Uitspraak
Vonnis van 24 mei 2019in de zaak van
[eiser 1], wonende te [woonplaats] ,
2 [eiser 2] , wonende te [woonplaats] ,
3 [eiser 3] , wonende te [woonplaats] ,
4 [eiser 4] , wonende te [woonplaats] ,
6 [eiser 6] , wonende te [woonplaats] ,
7 [eiser 7] , wonende te [woonplaats] ,
[verweerster 1], wonende te [woonplaats] ,
2 [verweerster 2] , wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
- de procesinleiding;
- het verweerschrift;
- de vermeerdering van de vordering;
- de mondelinge behandeling, gehouden op 16 mei 2019, in aanwezigheid van: [eiser 1] , [eiser 2] , [eiser 3] , mr. Pouls, [verweerster 1] en mr. Bagasrawalla. Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden.
2.De feiten
- [eiser 5] is de zoon van [C] . [eiser 5] heeft volmacht verleend aan [eiser 2] en [eiser 2] gemachtigd om namens hem op te treden in deze procedure.
- [eiser 6] en [eiser 7] zijn de dochters van [eiser 2] . [eiser 6] en [eiser 7] hebben volmacht verleend aan [eiser 2] en [eiser 2] gemachtigd om namens hen op te treden in deze procedure.
- [verweerster 2] is de dochter van [verweerster 1] . [verweerster 2] heeft mr. Bagasrawalla gemachtigd om namens haar op te treden in deze procedure.
- [erflater] ((groot)vader), overleden op [datum overlijden] 2000 te [plaats overlijden] , hierna: erflater, en
- [erflaatster] ((groot)moeder), overleden op [datum overlijden] 2016 te [plaats overlijden] , hierna: erflaatster.
3.Het geschil
De omvang van de vordering van [verweerster 1] , [eiser 3] , [C] , [eiser 1] , [eiser 2] en [A] , ofwel de zes erfgenamen van vader, inclusief de enkelvoudige rente van 6%, ex artikel 4:223 lid 2 BW vast te stellen op € 34.055 per kind.
Primair:
4.De beoordeling
De procespositie van [verweerster 2]
- erflaatster was er niet van op de hoogte dat er een enkelvoudige rente over de erfdelen was opgenomen in het testament van erflater, laat staan dat haar duidelijk was wat dat percentage, dat niet expliciet in het testament is vermeld, inhield;
- het percentage is erg hoog, waardoor de vorderingen bijna verdubbeld zijn;
- [eiser 1] is als executeur nalatig geweest in de afhandeling van de nalatenschap van erflater en daardoor zijn de vorderingen zo hoog opgelopen en is erflaatster benadeeld. Die nalatigheid zou erin zijn gelegen dat [eiser 1] niet binnen 15 maanden na het openvallen van de erfenis en ook niet na de onderbewindstelling van erflaatster, toen de vorderingen opeisbaar werden, de hoogte van de vorderingen heeft doen vaststellen.
- betekening oproeping € 210,74 (2 maal € 105,37)
- griffierecht 291,00
- salaris advocaat