin het onderzoek was heropend om een onafhankelijke verzekeringsarts als deskundige te benoemen. Deze deskundige, M.M. Wolff-van der Ven, heeft een rapport uitgebracht waarin zij concludeert dat eiseres voldoet aan de wettelijke criteria voor het hebben van arbeidsvermogen. De rechtbank heeft in deze uitspraak de bevindingen van de deskundige gevolgd en geoordeeld dat eiseres voldoende gecompenseerd is voor de bewijsnood waarin zij verkeerde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het recht op een eerlijk proces in de beroepsfase gewaarborgd is, ondanks eerdere twijfels over de medische beoordeling. De rechtbank komt terug op haar eerdere oordeel dat het bestreden besluit een gebrek had, omdat de deskundige overtuigend heeft gemotiveerd dat eiseres, ondanks haar medische situatie, in staat is tot arbeidsparticipatie. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.