ECLI:NL:RBMNE:2019:515

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 februari 2019
Publicatiedatum
12 februari 2019
Zaaknummer
16/659396-18
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewoonte maken van bezit van kinderporno met bijzondere voorwaarden en taakstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 6 februari 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedurende een lange periode een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 17 september 2010 tot en met 1 september 2017 te Emmeloord en elders in Nederland een USB-stick met kinderpornografisch materiaal in bezit heeft gehad. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 179 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast is er een taakstraf van 150 uur opgelegd, met bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, waaronder een alcoholverbod en behandeling.

De rechtbank heeft tijdens de zitting op 23 januari 2019 de vordering van de officier van justitie en de standpunten van de verdediging gehoord. De officier van justitie heeft het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen geacht, terwijl de verdediging heeft gepleit voor vrijspraak van het verwerven van kinderporno. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de bewijsstukken zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben van kinderporno, ondanks dat hij in de tenlastegelegde periode geen nieuwe afbeeldingen heeft verworven.

De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan verschillende stoornissen, waaronder een obsessief-compulsieve stoornis en alcoholverslaving. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het bewezen verklaarde in verminderde mate aan de verdachte kan worden toegerekend. De rechtbank heeft de strafoplegging gemotiveerd door de ernst van de feiten en de noodzaak van behandeling voor de verdachte, en heeft besloten tot een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden en een taakstraf.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/659396-18
Vonnis van de meervoudige kamer van 6 februari 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1971] te [geboorteplaats] ,
wonende [adres] , te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 januari 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. T. Tanghe en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw mr. E. Uijt de boogaardt, advocaat te Lelystad, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 17 september 2010 tot en met 1 september 2017 te Emmeloord kinderporno op een USB-stick heeft verworven en in bezit heeft gehad, terwijl hij van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft partiële vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde. Zij heeft hiertoe het volgende gesteld. Verdachte heeft geen gewoonte gemaakt van het verwerven en/of in bezit hebben van kinderporno. Verdachte heeft het materiaal verzameld en die verzameling op de USB-stick gezet voor aanvang van de tenlastegelegde periode, te weten vóór 17 september 2010. Hij heeft in de tenlastegelegde periode geen handeling verricht die gericht is geweest op herhaling van het delict. De raadsvrouw verwijst hierbij naar de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 29 november 2018 (ECLI:NL:RBNHO:2018:10379).
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis zal worden gehecht.
Bewijsoverwegingen
Pleegplaats
Op grond van de gebezigde bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat verdachte de hierna in dit vonnis te bespreken gedragingen gedurende de gehele ten laste gelegde periode heeft begaan. Uit die bewijsmiddelen en hetgeen bij gelegenheid van de behandeling ter terechtzitting naar voren is gebracht, is vast komen te staan dat verdachte sinds 25 april 2017 in [woonplaats] bij [instelling] verblijft. De tenlastegelegde periode omvat ook de periode waarin verdachte bij diens broer in Lelystad en bij [instelling] in [woonplaats] verbleef. Derhalve zal bewezen worden verklaard dat verdachte niet enkel te Emmeloord, maar ook elders in Nederland, het ten laste gelegde heeft gepleegd. De verdachte wordt door deze lezing van de tenlastelegging redelijkerwijs niet in zijn verdediging geschaad.
Verwerven
Uit het dossier is gebleken dat de datum waarop alle bestanden op de USB-stick zijn gezet
17 september 2010 is. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het downloaden van kinderporno is begonnen toen hij tussen de 25 en 30 jaar oud was. Dit downloaden gebeurde op een computer, waarna hij de gedownloade kinderporno eerst op dvd’s heeft gebrand en later op een USB-stick heeft gezet. Verdachte heeft verklaard dat hij sinds september 2010 niets meer heeft gedownload.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de verklaring van verdachte niet te volgen, nu geen kinderporno is aangetroffen op de desktop van verdachte en geen bestanden met een latere aanmaak-datum dan 17 september 2010 op de USB-stick staan. De rechtbank is van oordeel dat het dossier geen bewijs bevat voor het verwerven van kinderporno in de tenlastegelegde periode. Verdachte zal daarom van het verwerven van kinderporno worden vrijgesproken.
