5.3.Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1, feit 2 subsidiair, feit 3, feit 4 subsidiair en feit 5 primair
De hieronder weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Op 9 oktober 2018 heeft [benadeelde 1] aangifte gedaan namens Mitros:
‘Ik doe aangifte van gekwalificeerde diefstal.[…] Op vrijdag 5 oktober 2018 […] was ik bij woning [nummer] .
(De rechtbank begrijpt: de woning aan de [adres] te [woonplaats] )Ik zag dat het sleutelkastje in zijn geheel was weggenomen. […] In dit sleutelkastje lag de sleutel van de voordeur. […] Ik zag dat ik diverse sleutels miste uit deze sleutelbos. Ik zag dat er in ieder geval minimaal een sleutel van de berging van [nummer] was weggenomen. Verder zag ik dat ook de sleutel van de portiekdeur, welke toegang geeft tot de portiek en gang van de berging weggenomen waren. […] Ik trof in de berging […] diverse andere goederen die niet in eigendom zijn van Mitros. In de berging trof ik onder andere een jas, een zwarte jerrycan met een gele dop, handschoenen, skibrillen, ketting, en navigatiesystemen aan. […] Om informatie te krijgen over de oneigenlijk gebruik van de berging, heb ik vanuit
mijn rol als beheerder een (1) onopvallende camera laten plaatsen in de gang van de berging. Deze camera hangt sinds donderdag 11 oktober 14.30 uur in de hal van de berging en heeft enkel zicht op de deur van de berging, behorende bij nummer [nummer] . […]
Naar aanleiding van de diefstal van het sleutelkastje en oneigenlijk gebruik van de
berging behorende bij nummer [nummer] , heb ik onderzoek ingesteld naar andere woningen van
Mitros waar een soortgelijk sleutelkastje hangt. Ik zag dat het sleutelkastje behorende bij de woning [nummer] , van de [adres] , opengebroken was. Ook in de berging van [nummer] heb ik goederen aangetroffen die niet in eigendom zijn van Mitros.’
Verbalisant [verbalisant 1] verklaart als volgt:
‘Vanaf 9 oktober 2018 werden door de buurtbeheerder van woningbouwvereniging Mitros, geheel vrijwillig, camerabeelden van de berging [adres] afgegeven. Op die beelden zag ik dat meerdere personen, in soms dezelfde maar ook in verschillende samenstellingen en op verschillende data en tijdstippen, de berging bezochten. Ook zag ik op de ontvangen camerabeelden dat door die personen in berging [nummer] goederen werden geplaatst. Uit onderzoek bleek later dat hierbij goederen zaten, die van diefstal afkomstig waren.[…]
Beelden 15 oktober 2018
Omstreeks 21.58 uur zag ik dat de deur van de gang van de berging geopend werd en dat [medeverdachte 1] samen met [verdachte] de gang van de berging inliep. Ik zag dat [medeverdachte 1] de sleutels in zijn handen vasthield en voorop liep. […] Ik zag dat [medeverdachte 1] de deur van de berging opende en de berging inliep. Ik zag dat hij wederom een sleutel gebruikte die
aan de bovenzijde blauw van kleur was. […] Ik zag dat [verdachte] ook de berging inliep. Ik zag dat [verdachte] met enkele voorwerpen de berging uitliep. Ik zag dat deze voorwerpen leken op een autoradio en een scherm. Ik zag vervolgens dat [medeverdachte 1] de berging uit liep, deze afsloot en samen met [verdachte] de gang van de berging verliet.[…]
Beelden 23 oktober 2018
Ik zag dat de deur van de gang van de berging geopend werd. Ik zag dat de achterzijde van een groene scooter in beeld kwam. Ik zag dat de groene scooter voorzien was van een blauw kentekenplaatje. Ik zag op de beelden dat het kenteken [kenteken] betrof. Ik zag dat de achterzijde van een jongen in beeld kwam. Deze jongen is door mij herkend als [medeverdachte 2] . Ik zag dat [medeverdachte 2] op de scooter zat en naar achteren liep. Ik zag dat [medeverdachte 2] met een sleutel de deur van de berging opende. Ik zag dat [medeverdachte 2] van de (motor) scooter stapte en deze in de berging plaatste. Ik zag dat [medeverdachte 2] hierna de berging middels een sleutel afsloot en de gang van de berging verliet. […]
Beelden 24 oktober 2018
Ik opende een foto die ik van de buurtbeheerder had ontvangen. Ik zag dat deze foto van de binnenzijde van de berging was. Ik zag dat deze foto door de buurtbeheerder zelf genomen was. Ik zag dat er op de foto een groene Piaggio SKR 125cc te zien was met een blauw kentekenplaatje voorzien van het kenteken [kenteken]. […]
Beelden 25 oktober 2018
