Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 27 mei 2019 in de zaak tussen
[eiser] (eiser) en [eiseres] (eiseres), te [woonplaats] , eisers
Procesverloop
Verweerder heeft verder de bijstand van eisers dan wel van eiser over de periodes van 25 april 2009 tot en met 2 april 2012, 3 april 2012 tot en met 25 september 2014, 2 oktober 2014 tot en met 2 augustus 2015 en van 3 augustus 2015 tot en met 6 maart 2017 ingetrokken. Verweerder heeft de over voormelde periodes gemaakte kosten van bijstand van eiser teruggevorderd en een deel van deze kosten ook van eiseres teruggevorderd.
Overwegingen
Er staat voorts dat een risicoanalyse werd gemaakt op basis van de navolgende criteria:
- in het verweerschrift in bezwaar van 24 april 2017 gesteld dat het feitelijke uitgangspunt voor het themacontrole de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg van 18 februari 2016 (ECLI:NL:RBLIM:2016:1375) is geweest,
- in het verweerschrift in beroep van 28 november 2017 gesteld dat het in deze zaak gehanteerde risicoprofiel het in voormelde uitspraak van de voorzieningenrechter bedoelde risicoprofiel is, waarvan deel uitmaakt het criterium “personen die veel vakantiedagen hadden doorgegeven en personen die nooit een vakantiemelding hadden gedaan”,
- ter zitting gesteld dat:
- hij voormelde stellingen van verweerder over de in het kader van de themacontrole gehanteerde selectiecriteria bevestigt
- waarin hij een rechtens acceptabele verklaring geeft voor de omstandigheid dat in afwijking van voormelde stellingen van verweerder over de daadwerkelijk gehanteerde criteria in het kader van de themacontrole, in het M-rapport slechts de drie onder 3.1. vermelde criteria staan vermeld als de criteria die zijn gehanteerd in het kader van de themacontrole.
Eiser voldeed dus niet aan het selectiecriterium “regelmatig op vakantie naar land van herkomst”.