In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 30 september 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen Stichting Milieuzorg Zeist en omstreken als eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist als verweerder. De zaak betreft de vernietiging van een omgevingsvergunning die was verleend voor het oprichten van een pluimveestal. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verklaring van geen bedenkingen (vvgb) die door de gedeputeerde staten van de provincie Utrecht was afgegeven, niet kon worden verleend op basis van de passende beoordeling die voor het Programma Aanpak Stikstof (PAS) was gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beoordeling niet voldeed aan de eisen van artikel 6 van de Habitatrichtlijn, wat betekent dat de vvgb niet ten grondslag kon worden gelegd aan de omgevingsvergunning. Hierdoor is het bestreden besluit in strijd met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de bijbehorende regelgeving. De rechtbank heeft het beroep van eiseres kennelijk gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. Verweerder is opgedragen om binnen de gestelde termijnen een nieuw besluit te nemen, waarbij een nieuwe vvgb moet worden aangevraagd. Tevens is bepaald dat verweerder het griffierecht van eiseres dient te vergoeden.