Ik zag dat de deur van de gang van de berging geopend werd. Ik zag dat door mij herkende [medeverdachte 1] de gang van de berging inliep. Ik zag dat achter [medeverdachte 1] een jongen mee de gang van de berging inliep. Ik zag dat dit de door mij herkende [verdachte] betrof. Ik zag dat [medeverdachte 1] samen met [verdachte] de groene scooter uit de berging haalden. Ik zag dat [medeverdachte 1] op de scooter ging zitten en naar achteren liep. Ik zag dat [medeverdachte 1] en [verdachte] samen met de scooter uit de gang van de berging liepen en uit beeld verdwenen. Voor de gemaakte screenshots van het videobestand verwijs ik naar foto's 36 en 37 van de bijgevoegde fotobijlage.[…]
Beelden 10 november
Ik opende het videobestand en zag dat de beelden beginnen op het moment: 10-11-2018, 21.15.04. Ik zag op de beelden dat de deur van de gang van de berging geopend werd. Ik zag dat de door mij herkende [medeverdachte 1] als eerst de gang inliep. Ik zag dat achter hem de door mij herkende [verdachte] achter hem aan de gang inliep. Ik zag dat [verdachte] bij binnenkomst onder zijn linkerarm een navigatiesysteem vasthoudt. Ik zag dat [medeverdachte 1] met zijn sleutel de berging opent. Vervolgens zag ik dat [medeverdachte 1] en [verdachte] beiden de berging inliepen en uit het zicht verdwenen. Ik zag dat zij kort hierna de berging weer uitliepen. Ik zag dat [medeverdachte 1] middels sleutel de berging afsloot. Ik zag dat beiden de gang van de berging verlieten. […]
Beelden 13 november 2018
Ik zag dat de deur van de gang van de berging geopend werd. Ik zag dat de door mij herkende [medeverdachte 1] de gang van de berging inliep. Ik zag dat achter hem door mij herkende [verdachte] achter hem aan de gang van de berging inliep. Ik zag op de beelden dat zowel [medeverdachte 1] als [verdachte] beiden afzonderlijk een navigatiesysteem onder hun arm vasthielden. Ik zag dat [medeverdachte 1] middels een sleutel de berging op slot draait. Ik zag dat [medeverdachte 1] en [verdachte] beiden de gang van de berging verlieten en uit beeld verdwenen.[…]
Beelden 19 november 2018
Omstreeks 21.33 uur, zag ik op de beelden dat door mij herkende [medeverdachte 1] en de door mij herkende [verdachte] in beeld kwamen. Ik zag op de beelden dat [medeverdachte 1] de berging met een sleutel opende. Vervolgens zag ik dat zij beiden de berging in liepen. Op de beelden is dan te zien dat zij na korte tijd weer de berging verlaten. Ik zag dat [verdachte] aan het bellen was en [medeverdachte 1] de berging met zijn sleutel afsloot. Ik zag dat zij beiden de gang van de berging verlieten.[…]
Beelden 21 november 2018
Omstreeks 21.29 uur, zag ik dat door mij herkende [verdachte] samen met door mij herkende [medeverdachte 1] in beeld kwamen. Ik zag dat [verdachte] in zijn rechterhand een navigatiesysteem vasthield. Ik zag dat [medeverdachte 1] met een sleutel de berging de berging opende. Daarna zag ik dat beiden de berging inliepen. Ik zag dat beiden kort hierna de berging uitliepen. Ik zag dat [medeverdachte 1] de berging afsloot met een sleutel. Daarna zag ik dat beiden de gang van de berging verlieten.[…]
Beelden 22 november 2018
Omstreeks 20.02 uur, zag ik dat de door mij herkende [medeverdachte 1] en [verdachte] de gang van de berging inliepen. Ik zag dat [verdachte] met beide handen een navigatiesysteem vasthield. Ik zag op de beelden dat [medeverdachte 1] voorop liep en met een sleutel de deur van de berging opende. Vervolgens zag ik dat beiden de berging in liepen en uit zicht van de camera verdwenen. Kort hierna zag ik dat beiden de berging uitliepen, zonder navigatiesysteem. Daarna zag ik dat [medeverdachte 1] de berging met een sleutel afsloot. Vervolgens zag ik dat zij de gang van de berging verlieten.[…]
Beelden 29 november 2018
Omstreeks 00.43, zag ik dat door mij herkende [verdachte] in beeld kwam en de gang van de berging inliep. Ik zag dat [verdachte] een zwarte Stone Island jas aan had en een grijze muts op zijn hoofd droeg. […] Ik zag dat [verdachte] de deur van de berging opende met een sleutel en de berging inliep. Ik zag dat [verdachte] kort hierna de berging uitkwam en een zwarte tas in zijn handen vasthield. Ik zag dat [verdachte] hierna met de tas de gang van de berging verliet en uit beeld verdween.’