Gewoonte maken van bezit
Het gewoonte maken van in bezit hebben van kinderporno kan bestaan in het bezit van meerdere pornografische afbeeldingen en/of video’s. De gewoonte kan ook spreken uit de duur van het bezit ervan. Verder is relevant of de verdachte die afbeeldingen niet alleen heeft verzameld maar deze ook heeft geordend. Wanneer een verdachte op deze manier langdurig bezig is met het bezit van kinderporno dan kan vastgesteld worden dat hij niet alleen aanvankelijk de afbeeldingen en video’s van het internet heeft opgehaald en opgeslagen maar het voortduren van dat bezit door dat ordenen heeft geaccentueerd en het zo levend heeft gehouden.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij terugkijkend jarenlang heeft gewerkt aan het opbouwen van zijn verzameling kinderporno. Vast staat dat bij verdachte een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal (foto’s en films/video’s) is aangetroffen, die verdachte in een mappenstructuur had opgeslagen. Aanvankelijk brandde hij de gedownloade kinderporno op dvd’s en op 17 september 2010 heeft hij het aldus door hem verzamelde materiaal op een USB-stick gezet. In de tenlastegelegde periode heeft verdachte naar eigen zeggen veelvuldig gekeken naar deze kinderporno. Gelet op de omvang van deze verzameling, de zorgvuldige mappenstructuur waarin de verzameling was opgeslagen en het feit dat verdachte gedurende een lange periode regelmatig naar de kinderporno heeft gekeken en daarmee telkens weer het bezit ervan heeft benut, is de rechtbank van oordeel dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben van kinderporno.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
in de periode gelegen tussen 17 september 2010 tot en met 1 september 2017 te Emmeloord en elders in Nederland, een gegevensdrager, te weten een USB-stick, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/een penis, een vinger, een hand en/of (een) voorwerp(en), oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (in toonmap opgenomen foto nr. 3, 11, 15, 20, 16, 17, pp. 56, 63, 66, 67, 68 en 69 van het pv)
en
het met de/een penis, oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(in toonmap opgenomen foto nr. 12 en 5, pp. 56, 64 en 66 van het pv)
en
het met de/een penis, een vinger en/of een hand, betasten en/of aanraken van het (de) geslachtsde(e)l(en), de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(in toonmap opgenomen foto nr. 18, pp. 56 en 68 van het pv en foto nr. 13, pp. 57 en 67 van het pv)
en/of
het met de/een vinger en/of hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (in toonmap opgenomen foto nr. 14, pp. 57 en 66 van het pv)
en
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(in toonmap opgenomen foto nr. 1, pp. 57 en 63 van het pv)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(in toonmap opgenomen foto nr. 22, 2, 21, 10, 9, 19, 6, 4, 23, 7, p. 57 van het pv)
en
het houden van een (stijve) penis bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
waarbij de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(in toonmap opgenomen foto nr. 8, p. 58 van het pv)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
Een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

De officier van justitie heeft gevorderd het bewezen verklaarde verminderd aan verdachte toe te rekenen.
De rechtbank dient, met de aanwezige informatie over de persoon van de verdachte, een juridisch oordeel te vormen over de mate waarin het bewezen feit aan hem kan worden toegerekend.
De rechtbank heeft kennis genomen van een de verdachte betreffend reclasseringsadvies van
18 januari 2019, opgemaakt door T. Jaarsveld, reclasseringswerker van Reclassering Nederland,
RN Advies & Toezichtunit 3 Midden-Noord.
Uit voornoemd reclasseringsadvies blijkt onder meer dat bij verdachte, naast pedoseksuele gevoelens, sprake is van een obsessief-compulsieve stoornis, angststoornissen, schizofrenie en een alcoholverslaving. De angststoornis staat op de voorgrond. Verdachte is langdurig verslaafd geweest aan alcohol, waarbij hij in slechte periodes een liter jenever per dag dronk, en hij is in het verleden meermalen klinisch opgenomen geweest, zowel vanwege zijn psychiatrische problemen als vanwege voornoemde verslaving. Verdachte staat nu onder behandeling van GGZ Centraal, de Waag en Amethist. Hij krijgt wekelijks een depot (medicatie) toegediend in verband met zijn schizofrenie. Verder krijgt hij libidoremmende medicatie en medicatie die het alcoholgebruik moet tegengaan. De verdachte ervaart naar zijn zeggen deze behandeling als even ingrijpend als doeltreffend.
