Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 november 2019 in de zaak tussen
[eiseres] B.V., te [vestigingsplaats] , eiseres
.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 5 november 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werkgever (eiseres) en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder). De werkgever kreeg een boete van € 455,- opgelegd omdat zij de ziekmelding van een werknemer met een no-riskpolis niet tijdig had doorgegeven aan het UWV. De werknemer had zich op 28 mei 2018 ziekgemeld, maar de werkgever was pas op 9 augustus 2018 op de hoogte van de no-riskpolis, die inhoudt dat het UWV de kosten bij ziekte van de werknemer betaalt. De rechtbank oordeelde dat de werkgever op grond van artikel 38b van de Ziektewet verplicht was om de werknemer te vragen naar de no-riskpolis, en dat deze verplichting niet in strijd is met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De rechtbank stelde vast dat de werkgever al eerder op de hoogte had kunnen zijn van de no-riskpolis en dat het niet informeren daarover voor rekening en risico van de werkgever komt.
De rechtbank overwoog verder dat de vrees van de werkgever dat het vragen naar de no-riskpolis in strijd zou zijn met de privacyregelgeving ongegrond is. De rechtbank concludeerde dat de werkgever niet tijdig aan de meldplicht had voldaan en dat de boete van € 455,- terecht was opgelegd. Het beroep van de werkgever werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 5 november 2019.