Omstreeks 00.43 (de rechtbank begrijpt: 00.49), zag ik dat de door mij herkende [verdachte] in beeld kwam en de gang van de berging inliep. Ik zag dat [verdachte] een zwarte Stone Island jas aan had voorzien van een capuchon welke hij op zijn hoofd droeg. Ik zag dat [verdachte] in zijn handen een donkerkleurig kledingstuk droeg. Ik zag dat [verdachte] de berging opende en hier naar binnen ging. Kort hierna zag ik dat hij de berging uitliep en de berging middels een sleutel afsloot.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij acht keer in de berging is geweest, die hoort bij de woning aan de [adres] te [woonplaats] . Verdachte heeft zichzelf ook herkend op foto 36 en 37 op pagina 67 van het procesdossier. Verdachte heeft verklaard dat hij op die foto’s met [medeverdachte 1] te zien is bij de berging en dat zij een scooter vast hebben. Verdachte heeft eveneens ter terechtzitting verklaard dat hij de persoon is, die te zien is op de beelden van 29 november 2018 waarbij hij met sleutels de berging behorende bij de woning van de [adres] te [woonplaats] openmaakt.
Op 3 oktober 2018 heeft [aangever 1] aangifte gedaan van diefstal:
‘Ik heb […] op 12 oktober 2018 (
De rechtbank begrijpt: 2 oktober 2018) […] mijn snorfiets
geparkeerd op de Adenauerlaan te Utrecht. Dit betreft een Daelim Message, kleur zwart. Deze bromfiets was voor zien van de [kenteken] kentekenplaat. Vandaag op woensdag 3 oktober 2018, omstreeks 12.00 uur, zag ik dat de plaat van de bromfiets af was terwijl ik zeker weet dat hij erop zat toen ik deze parkeerde.’
Verbalisant [verbalisant 2] heeft als volgt verklaard:
‘Op 15 november 2018 werden in de genoemde berging (
De rechtbank begrijpt: de berging gevestigd aan de [adres] te [woonplaats]) de volgende goederen aangetroffen en zijn daarvan foto's genomen:
- Een navigatiesysteem voorzien van [nummer] […]
- Een display voor een radio en navigatiesysteem van Volkswagen, voorzien van het
ingegraveerde nummer: [nummer] […]
Op 22 november 2018 werden in de berging de volgende goederen aangetroffen en zijn daarvan foto’s genomen:
[…]
Voorts werden twee complete navigatiesystemen aangetroffen voorzien van de volgende
ingegraveerde serienummers:
- [nummer] […]
Op 15 november 2018 […] werd het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit verzocht de aangetroffen goederen te onderzoeken en te achterhalen bij welke voertuigen de goederen horen.
In het eerste resultaat stonden twee Nederlandse kentekens van twee personenauto's vermeld. De twee kentekens van die twee personenauto's betroffen [kenteken] en [kenteken] . In de personenauto voorzien van het kenteken [kenteken] hoorde het navigatiesysteem voorzien van het serienummer [nummer] .
In de personenauto voorzien van het kenteken [kenteken] hoorde het navigatiesysteem
voorzien van het serienummer [nummer] . De twee personenauto's voorzien van genoemde personenauto's konden op die wijze gekoppeld worden aan de twee genoemde
navigatiesystemen. Uit onderzoek in het bedrijfsprocessensysteem bleek op 6 oktober 2018 tussen 20.30 uur en 22.30 uur, een personenauto te zijn opengebroken daaruit het navigatiesysteem te zijn weggenomen. Die personenauto was zwart van kleur, van het merk Volkswagen Golf, voorzien van het kenteken [kenteken] en stond geparkeerd op de [adres] ter hoogte van [nummer] te [woonplaats] . […] Verder bleek uit onderzoek in het bedrijfsprocessensysteem dat, op 11 oktober 2018 tussen 00.15 en 09.35 uur, een witte personenauto van het merk Volkswagen, type Golf en voorzien van het kenteken [kenteken] , was opengebroken. Die auto stond op die dag en vermelde tijdstippen geparkeerd op de [adres] ter hoogte van [nummer] te [woonplaats] .
