ECLI:NL:RBMNE:2019:3406
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering terug te komen op besluit WAO-uitkering en nieuw gebleken feiten
Op 23 juli 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende de weigering van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen om terug te komen op een eerder besluit over de WAO-uitkering van eiseres. Eiseres had in 2000 een WAO-uitkering gekregen, maar deze was in 2002 ingetrokken. In 2012 werd haar aanvraag voor een WAO-uitkering afgewezen, omdat er geen toegenomen arbeidsongeschiktheid was binnen vijf jaar na de intrekking. Eiseres verzocht in 2018 om herbeoordeling, maar haar bezwaar werd ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 11 juni 2019 voerde eiseres aan dat er nieuw gebleken feiten waren, waaronder een rapport van een psycholoog dat haar ernstige psychiatrische klachten bevestigde. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts zorgvuldig had onderzocht en voldoende had gemotiveerd dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die aanleiding gaven om terug te komen op het eerdere besluit. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit niet evident onredelijk was en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.