Uit het reclasseringsadvies blijkt dat de alcoholverslaving van verdachte reeds langdurig aanwezig is. De pedoseksuele gevoelens van verdachte zijn eveneens gedurende vele jaren aanwezig. Het gegeven dat verdachte de bij hem aangetroffen collectie kinderpornografische afbeeldingen reeds voor aanvang van de thans bewezen verklaarde periode, dus vóór september 2010, heeft opgebouwd, ondersteunt dit standpunt. Ten slotte overweegt de rechtbank dat het een feit van algemene bekendheid is dat de complexe en kennelijk hardnekkige psychiatrische problematiek zoals bij verdachte is vastgesteld, gedurende een lange(re) periode aanwezig is.
Op grond van wat hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat bij verdachte reeds gedurende langere tijd sprake is van meer ziekelijke stoornissen, en in die zin dan ook een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. De rechtbank ziet voldoende aanknopingspunten, mede gelet op de hardnekkigheid en de aard van de stoornissen, om ervan uit te gaan dat hiervan ook sprake is geweest in de periode waarin de bewezen verklaarde gedragingen zijn begaan en dat deze stoornissen de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte om de kinderpornocollectie in bezit te hebben, te houden en te blijven bekijken ook in die periode hebben beïnvloed. Dit brengt, naar het oordeel van de rechtbank, met zich mee dat het bewezen verklaarde in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend. De rechtbank komt tot dit oordeel ondanks het ontbreken van één of meer rapporten van een gedragskundige en/of een psychiater waarin nader onderzoek naar de persoon(lijkheid) van verdachte is verantwoord. De rechtbank waardeert dit ontbreken als ongelukkig, maar zoals hiervoor is overwogen staat het aan het kunnen vellen van een oordeel over de toerekenbaarheid niet in de weg.
Nu niet is gebleken van een omstandigheid die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluit, is verdachte strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan een gedeelte van 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden de voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte inzicht heeft getoond door zichzelf bij de politie aan te geven en hulp te zoeken. De hulpverlening heeft vervolgens adequaat gereageerd op deze hulpvraag. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen zal deze hulp doorkruisen. Alle behandelingen, die nu goed op elkaar zijn afgestemd, zullen op het moment dat verdachte uit detentie wordt ontslagen weer geheel opnieuw moeten worden opgebouwd. Niet valt in te zien welk belang daarmee wordt gediend. De verdediging refereert zich overigens wat betreft de strafmodaliteit aan het oordeel van de rechtbank, maar verzoekt deze straf geheel voorwaardelijk op te leggen met een proeftijd van tien jaar, met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals de reclassering heeft geadviseerd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Ernst van het feit
Verdachte heeft gedurende een lange tijd een gewoonte gemaakt van het in bezit hebben van een grote verzameling kinderporno. De foto’s en video’s betreffen onder meer het misbruik van ook zeer jonge kinderen. Het is een feit van algemene bekendheid dat de minderjarige slachtoffers van seksueel misbruik hiervan nog lange tijd lichamelijke en psychische klachten ondervinden. Met zijn handelen heeft verdachte bijgedragen aan het in stand houden van deze verwerpelijke praktijk. De rechtbank rekent verdachte dit aan. Het is mede met het oog op de bescherming van de belangen van deze groep minderjarigen dat dergelijke gedragingen als misdrijf strafbaar zijn gesteld en door het Openbaar Ministerie krachtig wordt opgetreden.
Persoon verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van
11 december 2018, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder (voor soortgelijke delicten) is veroordeeld.
Voorts houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat het bewezen verklaarde in verminderde mate aan verdachte dient te worden toegerekend, zoals hiervoor is uiteengezet.
Straf
De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte en strafmodaliteit van de op te leggen straf de landelijke oriëntatiepunten van het binnen de organisatie van de Rechtspraak bestaande Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) in aanmerking genomen. Naar het oriëntatiepunt van het LOVS is voor het gewoonte maken van het bezit van kinderporno een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar passend.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van het feit zoals hiervoor beschreven in beginsel het opleggen van een gevangenisstraf rechtvaardigt, zoals ook door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank overweegt dat het in deze zaak bewezen verklaarde gewoonte maken van het bezit van kinderporno, naar aard en ernst van de gedragingen, van een andere orde is dan het gewoonte of beroep maken van het bezit dan wel verwerven van kinderporno zoals beoogd in het oriëntatiepunt. Dit oordeel ziet met name op het feit dat verdachte gedurende de tenlastegelegde periode – die zeer aanzienlijk is – geen nieuwe afbeeldingen en/of video’s heeft verworven.