Uit het tweede onderzoek van het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit
bleek het serienummer van één navigatiesysteem, [nummer] geregistreerd te staan
voor een personenauto voorzien van het chassisnummer [chassisnummer] . Onderzoek in de politiesystemen wees uit dat het genoemde chassisnummer hoort bij een blauwe personenauto van het merk Volkswagen Golf welke voorzien is van het kenteken
[kenteken] . Uit onderzoek bleek verder dat op tussen 20 september 2018 om 23.00 uur en
21 september 2018 om 04.40 uur genoemd voertuig te zijn opengebroken. Uit dat
voertuig was toen een navigatiesysteem weggenomen.’
Op 2 november 2018 heeft [benadeelde 2] aangifte gedaan:
‘Ik doe aangifte van diefstal van mijn motorfiets, een Piaggio, type: SKRl25, kleur: groen voorzien van kenteken [kenteken] . […] Op donderdag 1 november 2018, omstreeks 22:00 uur stond mijn motorfiets in een garagebox aan de [adres] te [woonplaats] .[…] Op vrijdag 2 november 2018, omstreeks 00:15 uur hoorde ik een motor geluid. Ik herkende het geluid van mijn motorfiets. Vanuit mijn woonkamer, heb ik via het raam kunnen zien dat twee onbekende personen op mijn motorfiets wegreden in de richting van de Theemsdreef, gaande in de richting Zamenhofdreef. […] Verder zag ik een donker groene, personenauto wegrijden, achter de personen aan die met mijn motorfiets zijn weggereden. […] Op mijn motorfiets zaten twee jongens.’
Verbalisant [verbalisant 3] verklaart als volgt:
‘Naar aanleiding van de aangifte diefstal sleutel op de [adres] te [woonplaats] waarbij sleutels van de woning en berging van genoemd adres zijn weggenomen, heeft de benadeelde partij in deze, beelden ter beschikking gesteld van het onrechtmatige gebruik van de berging behorende bij de woning [adres] . Deze beelden zijn vrijwillig afgestaan door de benadeelde partij ten behoeve van het strafrechtelijk onderzoek. […] De benadeelde partij heeft aangeven dat het tijdstip op de camerabeelden niet overeenkomt met de daadwerkelijke tijd; de beelden lopen 18 minuten vóór. Gemakshalve heb ik in dit verbaal de tijdstippen aangehouden van de camerabeelden. Daar moet dus iedere keer 18 minuten van af getrokken worden.
Op de beschikbare camerabeelden, zag ik het volgende:
Vrijdag 2 november 2018, camerabeeld: [adres]
Om 00.40 uur (00.22 uur daadwerkelijk) komen drie jongens de hal (entree) binnen. […] Jongen l loopt direct de trap op naar boven. De tweede jongen (hierna: jongen 2) die binnenkomt, duwt een groene motorscooter de hal van het complex in. De derde jongen (hierna: jongen 3) loopt achter de jongen 2 en de motorscooter aan, de hal binnen. Jongen 2 en jongen 3 lopen direct met de motorscooter naar de trap naar beneden en wachten vervolgens in de gang naar de bergingen.[…]
Op het moment dat jongen 2 en jongen 3 de motorscooter naar beneden tillen (de trap af) zijn delen van het kenteken van de motorscooter zichtbaar. Door de beelden frame voor frame te bekijken, kan ik met zekerheid vaststellen dat het om het kenteken [kenteken] gaat. Dit kenteken is afgegeven voor een groene Piaggio Skipper motorscooter.
Vrijdag 2 november 2018, camerabeeld: [adres]
Jongen 2 en jongen 3 zetten de motorscooter om 00.40 uur in de gang naar de bergingen en omhelzen elkaar dan. Vervolgens praten en lachen zij met elkaar. Jongen 3 gaat vervolgens op de motorscooter zitten en jongen 2 neemt daarvan twee (2) foto's; één van de voorkant en één van de achterkant. Jongen 2 en jongen 3 bekijken vervolgens de motorscooter
wachtten op jongen 1. Jongen 1 komt en om 00.45 uur naar beneden en opent met een sleutel de tussendeur naar de bergingen. Jongen 1 en jongen 2 lopen de gang van de berging in en jongen 3 gaat op de motorscooter zitten en duwt de motorscooter naar achteren de gang van de berging in.
Vrijdag 2 november 2018, camerabeeld: [adres]
Jongen 1 opent om 00.46 uur de berging [nummer] met een sleutel. Jongen 3 duwt vervolgens de motorscooter in de berging. Jongen 2 staat daarbij te kijken. Om 00.47 sluit jongen 1 de berging door middel van 2 sloten af. Zij lopen vervolgens allemaal de gang van de berging uit, via de trap naar de hal (entree) van het complex. De motorscooter staat op dat moment in de berging [nummer] .
