Uitspraak
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres van de vordering,
verweerster op de tegenvordering,
hierna te noemen: de bewindvoerder,
advocaat mr. P.G. Knoppers,
1.[verweerder sub 1] ,2. [verweerster sub 2] ,beiden wonende te [woonplaats 2] ,verweerders op de vordering,eisers van de tegenvordering,hierna samen in mannelijk enkelvoud te noemen: [verweerder sub 1] c.s.,advocaat mr. J. Nagtegaal.
1.De procedure
- de procesinleiding, met producties 1 tot en met 18
- het verweerschrift met een tegenvordering, met een productie
- het verweerschrift op de tegenvordering, met productie 19
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 9 juli 2019
- de spreekaantekeningen van partijen
- een ongenummerde productie van [verweerder sub 1] c.s. (foto)
- de akte na getuigenverhoor van de bewindvoerder, met producties 20 tot en met 29
- de akte na getuigenverhoor van [verweerder sub 1] c.s.
2.Waar gaat deze zaak over?
€ 500,00. Op 16 mei 2018 is er door kandidaat-notaris mr. [B] (hierna: de notaris) een leveringsakte gepasseerd. De notaris heeft, naar aanleiding van deze leveringsakte, een stuk grond ‘voorlopig ingetekend’ bij het kadaster, via een daarvoor bedoelde applicatie. Het ingetekende stuk grond is ongeveer 168 m2 groot. Op 17 mei 2018 heeft de notaris een afschrift van de leveringsakte ingeschreven in het openbaar register.
(iii) een gebod aan [verweerder sub 1] c.s. tot medewerking aan het ‘intekenen’ van het voorheen gehuurde stuk grond en (iv) een verbod aan [verweerder sub 1] c.s. om zich zonder toestemming van de bewindvoerder op het perceel van [onderbewindgestelde] te bevinden.
3.De beoordeling
Inleiding
Ontvankelijkheid
Toelaatbaarheid van delen van de akten na getuigenverhoor
Welk stuk grond is verkocht?
2. Ik was bij mevrouw op bezoek voor een aanpassing van haar testament en levenstestament. Toen kwam ook de verkoop en levering van een stukje grond aan de orde. De buurman had hierom verzocht en daarvoor een tekening gemaakt. Dit is de tekening die als productie 7 aan de procesinleiding is gehecht.
“(…) koper had de betreffende strook grond als huurder reeds sinds tweeduizend drie in gebruik”. Zoals de bewindvoerder ook zelf stelt, is de leveringsakte echter niet eenduidig. Andere onderdelen van de akte wijzen juist in een andere richting. Zo vermeldt de leveringsakte dat het stuk grond
“een are acht en zestig centiare”groot is. Ook wordt verwezen naar een tekening. Tussen partijen is niet in geschil dat die tekening de hiervoor opgenomen tekening is, waarop een stuk grond van ongeveer 168 m2 is aangegeven. Dat stuk grond is veel groter dan het gehuurde. De frase in artikel 3 van de leveringsakte kan de rechtbank daarom niet overtuigen van het gelijk van de bewindvoerder.
symbolisch– en dus niet marktconform – was echter niet betwist. Dat de prijs symbolisch was, is ook aannemelijk omdat, zoals de bewindvoerder zelf ook stelt, de huur van € 5,00 per jaar die [verweerder sub 1] c.s. betaalde, ook symbolisch was. Bovendien heeft de bewindvoerder gesteld dat ook de prijs van € 500,00 voor strook B een irreële prijs is, maar verbindt daaraan niet de conclusie dat verkoop van dat stukje grond niet de bedoeling van [onderbewindgestelde] was. Dat de prijs voor de grond € 500,00 was, biedt daarom geen steun aan de stellingen van de bewindvoerder en doet niet – zonder meer – af aan de mogelijkheid dat [onderbewindgestelde] een stuk grond van 168 m2 heeft willen verkopen.
“omstandigheden zijn gebleken waaruit enig vermoeden van misbruik bleek”. De bewindvoerder had tegen die achtergrond beter moeten uitleggen waarom de ‘bijzondere omstandigheden’ die het gevolg waren van het medicijngebruik bij [verweerder sub 1] c.s. bekend waren of hadden moeten zijn.
Het betreden van het perceel van [onderbewindgestelde]
Verdere beslissingen