ECLI:NL:RBMNE:2019:5454
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S.G.M. Buys
- Rechtspraak.nl
Boete wegens schending inlichtingenplicht bijstandsverlening, normale verwijtbaarheid, geen onevenredige boete
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 november 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het Dagelijks Bestuur Werk en Inkomen Lekstroom. Eiseres ontving sinds 15 augustus 2011 bijstand op grond van de Participatiewet (Pw). Verweerder heeft de bijstandsverlening per 5 september 2018 ingetrokken omdat eiseres een gezamenlijke huishouding voerde met haar ex-partner, [A], en dit niet had gemeld. Tevens heeft verweerder een bedrag van € 2.202,43 aan teveel betaalde bijstand teruggevorderd. Eiseres heeft tegen deze besluiten beroep ingesteld, maar dit werd ongegrond verklaard.
Verweerder legde eiseres een boete van € 960,- op wegens schending van de inlichtingenplicht. Eiseres betoogde dat er sprake was van verminderde verwijtbaarheid vanwege psychische klachten, maar de rechtbank oordeelde dat eiseres op de hoogte had moeten zijn van haar inlichtingenplicht. De rechtbank volgde de beroepsgrond van eiseres niet en oordeelde dat de opgelegde boete niet onevenredig zwaar was. Eiseres had niet aangetoond dat zij door haar psychische gesteldheid niet in staat was om aan haar verplichtingen te voldoen.
De rechtbank concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.