Vrijdag 2 november 2018, camerabeeld: [adres]
Om 00.47 uur verlaten jongen 1, jongen 2 en jongen 3 de hal en lopen naar buiten.’
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 2 november 2018 in de berging is geweest, die hoort bij de woning aan de [adres] te [woonplaats] . Verdachte was op dat moment met medeverdachte [medeverdachte 3] en met een scooter. Verdachte heeft een foto gemaakt van [medeverdachte 3] op de scooter.
Verbalisant [verbalisant 2] verklaart als volgt:
‘Na het bekijken van alle beelden en het instellen van een onderzoek kon worden vast gesteld dat de groene motorscooter, welke op 02 november 2018 omstreeks 00.15 uur en voorzien was van het kenteken [kenteken] , was weggenomen, omstreeks 00.22 uur en zeven
minuten navolgend door drie verdachten de centrale hal van de [adres] werd
binnen gebracht. De drie verdachten zijn door mij en later door meerdere collega's
ambtshalve herkend als:
Verdachte 1: [verdachte] .[…]
Ook werd mij na het bekijken van de beelden duidelijk dat verdachte [verdachte] en [medeverdachte 3] de motorscooter naar de kelderverdieping brachten. Die twee genoemde verdachten hielden zich met de motorscooter daar op en leken te wachten op verdachte [medeverdachte 4] . Tijdens het wachten op [medeverdachte 4] , omhelsden [verdachte] en [medeverdachte 3] elkaar en werden op de gestolen motorscooter twee foto's genomen. Enkele ogenblikken later sloot [medeverdachte 4] bij [verdachte] en [medeverdachte 3] aan. [medeverdachte 4] opende vervolgens berging [nummer] en vervolgens werd de motorscooter door de verdachten in berging [nummer] geplaatst. Vervolgens was op de beelden te zien dat [verdachte] en [medeverdachte 3] het pand verlaten […].’
Voorts bleek uit de bewegende beelden dat een aantal dagen later de gele
kentekenplaat, [kenteken] , van de gestolen motorscooter was verwijderd en dat er een
andere kentekenplaat, blauw van kleur, op die motorscooter was bevestigd. Die plaat
was voorzien van het kenteken [kenteken] . Dat bleek uit het feit dat op de beelden te
zien was dat meerdere personen de dagen na 2 november 2018 gebruik maakten van de
gestolen motorscooter. Dat waren onder andere verdachte [verdachte] en [medeverdachte 3] . Een
aantal dagen na 2 november 2018 was namelijk de gestolen motorscooter te zien zonder
kentekenplaat. Later was de gestolen motorscooter op de beelden te zien met het
genoemde blauwe kenteken [kenteken] . De personen die vanaf 2 november 2018 tot en met 6
november 2018 gebruik maakten van de genoemde motorscooter zijn door mij en later
door meerdere collega's ambtshalve herkend als: [medeverdachte 3] en [verdachte] als voornoemd en [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] .
Uit onderzoek bleek dat de genoemde vijf verdachten elkaar allemaal kennen en
dagelijks in verschillende samenstellingen met elkaar contact hebben en met elkaar
gezien worden.
Verbalisant [verbalisant 4] verklaart als volgt:
‘Na aanleiding van het onderzoek naar het onrechtmatig gebruik van de bergingen, gelegen aan de [adres] en de [adres] , heb ik nogmaals de beelden bekeken van de maand december van deze beide bergingen. […]
Overzicht personen op de beelden berging [adres] , periode december 2018
Dinsdag 18 december 2018
‘Die dag omstreeks 11:36 uur, komen [medeverdachte 3] en [verdachte] in beeld. [medeverdachte 3] opent de deur van de berging waarop beiden de berging binnen gaan. Na ongeveer anderhalve minuut komen beiden de berging weer uit. [medeverdachte 3] sluit de berging af waarop
beiden weer uit beeld verdwijnen.’
Bewijsoverweging feit 1: deelname aan een criminele organisatie
Aan verdachte is onder feit 1 tenlastegelegd dat hij zich in de periode van 9 oktober 2018 tot en met 29 december 2018 schuldig heeft gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie, die tot oogmerk had het plegen van verschillende soorten misdrijven, zoals opgesomd in de tenlastelegging.
