In deze zaak heeft Q-Park Operations Netherlands B.V. (hierna: Q-Park) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens het niet betalen van parkeerkosten en het schuldig zijn aan 'treintje rijden'. Q-Park stelt dat [gedaagde] zonder te betalen de parkeeraccommodatie heeft verlaten door vlak achter een andere auto onder de slagboom door te rijden. Dit gedrag is in strijd met de algemene voorwaarden van Q-Park, waarin staat dat het verlaten van de parkeerfaciliteit zonder geldig parkeerbewijs niet is toegestaan. Q-Park vordert een bedrag van € 325,00, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Q-Park voldoende bewijs heeft geleverd dat [gedaagde] de kentekenhouder was van de auto die betrokken was bij het 'treintje rijden'. [gedaagde] heeft betwist de bestuurder te zijn geweest en aangevoerd dat een derde zijn auto ongevraagd heeft gebruikt. De rechter oordeelt echter dat het aan [gedaagde] is om dit vermoeden te weerleggen, wat hij niet heeft gedaan. Bovendien heeft de rechter geoordeeld dat de algemene voorwaarden van Q-Park op een juiste manier ter hand zijn gesteld, waardoor deze van toepassing zijn.
De kantonrechter heeft de vordering van Q-Park toegewezen, waarbij de boete en het tarief voor de verloren kaart als redelijk zijn beoordeeld. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 2 januari 2019.