[eiseres] vordert, zakelijk weergegeven, dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I
a. verklaart voor recht dat Het Utrechts Landschap toerekenbaar tekort is geschoten door niet met [eiseres] in overleg te treden over voortzetting van het erfpachtrecht,
b. Het Utrechts Landschap veroordeelt tot vergoeding van de schade die [eiseres] als gevolg daarvan heeft geleden, vast te stellen bij staat,
c. Het Utrechts Landschap veroordeelt binnen een termijn van twee weken na betekening van dit vonnis met [eiseres] in overleg te treden over de voortzetting van het erfpachtrecht,
d. Het Utrechts Landschap veroordeelt tot een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat
Het Utrechts Landschap niet aan de veroordeling onder c. hiervoor voldoet.
II
a. verklaart voor recht dat Het Utrechts Landschap bij [eiseres] de toezegging heeft gedaan, althans het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat na het verstrijken van de termijn een aanbod zou worden gedaan om tegen marktconforme voorwaarden het erfpachtrecht voor een periode van 30 jaar voort te zetten,
b. verklaart voor recht dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Het Utrechts Landschap [eiseres] geen aanbod doet om het erfpachtrecht onder marktconforme voorwaarden voort te zetten, althans dat Het Utrechts Landschap daarmee misbruik maakt van haar bevoegdheid,
c. Het Utrechts Landschap veroordeelt aan [eiseres] de schade te vergoeden die zij ingevolge sub a en/of b heeft geleden, nader vast te stellen bij staat,
d. Het Utrechts Landschap veroordeelt om aan [eiseres] voortzetting van het erfpachtrecht aan te bieden tegen marktconforme voorwaarden,
e. Het Utrechts Landschap veroordeelt tot een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat
Het Utrechts Landschap niet aan de veroordeling onder c. hiervoor voldoet.
III
a. verklaart voor recht dat Het Utrechts Landschap jegens [eiseres] toerekenbaar tekort is geschoten, althans onrechtmatig heeft gehandeld, door niet in te stemmen met overdracht van het erfpachtrecht aan een derde,
b. Het Utrechts Landschap veroordeelt de schade die [eiseres] als gevolg daarvan heeft geleden te vergoeden, nader op te maken bij staat.
IV
Primair
a. verklaart voor recht dat artikel 15 van de vestigingsakte en het in de verlengingsakte vermelde bedrag van € 275.000,00 nietig zijn, althans dat [eiseres] die bepalingen rechtsgeldig heeft vernietigd, althans dat deze op vordering van [eiseres] bij het in deze zaak uit te spreken vonnis in rechte worden vernietigd,
b. verklaart voor recht dat Het Utrechts Landschap aan [eiseres] de marktconforme waarde van de opstallen, werken en beplanting dient te vergoeden,
Subsidiair
c. verklaart voor recht dat het in de verlengingsakte vermelde bedrag van € 275.000,00 heeft te gelden als een minimumbedrag en dat, indien dat meer is, de werkelijke waarde van de opstallen en werken vergoed dient te worden,
Meer subsidiair
d. verklaart voor recht dat Het Utrechts Landschap aan [eiseres] dient te vergoeden een bedrag van € 275.000,00, geïndexeerd naar 1 november 2018 en tevens de naar die datum geïndexeerde investeringen die [eiseres] heeft gedaan, waaronder in ieder geval de verbouwing van [handelsnaam] en de woning, de uitbreiding van de [naam] , de aanleg van terras en tuin, de bouw van de bed and breakfast en de bouw van de paardenstal.
V
Het Utrechts Landschap veroordeelt:
a. in de buitengerechtelijke kosten, groot € 6.775,00;
b. in de kosten van dit geding;
c. tot betaling van de nakosten.