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling ter zake deelneming aan een criminele organisatie dient te worden vastgesteld dat sprake is geweest van een organisatie, dat die organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven en dat de verdachte aan die organisatie heeft deelgenomen. Voor een criminele organisatie moet er sprake zijn van een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon.Niet is vereist dat komt vast te staan dat verdachte heeft samengewerkt, althans bekend is geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Het oogmerk van de organisatie moet gericht zijn op het plegen van meer misdrijven, doch niet is vereist dat het plegen van misdrijven de voornaamste bestaansgrond van de organisatie is. Voor de deelneming is van belang dat betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en dat hij een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt met gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.Deelneming impliceert opzet, wat wil zeggen dat betrokkene in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Om te kunnen vaststellen of verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie heeft de rechtbank bezien of sprake is geweest van een gestructureerd samenwerkingsverband, waarin de deelnemers in een zekere duurzame onderlinge samenwerking hebben deelgenomen. Vervolgens heeft de rechtbank bezien of verdachte tot dit samenwerkings-verband behoorde, daar een aandeel in heeft gehad, dan wel dat verdachte de criminele organisatie heeft ondersteund met gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Zoals hierna wordt toegelicht is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, met onder andere medeverdachte [medeverdachte 1] , gericht op, kort gezegd, het plegen van vermogensdelicten waaronder opzetheling en diefstal. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat twee sleutels van leegstaande bergingen behorende bij de woningen aan de [adres] en [nummer] te [woonplaats] zijn weggenomen van de rechtmatige eigenaar. Uit camerabeelden volgt dat een groep jongeren, waaronder verdachte, gebruik heeft gemaakt van deze bergingen. Verschillende leden van deze organisatie hebben de toegangssleutels in hun bezit gehad. Uit de camerabeelden volgt dat de leden van deze organisatie met goederen de berging inlopen en zonder goederen vervolgens vertrekken. Uit het onderzoek is gebleken dat in deze bergingen gestolen goederen zijn opgeslagen. Deze groep heeft, in verschillende samenstellingen, op regelmatige basis vermogensdelicten gepleegd, zoals hierna ook besproken zal worden bij de overige aan verdachte ten laste gelegde feiten. Zij hebben een gestructureerd samenwerkingsverband gevormd waarbij ieder een eigen aandeel heeft gehad, dan wel ondersteunende gedragingen heeft verricht, die rechtstreeks verband hielden met de verwezenlijking van het oogmerk van die organisatie.
Het aandeel van verdachte blijkt uit het volgende. Verdachte is in totaal negen keer herkend op de camerabeelden van voornoemde bergingen. Op vier van deze momenten heeft verdachte navigatiesystemen in zijn handen, die wisselend opgehaald worden uit de berging of daar opgeslagen worden. Uit de camerabeelden volgt daarnaast dat verdachte op 24 oktober 2018 met medeverdachten een scooter met een gestolen kentekenplaat, uit de berging haalt. Tot slot blijkt uit de camerabeelden dat verdachte op 2 november 2018 met medeverdachten een motorscooter, die zeven minuten eerder gestolen is, in de berging plaatst.
Hoewel deze omstandigheden schreeuwen om een uitleg, is een plausibele verklaring van verdachte hieromtrent uitgebleven. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij mee is gegaan naar de berging om aan een scooter te sleutelen. De rechtbank acht deze verklaring van verdachte voor zijn aanwezigheid in de bergingen niet aannemelijk geworden. Uit het dossier blijkt op geen enkele wijze dat verdachte in de bergingen aan het sleutelen is geweest aan scooters. Bovendien blijkt uit de beelden dat verdachte juist vaak kortstondig in de berging aanwezig was en vaak in de avond en nacht, hetgeen zich niet verhoudt met de verklaring van verdachte dat hij aan het sleutelen was aan scooters.
De rechtbank acht het bestaan van de criminele organisatie en, in samenhang bezien met de hierna bewezen verklaarde feiten, de deelname van verdachte daaraan bewezen voor de periode van 15 oktober 2018 tot 18 december 2018, nu over deze periode camerabeelden zijn gemaakt van de bergingen, waarop verdachte te zien is.
De rechtbank acht bewezen dat de criminele organisatie waaraan verdachte deelnam zich bezig hield met de in de tenlastelegging genoemde vermogensfeiten. De rechtbank ziet onvoldoende bewijs voor het oordeel dat verdachte ook betrokken was bij een criminele organisatie die zich bezig hield met het plegen van brandstichtingen. Hiervan zal verdachte dan ook partieel worden vrijgesproken.