Dit maakt dat het bewezen verklaarde in zoverre de ondergrens van het gewoonte maken raakt en materieel meer overeenkomsten vertoont met het “enkele bezit” van kinderporno. Voor dit laatste ligt het oriëntatiepunt voor de straftoemeting beduidend lager, namelijk een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, waarvan een kort gedeelte onvoorwaardelijk, met oplegging van bijzondere voorwaarden in combinatie met een taakstraf van 240 uren. De rechtbank ziet aanleiding aan te sluiten bij laatstgenoemd oriëntatiepunt.
Bij de straftoemeting heeft de rechtbank er ook rekening mee gehouden dat de als persoon kwetsbare verdachte zelf het bezit van de USB-stick aan zijn begeleider(s) kenbaar heeft gemaakt, heeft verklaard van zijn pedoseksuele gevoelens af te willen en hier zelf actief hulp voor heeft gezocht. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de noodzaak van behandeling en het, indien deze behandeling wordt gestaakt, hoge recidiverisico in combinatie met zijn verminderde toerekeningsvatbaarheid, een groter voorwaardelijk strafdeel in combinatie met een langere proeftijd aan verdachte de kans biedt om aan zijn forse problematiek te (blijven) werken.
Gelet op al het voorgaande acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen, waarvan 179 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren passend en geboden. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden verbinden, zoals geadviseerd door de reclassering. Voorts zal de rechtbank aan verdachte een taakstraf opleggen voor de duur van 150 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 75 dagen hechtenis.

9.BESLAG

De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen USB-stick (merk Kingston) en desktop (merk HP) van verdachte, te onttrekken aan het verkeer.
Uit het dossier blijkt dat verdachte tijdens zijn verhoor bij de politie op 14 maart 2018 uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van de USB-stick. Daarnaast hebben verbalisanten in hetzelfde verhoor aangegeven dat de inbeslaggenomen desktop na het verhoor aan verdachte zou worden teruggegeven, daar geen strafbaar materiaal op de desktop is aangetroffen. Voorts bevindt zich een ondertekend bewijs van ontvangst in het dossier waaruit blijkt dat verdachte op woensdag 14 maart 2018 zijn computer retour heeft gekregen uit handen van de politie te Emmeloord.
De rechtbank verstaat dat gelet op vorenstaande de officier van justitie zijn vordering in zoverre niet handhaaft.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, als hierboven in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 180 dagen;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 179 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van drie (3) jaren vast;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
* zich meldt binnen vijf dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland te Lelystad op het adres Meent 4 te Lelystad en zich zal blijven melden bij de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zich zal onthouden van het gebruik van alcohol en meewerkt aan controle op dit alcoholverbod. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest);
* zich onder behandeling zal stellen van de Waag te Almere of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, teneinde zich te laten behandelen zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte dient zich te houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
Bij terugval in middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, dient verdachte zich te laten opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven (7) weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
* zich zal onthouden van op welke wijze dan ook:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Verdachte dient tijdens de gesprekken met de reclassering te bespreken hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
Het toezicht op deze voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van computers en andere apparatuur. Verdachte dient mee te werken aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek;
- geeft opdracht aan de reclassering toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 150 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 75 dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Ferschtman voorzitter, mrs. R. Veldhuisen en
N.V.M. Gehlen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.A.L. van Dreumel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 februari 2019.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode gelegen tussen 17 september 2010 tot en met 1 september 2017 te Emmeloord, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) afbeeldingen – en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen te weten een USB-stick, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst die toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/een penis, een vinger, een hand en/of (een) voorwerp(en), oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (in toonmap opgenomen foto nr 3, 11, 15, 20, 16, 17, P. 56 van het pv)
en/of
het met de/een penis, oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(in toonmap opgenomen foto nr 12 en 5, P. 56 van het pv)
en/of
het met de/een penis, een vinger en/of een hand, betasten en/of aanraken van het (de) geslachtsde(e)l(en), de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(in toonmap opgenomen foto nr 18, P. 56 van het pv en foto nr 13, P. 57 van het pv)
en/of
het met de/een vinger en/of hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (in toonmap opgenomen foto nr 14, P. 57 van het pv)
en/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(in toonmap opgenomen foto nr. 1, P. 57 van het pv)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met (een en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(in toonmap opgenomen foto nr 22, 2, 21, 10, 9, 19, 6, 4, 23, 7, P. 57 van het pv)
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(in toonmap opgenomen foto nr 8, P. 58 van het pv)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.