Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 9 mei 2019 in de zaak tussen
[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres
[betrokkene], te [woonplaats] , betrokkene.
Procesverloop
Overwegingen
Op 25 januari 2017 ziet de nieuwe bedrijfsarts [C] betrokkene voor het eerst. In haar rapport van dezelfde datum stelt zij dat betrokkene forse beperkingen heeft. Haar advies is om te kijken naar de mogelijkheden van betrokkene door middel van een re-integratieplek waarbij hij in eigen tempo en zeer laagdrempelig met simpele taken bezig kan zijn zodat enige structuur en ritme opgebouwd kan worden. Arbeidsdeskundige [D] komt vervolgens in haar rapport van 1 februari 2017 tot het oordeel dat betrokkene in het geheel niet beschikbaar is voor loonvormende arbeid en adviseert in te zetten op een re-integratiecoach met als doel sociale activering. Dit strookt naar het oordeel van de rechtbank niet met het medisch advies van [C] van 25 januari 2017 omdat daar niet uit blijkt dat er sprake was van een situatie dat betrokkene in het geheel niet belastbaar was voor loonvormende arbeid. Gelet op het voorgaande concludeert de rechtbank dat eiseres onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder, op basis van de rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep, tot de conclusie heeft kunnen komen dat er een te afwachtend beleid is gevoerd waardoor er kansen in spoor 1 en 2 gemist kunnen zijn.