Bewijsoverweging feit 2: subsidiair heling sleutelbos
De rechtbank stelt aan de hand van voornoemde bewijsmiddelen vast dat [benadeelde 1] namens Mitros aangifte heeft gedaan van diefstal van sleutels, waaronder de sleutel van de berging behorende bij de woning aan de [adres] te [woonplaats] . De rechtbank stelt vervolgens vast dat uit de camerabeelden volgt dat verdachte op 20 november 2018 tot twee keer toe beschikte over een gestolen sleutel voor de genoemde berging en dat hij hiervoor geen aannemelijke verklaring heeft gegeven. Dat hij de sleutel zou hebben gekregen van een jongen die hij niet persoonlijk kende en die hem zou hebben gevraagd om een doekje in de berging te leggen acht de rechtbank volstrekt onaannemelijk.
Mede gelet op hetgeen hiervoor onder feit 1 is overwogen ten aanzien van de criminele organisatie, waarbij de bergingen een belangrijke rol speelden, heeft verdachte door aldus te handelen op zijn minst bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de sleutel uit misdrijf afkomstig was, hetgeen ook daadwerkelijk het geval bleek te zijn. De rechtbank acht dan ook, gelet op de feiten en omstandigheden die rondom de berging zijn geconstateerd, in onderlinge samenhang bezien, bewezen dat verdachte zich samen met medeverdachten heeft schuldig gemaakt aan opzetheling van de sleutel. Voor wat betreft de periode waarin het onder feit 2 subsidiair ten laste gelegde is begaan, sluit de rechtbank aan bij hetgeen hiervoor onder feit 1 ten aanzien van de periode is overwogen.
Bewijsoverweging feit 3: heling kentekenplaat [kenteken]
De rechtbank stelt aan de hand van voornoemde bewijsmiddelen vast dat aangever [aangever 1] op 3 oktober 2018 aangifte heeft gedaan van diefstal van zijn kentekenplaat [kenteken] . De rechtbank stelt vervolgens vast dat uit de camerabeelden volgt dat een medeverdachte op 23 oktober 2018 een groene scooter voorzien van voornoemde kentekenplaat in de berging behorende bij de woning aan de [adres] te [woonplaats] plaatst. Vervolgens blijkt dat deze kentekenplaat is geplaatst op een groene Piaggio SKR125cc. Tot slot volgt uit deze camerabeelden dat op 25 oktober 2018 verdachte met een medeverdachte deze scooter uit voornoemde berging haalt.
De rechtbank concludeert dat verdachte op 25 oktober 2018 beschikte over een gestolen goed en hier geen aannemelijke verklaring voor heeft kunnen of willen geven. Dat verdachte op dat moment ter plaatse was om in de berging aan een scooter te sleutelen strookt niet met de waarnemingen van de verbalisant dat de scooter uit de berging werd gehaald. De rechtbank betrekt hierbij voormeld oordeel over de criminele organisatie waartoe verdachte behoorde en waarbij de bergingen een belangrijke rol speelden, alsmede dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat meerdere scooters in bergingen werden geplaatst en dat kentekenplaten werden verwijderd of vervangen. Verdachte heeft door aldus te handelen op zijn minst bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de kentekenplaat uit misdrijf afkomstig was, hetgeen ook daadwerkelijk het geval bleek te zijn. Dit geldt te meer nu de gestolen blauwe kentekenplaat niet behoorde bij een motorscooter, maar bij een snorfiets. De rechtbank acht dan ook, gelet op de feiten en omstandigheden die rondom de berging zijn geconstateerd, in onderlinge samenhang bezien, bewezen dat verdachte zich samen met medeverdachten heeft schuldig gemaakt aan opzetheling van de kentekenplaat.
Bewijsoverweging feit 4 subsidiair: heling navigatiesystemen en displays
De rechtbank stelt aan de hand van voornoemde bewijsmiddelen vast dat verdachte op 15 oktober 2018 de berging uitloopt met voorwerpen die lijken op een autoradio en een scherm.
De rechtbank stelt vervolgens vast dat uit de camerabeelden volgt dat verdachte op 10 november 2018 met een navigatiesysteem onder zijn arm de berging inloopt. Vervolgens blijkt dat verdachte en een medeverdachte op 13 november 2018 beiden een navigatiesysteem onder hun arm hebben en de berging uitlopen. Tot slot volgt uit deze camerabeelden dat op 22 november 2018 verdachte met een navigatiesysteem de berging inloopt en vervolgens zonder dit goed de berging verlaat. Uit onderzoek naar de navigatiesystemen in de berging is gebleken dat deze van diefstal afkomstig waren.
