Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Verloop van de procedure
- het verzoekschrift van de vader, ingekomen ter griffie op 7 juni 2019;
- het verweerschrift van de moeder, ingekomen ter griffie op 28 juni 2019.
- het verweerschrift op de zelfstandige verzoeken van de moeder, tevens houdend zelfstandig verzoek, ingekomen ter griffie op 23 juli 2019.
2.De feiten
- [minderjarige 1] ,geboren op [2015] te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2], geboren op [2017] te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 3], geboren op [2018] te [geboorteplaats] .
3.Verzoek en verweer
- hem mede te belasten met het ouderlijk gezag over [minderjarige 2] en [minderjarige 3] ;
- dat tussen de vader en de kinderen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] als zorgregeling geldt dat de kinderen elk weekend van vrijdagmiddag (13:00 – 15:00 uur) tot zondagmiddag 16:00 uur bij de vader verblijven alsmede gedurende de helft van de vakanties en dat als regeling tussen de vader en [minderjarige 3] geldt dat de vader [minderjarige 3] twee keer per week in het kader van de overdracht van de andere kinderen kan zien en dat naarmate [minderjarige 3] ouder wordt en langer weg kan blijven bij haar moeder, de regeling voor haar wordt uitgebreid, tot het moment waarop zij volledig mee kan doen met de regeling die nu ook voor de twee oudste kinderen wordt uitgevoerd;
- dat er tussen de vader en de kinderen gedurende de tijd dat de kinderen bij de moeder verblijven een contactregeling geldt inhoudende dat de vader maximaal 3 keer per week tussen 19:30 – 20:00 uur telefonisch contact heeft met de kinderen en de moeder is gehouden om de kinderen daarvoor beschikbaar te houden en ze te voorzien van de benodigde communicatiemiddelen;
- dat aan de vader toestemming wordt verleend om [minderjarige 1] in te schrijven op verschillende islamitische basisscholen in Arnhem en Utrecht e.o., zodat zij daar per 1 januari 2020 naar school kan gaan, welke toestemming die van de vrouw vervangt.
- ten aanzien van het gezag: tot (voorwaardelijke) referte;
- tot vaststelling van de zorg- en vakantieregeling: tot afwijzing;
- tot vaststelling van de verzochte contactregeling: tot toewijzing
- dat de kinderen hun hoofdverblijf bij de moeder hebben;
- dat er een zorgregeling zal zijn tussen de vader en de kinderen, inhoudende dat
- dat aan de moeder toestemming wordt verleend om met de kinderen van partijen naar [woonplaats] te verhuizen, welke toestemming die van de vader vervangt;
- dat aan de moeder toestemming wordt verleend om [minderjarige 1] in te schrijven op de basisschool [basisschool] te [woonplaats] , zodat zij daar per 1 januari 2020 naar school kan gaan, welke toestemming die van de vader vervangt;
- dat de vader met ingang van datum indiening verweerschrift een bijdrage zal betalen in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen van € 150 per kind per maand , althans een bedrag door de rechtbank in goede justitie te bepalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.
4.De beoordeling
5.De beslissing
[minderjarige 3];
[minderjarige 1] , [minderjarige 2], en
[minderjarige 3]bij de moeder;
- dat tussen de vader en de kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , als zorgregeling geldt dat de kinderen elk weekend van vrijdagmiddag (13:00 – 15:00 uur) tot zondagmiddag 16:00 uur bij de vader verblijven alsmede gedurende de helft van de vakanties;
- dat als zorgregeling tussen de vader en [minderjarige 3] geldt dat de vader [minderjarige 3] twee keer per week in het kader van de overdracht van de andere kinderen kan zien en dat naarmate [minderjarige 3] ouder wordt en langer weg kan blijven bij haar moeder, de regeling voor haar wordt uitgebreid, tot het moment waarop zij volledig mee kan doen met de regeling die nu ook voor de twee oudste kinderen wordt uitgevoerd;
- dat er tussen de vader en de kinderen gedurende de tijd dat de kinderen bij de moeder verblijven een contactregeling geldt, inhoudende dat de vader maximaal 3 keer per week tussen 19:30 – 20:00 uur telefonisch contact heeft met de kinderen en de moeder gehouden is om de kinderen daarvoor beschikbaar te houden en ze te voorzien van de benodigde communicatiemiddelen.