ECLI:NL:RBMNE:2019:4092

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 juli 2019
Publicatiedatum
4 september 2019
Zaaknummer
C/16/484108 / JE RK 19-1384
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uithuisplaatsing van kinderen in crisisopvang en terugkeer afspraken

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 17 juli 2019, betreft het een verzoek tot uithuisplaatsing van drie minderjarige kinderen, [voornaam van minderjarige 1], [voornaam van minderjarige 2] en [voornaam van minderjarige 3]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 5 juli 2019 een verzoek ingediend voor de voorlopige ondertoezichtstelling van de kinderen en hun uithuisplaatsing in een crisisvoorziening voor vrouwen. De kinderen verblijven momenteel bij hun moeder in een crisisopvang vanwege spanningen tussen de ouders. De kinderrechter heeft eerder op 5 juli 2019 een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van twee weken, en de beslissing over de verdere uithuisplaatsing is aangehouden.

Tijdens de zitting op 17 juli 2019 is de situatie van de kinderen en de ouders besproken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het in het belang van de kinderen is dat zij niet bij beide ouders samen zijn en dat de ouders niet zelf over hun verblijfplaats mogen beslissen. De Raad heeft verzocht om de uithuisplaatsing van de kinderen voor een periode van drie maanden, en de kinderrechter heeft besloten om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 24 juli 2019. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat er onderzoek zal worden gedaan naar de haalbaarheid van mogelijke afspraken voor de terugkeer van de kinderen naar de ouders.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, mr. E.A.A. van Kalveen, in aanwezigheid van de griffier E. Berghuis. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 29 juli 2019.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaakgegevens : C/16/484108 / JE RK 19-1384
datum uitspraak: 17 juli 2019

beschikking uithuisplaatsing

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Regio Midden Nederland,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
betreffende

[minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2013 te [geboorteplaats 1] , Tunesië,

hierna te noemen [voornaam van minderjarige 1] ,

[minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2015 te [geboorteplaats 1] , Tunesië,

hierna te noemen [voornaam van minderjarige 2] ,
[minderjarige 3], geboren op [geboortedatum 3] 2017 te [geboorteplaats 2] , hierna te noemen [voornaam van minderjarige 3] ,
of gezamenlijk te noemen de kinderen.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
de gecertificeerde instelling
De Jeugd- & Gezinsbeschermers, hierna te noemen de GI,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,

[A] , hierna te noemen de vader,

wonende te [woonplaats] ,

[B] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit:
- het mondelinge verzoek van de Raad van 5 juli 2019, gevolgd door het verzoekschrift met bijlagen van 7 juli 2019, ingekomen bij de griffie op 10 juli 2019;
- de beschikking van deze rechtbank van 5 juli 2019.
Het verzoek is besproken op de zitting van 17 juli 2019. Op die zitting waren aanwezig:
- de vader met zijn advocaat mr. M. Bakker,
- de heer [C] , namens de Raad,
- mevrouw [D] , namens de GI,
- de heer Khabote, tolk.
De moeder is niet op de zitting verschenen, maar zij is tijdens de zitting telefonisch gehoord.
Mr. Bakker heeft op de zitting pleitaantekeningen uitgedeeld en voorgelezen. Deze
pleitaantekeningen maken deel uit van het proces-verbaal.

De feiten

Het ouderlijk gezag over de kinderen wordt uitgeoefend door de ouders. De kinderen verblijven bij de moeder in een crisisvoorziening.
Bij beschikking van 5 juli 2019 zijn de kinderen voorlopig onder toezicht gesteld tot 5 oktober 2019. Ook is bij die beschikking machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen in een crisisvoorziening verleend met ingang van 5 juli 2019 voor de duur van twee weken.
De beslissing ten aanzien van de uithuisplaatsing is daarbij voor het overige aangehouden.

Het verzoek

De Raad heeft de voorlopige ondertoezichtstelling verzocht van de kinderen voor de duur van drie maanden. Ook is de uithuisplaatsing van de kinderen in een crisisvoorziening verzocht voor de duur van drie maanden. Van de verzochte termijn van de uithuisplaatsing is in de beschikking van 5 juli 2019 al twee weken verleend.

De verdere beoordeling

De kinderrechter stelt vast dat spanningen tussen de ouders ertoe hebben geleid dat de moeder en de kinderen verblijven in een voorziening voor vrouwenopvang. Op de zitting is de situatie van de kinderen en de ouders uitgebreid besproken. De kinderrechter heeft aangegeven dat zij het verzoek tot uithuisplaatsing van de Raad op de volgende manier heeft begrepen. De Raad verzoekt uithuisplaatsing omdat het voor de kinderen op dit moment het beste is dat zij niet bij hun beide ouders samen zijn en dat de ouders niet zelf over de verblijfplaats van de kinderen mogen beslissen. De Raad vindt het wel het beste dat de kinderen bij één van hun ouders verblijven en dat hun ouders elkaar niet ontmoeten.
Verder blijkt dat de ouders ermee kunnen instemmen dat de Raad en de GI zo snel mogelijk onderzoek gaan doen naar de haalbaarheid van de mogelijke volgende afspraken:
  • de moeder en de kinderen keren terug naar de echtelijke woning;
  • de vader verblijft bij oma vaderszijde;
  • de GI stelt een contactregeling op tussen de vader en de kinderen, waarbij er zo weinig mogelijk contact is tussen de ouders.
De kinderrechter wil dat hier snel duidelijkheid over komt en heeft daarom bepaald dat de behandeling van de zaak zal worden voortgezet op de zitting van 24 juli 2019 om 10.00 uur.
De kinderrechter zal in afwachting van de resultaten van dat onderzoek de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam van minderjarige 1] , [voornaam van minderjarige 2] en [voornaam van minderjarige 3] te verlengen tot en met 24 juli 2019. De beslissing over de uithuisplaatsing zal voor het overige worden aangehouden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam van minderjarige 1] , [voornaam van minderjarige 2] en [voornaam van minderjarige 3] in een crisisvoorziening tot en met 24 juli 2019;
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
houdt de beslissing over de uithuisplaatsing voor het overige aan;
bepaalt dat de behandeling zal worden voortgezet op de zitting van
24 juli 2019 om 10.00 uurin het gebouw van deze rechtbank.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2019 door mr. E.A.A. van Kalveen, kinderrechter, in aanwezigheid van E. Berghuis als griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 29 juli 2019