Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
200,00(2 punten x tarief € 100,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 4 mei 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen Q-Park Operations Netherlands II B.V. en een gedaagde partij, die als kentekenhouder van een auto werd beschuldigd van het 'treintje rijden' in de parkeergarage La Vie te Utrecht. Q-Park vorderde betaling van een boete van € 1.000,- voor het overtreden van de algemene voorwaarden, waarin het 'treintje rijden' ten strengste verboden is. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet voldoende had aangetoond dat hij niet de bestuurder was van de auto op de betreffende data, en dat hij als kentekenhouder vermoed werd de auto te hebben bestuurd. De kantonrechter beoordeelde het boetebeding in de algemene voorwaarden van Q-Park en concludeerde dat het beding niet als oneerlijk kon worden aangemerkt, omdat de boete in redelijke verhouding stond tot de te verwachten schade en het belang van Q-Park bij nakoming van de verplichting. De vordering van Q-Park werd grotendeels toegewezen, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten, omdat deze niet aan de wettelijke eisen voldeden. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 1.170,- aan Q-Park, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.