De rechtbank concludeert dat verdachte meerdere malen beschikte over een gestolen goed en hier geen aannemelijke verklaring voor heeft kunnen of willen geven. Verdachte heeft immers verklaard dat hij nog nooit een navigatiesysteem in handen heeft gehad. Mede gelet op hetgeen hiervoor onder feit 1 is overwogen ten aanzien van de criminele organisatie, waarbij de bergingen een belangrijke rol speelden, heeft verdachte door aldus te handelen op zijn minst bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat deze navigatiesystemen uit misdrijf afkomstig waren, hetgeen ook daadwerkelijk het geval bleek te zijn. De rechtbank acht dan ook, gelet op de feiten en omstandigheden die rondom de berging zijn geconstateerd, in onderlinge samenhang bezien, bewezen dat verdachte zich samen met medeverdachten heeft schuldig gemaakt aan opzetheling van de navigatiesystemen. Voor wat betreft de periode waarin het onder feit 4 subsidiair ten laste gelegde is begaan, sluit de rechtbank aan bij hetgeen hiervoor onder feit 1 ten aanzien van de periode is overwogen.
Bewijsoverweging feit 5 primair: diefstal scooter [kenteken]
De rechtbank stelt aan de hand van voornoemde bewijsmiddelen vast dat aangever [benadeelde 2] aangifte heeft gedaan van diefstal van zijn scooter, welke heeft plaatsgevonden op 2 november 2018 omstreeks 00:15 uur. De rechtbank stelt vervolgens vast dat uit de camerabeelden volgt dat verdachte met medeverdachten zeven minuten ná deze diefstal, respectievelijk om 00:22 uur, met de scooter de hal binnen komt behorende bij de woning aan de [adres] te [woonplaats] . Vervolgens volgt uit de camerabeelden dat de verdachten elkaar omhelzen. Een van de verdachten gaat op de motorfiets zitten en verdachte maakt een foto van hem.
De rechtbank acht de door verdachte gegeven verklaring dat hij midden in de nacht aan het joggen was toen hij door anderen werd gevraagd om aan de scooter te sleutelen, volstrekt onaannemelijk.
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen, het zeer korte tijdsbestek tussen de diefstal en het in bezit hebben van de scooter door verdachte en zijn medeverdachten en het ontbreken van een aannemelijke alternatieve verklaring, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte met zijn medeverdachten degene is geweest die de diefstal hebben gepleegd.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 4 december 2018 te Nieuwegein met iemand anders de shop van het tankstation [bedrijf 1] is binnengegaan. Verdachte en de ander zijn samen naar binnen gegaan. Verdachte herkent zichzelf op de beelden van het procesdossier op pagina 448 als verdachte 2.
Op 10 december 2018 heeft [aangever 2] aangifte gedaan namens [bedrijf 1] :
‘Ik doe aangifte van diefstal uit de winkel van de BP tankstation.[…]
De goederen die weggenomen zijn:
- 2x blikjes Red Bull
- 2x kleine zakjes Tijgernootjes
- 1x Pringelbus chips.’
Verbalisant [verbalisant 5] heeft de camerabeelden van 4 december 2018 van het BP tankstation bekeken en verklaart als volgt:
‘Verdachte 1 komt de shop binnen.[…]
Verdachte 2 komt de shop binnen lopen.[…]
Verdachte 2 pakt blikje van bovenste schap.[…]
Verdachte 2 trekt zijn trui omhoog, stopt hier vermoedelijk blikje ergens in zijn kleding weg. Te zien is dat hij ook een stukje bukt achter het schap, zodat hij uit het zicht van de caissière is. Verdachte 1 pakt een zak Doritos uit het schap. Verdachte 1 bukt vrij diep, stopt achter verdachte 2 de zak Doritos in zijn kleding.[…]
Verdachte 2 is naar de caissière gelopen […].
Verdachte 1 houdt dat in de gaten heeft inmiddels een ander zakje uit het schap gepakt. Zakje is niet teruggezet […]. Nadat er 2 klanten binnen zijn gekomen, pakt hij een bus Pringles, pakt ze over in zijn linkerhand, houdt deze achter zijn lijf om de winkel te lopen.
Verdachte 1 loopt met de bus Pringles de winkel uit.[…]
Verdachte 2 verlaat ook de winkel.’
Bewijsoverweging feit 6: diefstal
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af. Verdachte is met de medeverdachte gezamenlijk aangekomen bij de [bedrijf 1] en naar binnen gegaan. Verdachte en zijn medeverdachte hebben wisselend goederen gepakt en in hun kleding gestopt, waarbij uit de camerabeelden volgt dat de verdachten elkaar in de gaten bleven houden. De rechtbank concludeert dan ook dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen. Het verweer wordt verworpen. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in vereniging op 4 december 2018 te Nieuwegein twee blikjes energydrink, twee zakjes nootjes en een verpakking chips heeft weggenomen van de [bedrijf 1] .
Onder parketnummer 16/196066-18