Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 april 2019 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Randstad Uitzendbureau B.V., te Diemen, gemachtigde: mr. N.J.E. Pappot-van Veen.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 16 april 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M. Huisman, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen als verweerder. Eiseres had een Ziektewet (ZW)-uitkering ontvangen, maar deze werd per 11 juni 2017 beëindigd. Eiseres heeft tegen het besluit van de verweerder beroep ingesteld, omdat zij het niet eens was met de beëindiging van haar uitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres de ZW-uitkering gedurende de maximale uitkeringsduur van 104 weken heeft ontvangen en dat zij daarmee het maximale resultaat heeft bereikt. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen procesbelang meer is voor eiseres om het beroep voort te zetten. De rechtbank heeft het beroep dan ook niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures en de voorwaarden waaronder beroep kan worden ingesteld. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.