Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.VRIJSPRAAK
5.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 augustus 2019;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 16 december 2016, genummerd 0900-2016388272-14, opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van voornoemde verbalisant(en), doorgenummerde pagina 13 tot en met 15;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 17 december 2016, documentnummer 20161217.1144, opgemaakt door [verbalisant 3] , van de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van voornoemde verbalisant, doorgenummerde pagina 40 tot en met 42;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal snelheidsberekening van 2 april 2017, opgemaakt door [verbalisant 4] , verbalisant Politie Midden-Nederland, dienst regionale recherche, houdende een verklaring van voornoemde verbalisant, doorgenummerde pagina 219;
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een geneeskundige verklaring van [slachtoffer] , opgemaakt op 25 juni 2018 door mw. [huisarts] , huisarts, genummerd PL0900-2016388272-1, doorgenummerde pagina 238;
- verdachte heeft, nadat de politie hem een volgteken had gegeven, het volgteken genegeerd en
- in druk verkeer met een te hoge snelheid gereden,
- links en rechts ingehaald en over de vluchtstrook gereden,
- vervolgens bij afrit 7 (Leusden) van de Rijksweg A28 de afrit genomen met een te hoge snelheid, en
- is in de berm geraakt en heeft vervolgens een verkeersbord geraakt, en
- is terug de Rijksweg A28 opgereden en
- is vervolgens wetende dat hij met een auto die kennelijk schade heeft opgelopen door deze botsing door blijven rijden en
- heeft bij afrit 6 (Leusden-Zuid) van de Rijksweg A28 de afrit met een te hoge snelheid, en
- heeft, terwijl onderaan de afrit meerdere auto’s voor een rood uitstralend verkeerslicht stonden te wachten, met hoge snelheid deze auto’s aan de rechterzijde (via de berm en vluchtstrook) gepasseerd, terwijl hij, verdachte, geen zicht had op de verkeerssituatie ter plaatse en
- is vervolgens met een te hoge snelheid, te weten tussen de 65 kilometer per uur en 76 kilometer per uur, terwijl 50 kilometer per uur was toegestaan, door het rode licht gereden en
- heeft door die te hoge snelheid de bocht naar rechts niet kunnen maken en
- is (vervolgens) over de verhoogde rijbaanafscheiding overgereden waardoor de auto is gelanceerd, en hij met zijn voertuig tegen het (stilstaande) voertuig van [slachtoffer] is gebotst.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 augustus 2019;
- Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 17 december 2016, documentnummer 20161217.1144, opgemaakt door [verbalisant 3] , van de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van voornoemde verbalisant, doorgenummerde pagina 40 tot en met 42;
6.BEWEZENVERKLARING
- nadat hem, verdachte, door de politie (op de Rijksweg A28 (ter hoogte van afrit 5, Maarn) een volgteken was gegeven door middel van een politietransparant met de tekst ”POLITIE VOLGEN” in combinatie met optische en geluidssignalen zijn snelheid juist heeft verhoogd, en
- vervolgens over het puntstuk de hoofdrijbaan van de Rijksweg A28 weer is opgereden, en
- vervolgens aldaar links en rechts heeft ingehaald en over de vluchtstrook heeft gereden, en
- ondanks het drukke verkeersbeeld een te hoge snelheid heeft gereden, en
- vervolgens bij afrit 7 (Leusden) van de Rijksweg A28 de afrit heeft genomen met een te hoge snelheid, en
- in de berm is geraakt en vervolgens een verkeersbord (te weten een verkeersbord B6) heeft geraakt, en
- vervolgens terug de Rijksweg A28 is opgereden en
- vervolgens wetende dat hij met een auto die kennelijk schade heeft opgelopen door deze botsing door is blijven rijden en
- bij afrit 6 (Leusden-Zuid) van de Rijksweg A28 de afrit heeft genomen met een te hoge snelheid, en
- alwaar onderaan de afrit meerdere auto’s voor een rood uitstralend verkeerslicht stonden te wachten en
- met hoge snelheid voornoemde auto’s aan de rechterzijde (via de berm en vluchtstrook) is gepasseerd, terwijl hij, verdachte, geen zicht had op de verkeerssituatie ter plaatse en
- vervolgens met een te hoge snelheid, te weten tussen de 65 kilometer per uur en 76 kilometer per uur, alwaar plaatselijk 50 kilometer per uur is toegestaan, door het rode licht is gereden en
- door die te hoge snelheid de bocht naar rechts niet heeft kunnen maken en
- (vervolgens) over de verhoogd rijbaanafscheiding is overgereden en waardoor de auto is gelanceerd, en
- vervolgens met zijn voertuig tegen het (stilstaande) voertuig van [slachtoffer] is gebotst,
7.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
primairongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht
8.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
9.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
10.BESLAG
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 63 van het Wetboek van Strafrecht en
- 6, 7, 175, 176 van de Wegenverkeerswet 1994;